Subsidieregeling opleiding abortusartsen

[Regeling vervalt per 01-01-2026.]
Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 29 september 2020, kenmerk 1746006-210301-PG, houdende regels voor het verstrekken van subsidie aan abortusklinieken voor de opleiding van abortusartsen (Subsidieregeling opleiding abortusartsen)

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. abortuskliniek: een abortuskliniek als bedoeld in artikel 1 van de Wet afbreking zwangerschap;

  • b. erkenning: een schriftelijke verklaring van het NGvA dat de abortuskliniek door het NGvA voor een bepaalde periode erkend is als opleidingskliniek;

  • c. minister: Minister voor Medische Zorg;

  • d. NGvA: het Nederlands Genootschap van Abortusartsen;

  • e. opleideling: natuurlijk persoon die een opleiding tot abortusarts volgt in een opleidingskliniek;

  • f. opleidingskliniek: een abortuskliniek die door het NGvA erkend is voor het verzorgen van de opleiding tot abortusarts;

  • g. opleidingsplaats: capaciteit bij een abortuskliniek om een opleideling op te leiden;

  • h. samenwerkingsverband: meerdere abortusklinieken die gezamenlijk een opleiding tot abortusarts verzorgen.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

  • 1 De minister kan op aanvraag aan een abortuskliniek een subsidie verlenen voor het verzorgen van een opleiding tot abortusarts.

  • 2 De subsidie wordt verleend voor de duur van maximaal 52 weken.

  • 3 Op verzoek kan de in het tweede lid genoemde termijn verlengd worden.

Artikel 4. Voorwaarden

Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden aan een abortuskliniek die in het bezit is van een erkenning.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

De subsidie voor het verzorgen van een opleiding tot abortusarts bedraagt maximaal:

  • a. € 35.371 per opleidingsplaats eerste trimester abortusarts;

  • b. € 55.339 per opleidingsplaats tweede trimester A abortusarts;

  • c. € 58.364 per opleidingsplaats tweede trimester B abortusarts.

Artikel 6. Aanvraag tot verlening van subsidie

  • 1 Voor de aanvraag tot verlening van een subsidie wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid bevat de aanvraag tot verlening van een subsidie de erkenning van de abortuskliniek.

  • 3 Indien de aanvraag tot verlening van een subsidie wordt ingediend door een abortuskliniek namens een samenwerkingsverband, bevat de aanvraag de erkenningen van alle betrokken abortusklinieken.

  • 4 Indien de abortuskliniek niet voldoet aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot verlening of indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag, stelt de minister de abortuskliniek in de gelegenheid de aanvraag binnen drie weken aan te vullen. De minister besluit de aanvraag niet te behandelen indien de aanvraag binnen de gegeven termijn niet of onvoldoende is aangevuld.

Artikel 7. Verlening en bevoorschotting

  • 1 De minister besluit binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening.

  • 2 De minister vermeldt in het besluit tot verlening van de subsidie in elk geval de te subsidiëren activiteiten, het subsidiebedrag, de periode waarvoor subsidie wordt verleend, de wijze waarop kan worden aangetoond dat de activiteiten zijn verricht en de wijze van verantwoording.

  • 3 De minister verleent bij het besluit tot verlening van de subsidie ambtshalve de volgende voorschotten: in januari 8%, februari 8%, maart 8%, april 7%, mei 16%, juni 7%, juli 8%, augustus 8%, september 7%, oktober 8%, november 8% en december 7% van het bedrag van de verleende subsidie.

Artikel 8. Verplichtingen

De abortuskliniek is voor de duur van de subsidie in het bezit van een geldige erkenning.

Artikel 9. Subsidievaststelling

  • 1 De subsidie wordt vastgesteld op een bedrag per gerealiseerde opleidingsplaats voor ten hoogste het maximum aantal opleidingsplaatsen dat door de minister bij de verlening is genoemd.

  • 2 Indien een opleiding niet wordt afgerond, wordt de subsidie vastgesteld naar rato van het aantal weken dat de opleiding wel is gevolgd.

Artikel 10. Aanvraag tot vaststelling

  • 1 Voor de aanvraag tot vaststelling van een subsidie wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 2 In aanvulling op het eerste lid bevat de aanvraag tot vaststelling een geanonimiseerd uittreksel van het opleidingsregister abortusarts van het NGvA en de erkenning.

  • 3 Indien de subsidie € 125.000 of meer bedraagt, wordt bij de aanvraag tot vaststelling tevens een assurancerapport van een accountant overgelegd.

  • 4 Het in het derde lid bedoelde rapport is opgesteld overeenkomstig een door de minister vastgesteld model met inachtneming van een door de minister vastgesteld protocol.

  • 5 Indien de abortuskliniek niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot vaststelling of indien de verstrekte gegevens onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag, stelt de minister de abortuskliniek in de gelegenheid de aanvraag binnen vier weken aan te vullen. In het geval de aanvraag tot vaststelling binnen die termijn niet of onvoldoende is aangevuld, wordt de subsidie vastgesteld op basis van de beschikbare gegevens.

Artikel 11. Aanvraagtermijn

  • 1 De aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 22 weken na de datum waarop de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, uiterlijk moeten zijn verricht.

  • 2 De minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van de termijn, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 12. Vaststelling

De minister besluit binnen 22 weken op een aanvraag tot vaststelling.

Artikel 13. Hardheidsclausule

De minister kan een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing gelet op het belang dat de desbetreffende bepaling beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021 en vervalt met ingang van 1 januari 2026.

Artikel 15. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling opleiding abortusartsen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg,

T. van Ark

Naar boven