In Brazilië is het mogelijk om – naast regulier dividend – de aandeelhouders ook een
IoNE te betalen. Dit is een vergoeding op basis van de omvang van het (netto) eigen
vermogen. Naar Braziliaans civiel recht is deze vergoeding op één lijn te stellen
met dividend. Voor Braziliaanse fiscale doeleinden wordt de vergoeding echter behandeld
als interest. De betaling is aftrekbaar bij de betalende vennootschap en belast bij
de aandeelhouder.
Voor Nederlandse fiscale doeleinden wordt de IoNE aangemerkt als een voordeel uit
hoofde van aandelenbezit. In de situatie dat dit een voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling
kwalificerend aandelenbezit betreft was hierop tot 1 januari 2016 de deelnemingsvrijstelling
van artikel 13 Wet Vpb van toepassing. Per 1 januari 2016 is echter artikel 13, lid 17, Wet Vpb geïntroduceerd.
Op grond van deze bepaling is de deelnemingsvrijstelling niet langer op de IoNE van
toepassing, omdat de IoNE in Brazilië in aftrek kan worden gebracht op de winstgrondslag.
Brazilië houdt op IoNE-betalingen een bronheffing in van 15%. Omdat de IoNE door de
introductie van artikel 13, lid 17, Wet Vpb niet langer is vrijgesteld maar in de Nederlandse heffing wordt betrokken, en de
ingehouden bronbelasting dus mogelijk verrekenbaar is, is de vraag opgekomen voor
welke TSC uit het Belastingverdrag de IoNE in aanmerking komt. Uit artikel 23, lid
4, Belastingverdrag volgt dat recht bestaat op een TSC van 25% als sprake is van dividend
als bedoeld in artikel 10 van het Belastingverdrag en een TSC van 20% als sprake is
van interest als bedoeld in artikel 11 van het Belastingverdrag.
Om de hoogte van de TSC voor de IoNE te bepalen is het dus van belang of de IoNE voor
de toepassing van het Belastingverdrag kwalificeert als dividend of als interest.
Uit de tekst van artikel 10, lid 3, Belastingverdrag en artikel 11, lid 4, Belastingverdrag
volgt dat daarvoor bepalend is de wijze waarop het bronland (het land van waaruit
de betalingen worden gedaan) de inkomsten voor de belastingwetgeving behandelt. In
Brazilië wordt de IoNE fiscaal behandeld als interest. Voor de toepassing van het
Belastingverdrag wordt bij deze kwalificatie aangesloten. De IoNE kwalificeert voor
de toepassing van het Belastingverdrag dus als interest. Dit betekent dat onder het
Belastingverdrag voor de IoNE recht bestaat op een TSC van 20%.