Besluit vaststelling bedragen per eenheid uitkering gemeentefonds uitkeringsjaar 2018

[Regeling materieel uitgewerkt per 09-06-2022.]
Geraadpleegd op 17-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 30-04-2024.
Geldend van 09-06-2020 t/m heden

Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën van 6 april 2020, nr. 2020-0000165029, tot vaststelling van de bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor het uitkeringsjaar 2018

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 9, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluiten:

Artikel 1

Voor het uitkeringsjaar 2018 worden de bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, vastgesteld overeenkomstig bijlage 1.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.W. Knops

De Staatssecretaris van Financiën,

J.A. Vijlbrief

Bijlage 1. De bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor het uitkeringsjaar 2018 (bijlage bij artikel 1)

Nr.

Verdeelmaatstaf

Bedrag per eenheid in € (tenzij anders aangegeven)

1

OZB woningen eigenaren

-0,1054%

1a

OZB niet-woningen eigenaren

-0,1562%

1b

OZB niet-woningen gebruikers

-0,1259%

2

Inwoners

153,67

3

Eenouderhuishoudens

208,50

3a

Eenpersoonshuishoudens

21,61

4

Jongeren

242,65

4a

Extra groei jongeren

256,36

5

Ouderen

79,63

5a

Inwoners 75 tot 85 jaar

26,25

6a

Inwoners waddengemeenten t/m 2500

201,79

6b

Inwoners waddengemeenten 2501 t/m 7500

132,44

6c

Inwoners waddengemeenten vanaf 7501

33,62

7

Huishoudens met een laag inkomen

29,75

7a

Huishoudens met een laag inkomen met drempel

459,51

7b

Huishoudens

90,50

8

Bijstandsontvangers

2.120,26

8a

Loonkostensubsidie

1.930,16

11

Uitkeringsontvangers

85,71

12

Minderheden

320,55

12a

Minderheden met drempel

325,13

13

Klantenpotentieel lokaal

39,20

14

Klantenpotentieel regionaal

22,37

15

Leerlingen VO

370,50

15a

Leerlingen (V)SO

230,78

15b

Extra groei leerlingen VO

220,56

15c

Achterstandsleerlingen met drempel

2.312,25

16

Land

41,17

18

Land * bodemfactor gemeente

26,89

19

Binnenwater

38,01

20

Buitenwater

22,97

21

Oppervlak bebouwing

595,42

22

Oppervlak bebouwing woonkern * bodemfactor woonkern

3.088,99

22a

Oppervlak bebouwing woonkern

2.302,40

23

Oppervlak bebouwing buitengebied * bodemfactor buitengebied

1.524,77

23a

Oppervlak bebouwing buitengebied

1.936,54

24

Woonruimten

57,54

25

Woonruimten * bodemfactor woonkern

50,79

27a

Historische kernen < 40 ha

3.222,18

27b

Historische kernen 40 – 64 ha

6.949,33

27c

Historische kernen > 64 ha

15.101,86

28

Historische waterweg

15,58

29

Bewoonde oorden 1930

31,50

30

Woningen 1930 in bewoonde oorden

85,74

31

ISV, onderdeel a

6.133.771,60

31a

ISV, onderdeel b

3.764.536,49

32

Omgevingsadressendichtheid

71,68

32a

Omgevingsadressendichtheid met drempel

23,72

34

Oeverlengte * bodemfactor gemeente

11,72

35

Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor

5,82

36

Meerkernigheid

9.065,28

36a

Grote woonkernen

55.518,40

37

Meerkernigheid * bodemfactor buitengebied

14.875,86

38

Bedrijven

76,36

38a

Belastingcapaciteit niet-woningen (in miljoen)

380,70

39

Vast bedrag voor iedere gemeente

237.799,08

40

Vast bedrag voor Amsterdam

104.966.340,63

41

Vast bedrag voor Rotterdam

64.491.778,38

42

Vast bedrag voor Den Haag

51.002.420,84

43

Vast bedrag voor Utrecht

30.708.535,84

44

Vast bedrag Waddengemeenten

150.164,11

44a

Vast bedrag Baarle-Nassau

237.799,08

Naar boven