Wet van 14 juli 2021 tot uitvoering van Deel III van de op 30 december 2020 te Brussel
en Londen tot stand gekomen Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese
Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en het Verenigd Koninkrijk
van Groot-Brittannië en Noord-Ierland anderzijds (PbEU 2020, L 444 en PbEU 2021, L
149) (Uitvoeringswet Handels- en Samenwerkingsovereenkomst EU – VK Justitie en Veiligheid)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut!
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het noodzakelijk is ter uitvoering van de
op 30 december 2020 te Brussel en Londen tot stand gekomen Handels- en Samenwerkingsovereenkomst
tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie enerzijds en
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland anderzijds (PbEU 2020,
L 444 en PbEU 2021, L 149) enkele wettelijke voorzieningen ten aanzien van de overlevering
van personen van en naar het Verenigd Koninkrijk, de wederzijdse rechtshulp met het
Verenigd Koninkrijk en doorgifte van justitiële gegevens en passagiersgegevens te
treffen;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: