Voor het aanbieden van een hoge transactie zijn allereerst de criteria van toepassing
die gelden ten aanzien van iedere transactie.
-
• Een transactie kan alleen worden toegepast bij overtredingen en bij misdrijven waarop
een gevangenisstraf van niet meer dan zes jaar is gesteld (vgl. artikel 74 Sr).
-
• Er moet in de aan de transactie ten grondslag liggende strafzaak zowel bewijstechnisch
als beleidsmatig voldoende grond aanwezig zijn om tot dagvaarding te kunnen overgaan.
-
• Het OM dient op basis van de regels van het strafprocesrecht een vervolgingsbeslissing
te nemen gebaseerd op een autonome afweging.
-
• Bij die afweging worden de belangen van betrokkenen, in het bijzonder die van slachtoffers
en benadeelde partijen, uitdrukkelijk meegewogen.
-
• Het delict waarvoor de transactie wordt aangeboden zal, indien de zaak aan de rechter
zou worden voorgelegd, naar redelijkerwijs te verwachten is met een vermogensrechtelijke
sanctie worden afgedaan.
-
• De vrijwillige acceptatie van het aanbod door verdachte is essentieel. Een verdachte
kan een transactie altijd weigeren en zo de zaak laten voorkomen bij de rechter.
Specifiek voor het aanbieden van een hoge transactie zoals bedoeld in paragraaf 3 van deze aanwijzing geldt bovendien de voorwaarde dat de feitelijke gedragingen die
grond zijn voor de transactie door de verdacht worden erkend. Zonder erkenning van
die feitelijke gedragingen zal immers ook niet het besef bestaan dat er binnen de
verdachte rechtspersoon veranderingen moeten worden doorgevoerd om de gemaakte fouten
in de toekomst te voorkomen. Deze eis van erkenning houdt nadrukkelijk geen erkenning van schuld aan een strafbaar
feit in; instemming met de door de officier van justitie toepasselijk geachte strafbaarstellingen
(de juridische kwalificatie van de feiten) is niet noodzakelijk.
Daarnaast kunnen voor de vraag of een hoge transactie tot de afdoeningsmogelijkheden
behoort de volgende aspecten een rol spelen:
-
– maatregelen die verdachte heeft getroffen of toezegt te treffen ten aanzien van de
compliance ter voorkoming van verdere overtredingen,
-
– de rol van verdachte bij het aan het licht brengen van de strafbare feiten,
-
– internationale samenhang van onderzoeken en gezamenlijke afdoening,
-
– vergoeding van eventuele schade of bereidheid daartoe.
Strafrechtelijke recidive vormt een contra-indicatie voor het aanbieden van een hoge
transactie.
Voor het bepalen van de hoogte van het transactiebedrag zijn voorts de volgende aspecten
van belang:
-
– het draagkrachtbeginsel zoals bedoeld in artikel 24 Sr,
-
– is sprake van zelfmelding of niet,
-
– de mate waarin medewerking door verdachte is verleend aan het onderzoek,
-
– het treffen van een regeling met slachtoffers,
-
– straffen die de rechter in soortgelijke gevallen heeft opgelegd en transacties in
vergelijkbare zaken,
-
– sancties die door buitenlandse autoriteiten zijn opgelegd.
Voornoemde criteria en aspecten hebben reeds tot gevolg dat een hoge transactie niet
vaak aan de orde zal zijn. Bij rechtspersonen zal doorslaggevend zijn dat de rechter,
naar alle waarschijnlijkheid, ook een geldboete zou opleggen en dat, vanwege de maatregelen
die een verdachte rechtspersoon moet treffen in het kader van compliance, met een
transactie meer kan worden bereikt dan met het vervolgen van verdachte.
Bij verdachte rechtspersonen kunnen natuurlijke personen ook als verdachte worden
aangemerkt. Ten aanzien van de verdachte natuurlijke personen geldt dat een andere
straf dan een geldboete kan worden opgelegd, zowel door het OM bij strafbeschikking
als door de rechter bij vonnis. Ten aanzien van de in artikel 51 Sr bedoelde opdrachtgevers en feitelijk leidinggevenden blijft het uitgangspunt dat
deze zo mogelijk ook worden vervolgd. Bij elke verdachte zal de zaak op de eigen merites
worden beoordeeld in verband met de te nemen vervolgingsbeslissing. Hierbij worden
de ernst van de feiten en de (persoonlijke) omstandigheden meegewogen.
In het kader van de naleving van de transactieovereenkomst kan de hulp worden ingeroepen
van externe toezichthouders, zoals een omgevingsdienst, De Nederlandsche Bank of de
Autoriteit Persoonsgegevens. Ook kunnen specifieke interne toezichtmaatregelen met
verdachten overeen worden gekomen, zoals het instellen van een monitor. Daarnaast
kan de rechtspersoon worden opgedragen regelmatig te rapporteren aan de Raad van Commissarissen.