Regeling vierjarige subsidies Nederlands Letterenfonds 2021–2024

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 13-03-2024 en zichtdatum 13-03-2024.
Geldend van 21-12-2019 t/m heden

Regeling vierjarige subsidies Nederlands Letterenfonds 2021–2024

Het bestuur van het Nederlands Letterenfonds

Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid

Besluit

§ 1. Algemeen

Artikel 1.1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • auteurs: professionele literaire makers, waaronder schrijvers en vertalers;

  • het bestuur: het bestuur van de Stichting Nederlands Letterenfonds;

  • bestuursorgaan: een bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht;

  • eigen inkomsten: de baten in de jaarrekening, te weten:

    • a. publieksinkomsten

    • b. overige inkomsten, te weten:

      • directe opbrengsten: sponsorinkomsten en overige inkomsten;

      • indirecte opbrengsten en

      • overige bijdragen.

      Onder eigen inkomsten worden in elk geval niet begrepen de volgende baten:

      • subsidies die zijn verstrekt door een bestuursorgaan;

      • overige bijdragen uit publieke middelen;

      • rentebaten;

      • bijdragen in natura;

      • kapitalisatie van vrijwilligers;

      • waardering vrijkaarten en

      • overige baten die geen relatie hebben met cultureel ondernemerschap.

  • Het Letterenfonds: de Stichting Nederlands Letterenfonds;

  • literatuur-educatie: activiteiten gericht op het binnen- of buitenschools stimuleren van het lezen van literatuur en/of creatief schrijven;

  • andere overheden: provincies of gemeenten;

  • landelijk belang: activiteiten op het terrein van de literatuur die onderscheidend zijn in kwaliteit zowel landelijk als in hun eigen omgeving;

  • liquiditeit: vlottende activa gedeeld door vlottende passiva;

  • literatuur: Nederlandstalige en/of Friestalige literatuur;

  • literair: de Nederlandstalige en/of Friestalige literatuur betreffende;

  • manifestatie: reeks van onderling samenhangende activiteiten die jaarlijks onder een gemeenschappelijke noemer worden georganiseerd op het terrein van literatuur in de volle breedte;

  • Nederland: het land Nederland, inclusief de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba;

  • solvabiliteit: het eigen vermogen gedeeld door het vreemd vermogen;

  • subsidieperiode: de periode van 2021 tot en met 2024;

  • talentontwikkeling: activiteiten gericht op:

    • de ontwikkeling van meer gevorderde auteurs op andere dan doorgaans door hen beoefende literaire terreinen;

    • het ontwikkelen van talent (waaronder programmeurs) binnen de instelling van de aanvrager;

    • het begeleiden van talentvolle beginnende auteurs naar de professionele literaire praktijk – waaronder niet wordt begrepen het bevorderen of begeleiden van amateurschrijvers, educatieve doelstellingen of het stimuleren van cultuurparticipatie van jongeren;

  • totale baten: het totaal aan financiële middelen waarover de aanvrager jaarlijks beschikt om de voornemens met betrekking tot de activiteiten van de aanvrager, te verwezenlijken en de kosten van de organisatie te dekken.

Artikel 1.2. Doel

Het Letterenfonds beoogt door meerjarige subsidieverlening op grond van deze regeling een bijdrage te leveren aan de kwaliteit en diversiteit van het literaire landschap en bij een breed publiek belangstelling te wekken voor en kennis te vergroten van literatuur.

Artikel 1.3. Subsidieperiode

  • 1 Subsidie wordt verstrekt voor de duur van de subsidieperiode.

  • 2 Het bestuur kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid besluiten subsidie te verlenen voor een kortere periode als de financiële gegevens met betrekking tot de aanvrager daartoe aanleiding geven.

Artikel 1.4. Weigeringsgronden en algemene drempelnorm

  • 2 Subsidie wordt in ieder geval geweigerd, voor zover de aanvrager in de aanvraag niet verklaart dat hij de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie onderschrijft en dat hij aansluit bij bestaande afspraken over honorering en de sociale dialoog tussen werkgevers-opdrachtgevers en werknemers-opdrachtnemers.

