Wet van 2 december 2020 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband
met implementatie van Richtlijn 2019/878/EU van het Europees Parlement en de Raad
van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2013/36/EU met betrekking tot vrijgestelde
entiteiten, financiële holdings, gemengde financiële holdings, beloning, toezichtsmaatregelen
en -bevoegdheden en kapitaalconserveringsmaatregelen (PbEU 2019, L 150) en ter uitvoering
van Verordening (EU) 2019/876 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013 wat betreft de hefboomratio, de nettostabielefinancieringsratio,
vereisten inzake eigen vermogen en in aanmerking komende passiva, tegenpartijkredietrisico,
marktrisico, blootstellingen aan centrale tegenpartijen, blootstellingen aan instellingen
voor collectieve belegging, grote blootstellingen, rapportage- en openbaarmakingsvereisten,
en van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2019, L 150) (Implementatiewet kapitaalvereisten
2020)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het noodzakelijk is om regels te stellen
ter implementatie van Richtlijn 2019/878/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2013/36/EU met betrekking tot vrijgestelde entiteiten, financiële holdings, gemengde financiële
holdings, beloning, toezichtsmaatregelen en -bevoegdheden en kapitaalconserveringsmaatregelen
(PbEU 2019, L 150) en ter uitvoering van Verordening (EU) 2019/876 van het Europees
Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 575/2013
wat betreft de hefboomratio, de nettostabielefinancieringsratio, vereisten inzake
eigen vermogen en in aanmerking komende passiva, tegenpartijkredietrisico, marktrisico,
blootstellingen aan centrale tegenpartijen, blootstellingen aan instellingen voor
collectieve belegging, grote blootstellingen, rapportage- en openbaarmakingsvereisten,
en van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2019, L 150);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: