Subsidieregeling zij-instroom PO G5

[Regeling vervalt per 19-05-2025.]
Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 19-05-2020 t/m heden

Subsidieregeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 14 mei 2020, nr. 23947781, houdende regels voor de subsidiëring van de integrale aanpak van zij-instroom primair onderwijs in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, en Almere (Subsidieregeling zij-instroom PO G5)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1. van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 3. Te subsidiëren activiteiten

  • 1 De minister kan aan een aanvrager voor de schooljaren 2020–2021, 2021–2022, 2022–2023 en 2023–2024 subsidie verstrekken voor de uitvoering van een activiteitenplan voor zij-instroom in het primair onderwijs in de G5.

  • 2 Per gemeente is er één aanvrager.

  • 3 Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien sprake is van cofinanciering. De cofinanciering bedraagt ten minste één derde deel van de subsidiabele kosten, en dient in geld of in geld waardeerbaar te zijn.

  • 4 De activiteiten in het activiteitenplan richten zich op het verbeteren van het voortraject, de opleiding en begeleiding van zij-instromers op scholen in de G5.

  • 5 De activiteiten worden uitgevoerd in de vier schooljaren genoemd in het eerste lid en in de periode tussen de subsidieaanvraag en de aanvang van schooljaar 2020–2021.

  • 6 Het activiteitenplan wordt na vaststelling van de subsidie openbaar gemaakt met inachtneming van de voorschriften uit de Algemene verordening gegevensbescherming.

Artikel 4. Subsidieplafond en verdeling

Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is een bedrag beschikbaar van € 36 miljoen dat als volgt wordt verdeeld over de G5:

Gemeente

Bedrag

Amsterdam

€ 12.112.148

Rotterdam

€ 9.084.112

Den Haag

€ 8.074.768

Utrecht

€ 4.037.384

Almere

€ 2.691.588

Artikel 5. De aanvraag

  • 1 De aanvraag kan worden ingediend vanaf 19 mei 2020 tot en met 7 juni 2020. De aanvraag tot verlening van een subsidie bevat een activiteitenplan en een begroting.

  • 2 Het activiteitenplan bevat naast de onderdelen van artikel 3.4 van de kaderregeling in ieder geval een beschrijving van:

    • a. de besturen en lerarenopleidingen die deelnemen aan de uitvoering van het activiteitenplan;

    • b. het aantal zij-instromers dat op jaarbasis kan starten;

    • c. een beschrijving hoe het voortraject, de opleiding en begeleiding van zij-instromers worden vormgegeven, zodanig dat de opleiding en begeleiding van zij-instromers verbetert;

    • d. de wijze waarop de opbrengsten worden gedeeld, verspreid en geborgd.

  • 4 De aanvraag vermeldt een contactpersoon die gedurende de looptijd van de subsidie als aanspreekpunt fungeert.

  • 5 De aanvraag wordt mede ondertekend door alle besturen en lerarenopleidingen die deelnemen aan de uitvoering van het activiteitenplan. Hiermee verklaren zij gezamenlijk het activiteitenplan uit te voeren. Ook verklaren zij dat zij alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoording van de besteding van de subsidie door de aanvrager op diens verzoek aan de aanvrager zullen verstrekken.

  • 6 De gemeente ondertekent de aanvraag als cofinancier.

  • 7 De aanvraag geschiedt met behulp van het format dat via de website van DUS-I beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 6. Verantwoordelijkheden aanvrager

  • 1 De subsidie wordt aangevraagd door en verstrekt aan de aanvrager.

  • 2 De aanvrager is verantwoordelijk voor het beheer van de subsidie, in overeenstemming met het activiteitenplan en de begroting.

  • 3 De aanvrager is verantwoordelijk voor het indienen van de tussenrapportage en de eindrapportage, bedoeld in artikel 8 van deze regeling. De tussenrapportage en de eindrapportage worden openbaar gemaakt met inachtneming van de voorschriften uit de Algemene verordening gegevensbescherming.

  • 4 De aanvrager is verantwoordelijk voor alle aan de subsidie verbonden verplichtingen, ongeacht welke van de samenwerkende partijen feitelijk is belast met de uitvoering van de daarop betrekking hebbende werkzaamheden.

Artikel 7. Uitbetaling en vaststelling

  • 1 De subsidie wordt uiterlijk op 31 juli 2020 direct vastgesteld.

  • 2 Het vastgestelde subsidiebedrag wordt in vier gelijke delen uitbetaald. De eerste uitbetaling geschiedt in augustus 2020. De overige drie delen worden jaarlijks in september uitbetaald.

  • 4 Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten passend bij het doel van deze regeling.

Artikel 8. Tussenrapportage

  • 1 De aanvrager toont jaarlijks aan de hand van een tussenrapportage aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2 De tussenrapportage wordt jaarlijks voor 15 oktober gericht aan DUS-I. De eerste tussenrapportage wordt voor 15 oktober 2021 aangeleverd.

  • 3 De tussenrapportage bevat:

    • a. een overzicht van de gerealiseerde activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt;

    • b. een beschrijving van de met de activiteiten gerealiseerde doelstellingen, resultaten of producten;

    • c. een beschrijving in hoeverre is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • d. voor zover van toepassing, een vergelijking van de gerealiseerde activiteiten en doelstellingen en de in het activiteitenplan voorgenomen activiteiten en nagestreefde doelstellingen waarbij een toelichting op de verschillen wordt gegeven;

    • e. een geactualiseerd activiteitenplan en een geactualiseerde begroting, met een toelichting op gedane aanpassingen, op basis van de resultaten.

  • 4 In het laatste subsidiejaar dient de subsidieontvanger uiterlijk op 15 oktober 2024 in plaats van een tussenrapportage een eindrapportage in bij DUS-I, waarin wordt aangetoond dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 5 De eindrapportage bevat de onderdelen bedoeld in het derde lid.

  • 6 De tussenrapportages en de eindrapportage worden na vaststelling openbaar gemaakt met inachtneming van de voorschriften uit de Algemene verordening gegevensbescherming.

  • 7 De tussen- en de eindrapportage worden opgesteld aan de hand van het format dat via de website van de DUS-I beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 9. Monitor- en effectonderzoek

Besturen en lerarenopleidingen die betrokken zijn bij de uitvoering van het activiteitenplan werken desgevraagd mee aan een door of namens de minister ingestelde monitor- en effectonderzoek.

Artikel 10. Inwerkingtreding en geldingsduur

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na inwerkingtreding.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

A. Slob

Naar boven