Tijdelijke regeling tegemoetkoming studenten in verband met de uitbraak van COVID-19

Geraadpleegd op 05-05-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 7 juli 2020, nr. 24674751, houdende tegemoetkoming voor studievertraging in verband met de uitbraak van COVID-19 (Tijdelijke regeling tegemoetkoming studenten in verband met de uitbraak van COVID-19)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Gelet op de artikelen 13.1, tweede lid, en 13.2 van de Wet Studiefinanciering 2000 en artikel 8.3 van de Wet studiefinanciering BES:

Besluit:

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder Minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Paragraaf 3. Tegemoetkoming voor studenten voor wie de aanspraak op een basis- of aanvullende beurs afloopt in de periode juni 2020 tot en met de laatste maand van het studiejaar 2022–2023

[Vervallen per 01-01-2024]

Artikel 9. Aanvraag nadat geen tegemoetkoming is ontvangen

[Vervallen per 01-01-2024]

Paragraaf 4. Tegemoetkoming studenten Caribisch Nederland

[Vervallen per 01-01-2024]

Artikel 12. Toekenning en uitbetaling tegemoetkoming lesgeld of collegegeld

[Vervallen per 01-01-2024]

Artikel 13. Toekenning en uitbetaling tegemoetkoming prestatiebeurs

[Vervallen per 01-01-2024]

Artikel 14. Aanvraag nadat geen tegemoetkoming prestatiebeurs is ontvangen

[Vervallen per 01-01-2024]

Paragraaf 4a. Extra reisvoorziening

Artikel 14a. Extra reisvoorziening

  • 1 Een ho-student die in de periode maart tot en met december 2020 voor de duur van minimaal 1 kalendermaand aanspraak had op een reisvoorziening en voor wie in die periode voor een of meerdere maanden een vorm van reguliere studiefinanciering als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wsf 2000 is toegekend, komt in aanmerking voor een extra reisvoorziening, bestaande uit een verlenging van de duur van de aanspraak op een reisvoorziening, als bedoeld in artikel 5.2 van de Wsf 2000, met de duur van 12 kalendermaanden.

  • 2 De verlengde aanspraak op reisvoorziening wordt toegekend aansluitend aan de laatste maand van de reguliere aanspraak op reisvoorziening.

Artikel 14b. Wijze van toekenning

  • 1 De extra reisvoorziening, bedoeld in artikel 14a, wordt ambtshalve toegekend.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, vindt toekenning van de extra reisvoorziening, bedoeld in artikel 14a, plaats op aanvraag in het geval waarin de reguliere reisvoorziening vóór 1 april 2021 was geëindigd.

Artikel 14c. Terugwerkende kracht

De extra reisvoorziening wordt uitsluitend met terugwerkende kracht toegekend voor de maand of maanden waarover een student voor wie de aanspraak op de reguliere reisvoorziening reeds was geëindigd een bedrag als bedoeld in artikel 3.27, tweede lid, van de Wsf 2000 aan de Minister is verschuldigd.

Artikel 14d. Vorm

De extra reisvoorziening wordt toegekend in de vorm van een prestatiebeurs.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 14e. Weigeringsgrond

Geen tegemoetkoming wordt toegekend aan een student van wie de aanspraak op tegemoetkoming pas ontstaat na het studiejaar 2022–2023.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 16. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling tegemoetkoming studenten in verband met de uitbraak van COVID-19.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

I.K. van Engelshoven

Naar boven