  • 3 Het bestuur kan subsidie weigeren:

    • a. als de aanvrager geen rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is;

    • b. als de aanvrager zich uitsluitend bezighoudt met wetenschap of een organisatie is met winstoogmerk;

    • c. als de aanvrager in de voorgaande twee jaar niet heeft voldaan aan een of meer aan een subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen, waaronder in elk geval ook vallen het juist en tijdig afronden van de gesubsidieerde activiteiten, het tijdig melden van relevante veranderingen in de uitvoering en het juist en tijdig verantwoorden van de activiteiten;

    • d. als de aanvrager in 2019 geen twee- of vierjarige subsidie van het Letterenfonds ontving dan wel, indien die subsidie in totaal, inclusief incidentele subsidies, lager was dan € 70.000,–;

    • e. als de totale baten van de aanvrager van een manifestatie-subsidie in 2018 minder dan € 200.000,– bedroegen;

    • f. als de totale baten van de aanvrager van een literatuur-educatie subsidie in 2018 minder dan € 150.000,– bedroegen;

    • g. als de aanvraag onvoldoende concreet is met betrekking tot de uit te voeren activiteiten;

    • h. als de aanvrager niet aan het bepaalde in deze regeling voldoet.

  • 4 Een aanvrager dient te kunnen aantonen dat een substantiële financiële bijdrage is verleend of toegezegd door andere overheden voor de structurele kosten van de organisatie:

    • a. voor de duur van de jaren 2019 en 2020, en,

    • b. voor de duur van de subsidieperiode.

  • 5 Het bestuur kan besluiten om een aanvraag die niet voldoet aan het vereiste genoemd in het vierde lid, onder b, in behandeling te nemen mits de aanvrager aannemelijk maakt dat redelijkerwijze te verwachten is dat binnen een bepaalde tijd wel aan dit vereiste zal zijn voldaan. Het bestuur kan in dat geval opschortende of ontbindende voorwaarden verbinden aan het besluit om de aanvraag te honoreren.

Artikel 1.5. Hoogte subsidie

  • 1 De hoogte van de subsidie wordt gebaseerd op de omvang van de organisatie en de activiteiten van de aanvrager.

  • 2 De aanvragen worden aan de hand van de totale baten van de aanvrager in 2018 geplaatst in de volgende categorieën waarbij een aanvrager maximaal één categorie kan dalen ten opzichte van de indeling genoemd in het vorige lid en niet kan stijgen:

  • 3 De categorieën met betrekking tot de manifestatie-subsidies zijn de volgende:

    • a. categorie MA: maximaal € 245.000 per jaar indien de totale baten van de aanvrager in 2018 meer dan € 800.000,– bedragen;

    • b. categorie MB: maximaal € 190.000 per jaar indien de totale baten van de aanvrager in 2018 tussen de € 500.000,– en € 800.000,– bedragen;

    • c. categorie MC: maximaal € 120.000 per jaar indien de totale baten van de aanvrager in 2018 tussen de € 200.000,– en € 500.000,– bedragen.

  • 4 In categorie MA kunnen maximaal drie subsidies worden verstrekt, waarvan maximaal twee van € 245.000,–

  • 5 Het bestuur kan besluiten dat een aanvraag in categorie MA slechts in aanmerking komt voor een subsidie van € 210.000,–, wanneer uit de in 2018 aan het Letterenfonds verstrekte prestatiegegevens bij de goedgekeurde jaarrekening blijkt dat het totaal aantal bezoekers en deelnemers aan activiteiten dat met behulp van subsidie is gerealiseerd lager is dan 10.000.

  • 6 De categorieën met betrekking tot de subsidies literatuur-educatie zijn de volgende:

    • a. categorie EA: maximaal € 270.000 per jaar indien de totale baten van de aanvrager in 2018 meer dan € 800.000,– bedragen;

    • b. categorie EB: maximaal € 120.000 per jaar indien de totale baten van de aanvrager in 2018 tussen de € 400.000,– en € 800.000,– bedragen;

    • c. categorie EC: maximaal € 100.000,– per jaar indien de totale baten van de aanvrager in 2018 tussen de € 150.000,– en € 400.000,– bedragen.

  • 7 In de aanvraag wordt onderbouwd dat het niveau van de totale baten gedurende de subsidieperiode gehandhaafd blijft.

  • 8 Het bestuur verleent niet een bedrag dat meer is dan het subsidiebedrag zoals aangevraagd.

  • 9 Het bestuur kan besluiten dat een aanvraag in een lagere categorie wordt geplaatst indien de eigen inkomsten ten opzichte van de overige baten onvoldoende zijn dan wel indien naar het oordeel van het bestuur de verhouding tussen organisatie- en activiteitenlasten uit balans is.

Artikel 1.6. Subsidieplafonds en soorten

  • 1 Er zijn twee soorten subsidies, te weten een manifestatie-subsidie als bedoeld in § 3 en een literatuur-educatie-subsidie als bedoeld in § 4.

  • 2 Het bestuur verstrekt in totaal maximaal zes manifestatie-subsidies volgens de verdeling genoemd in artikel 1.5, derde lid.

  • 3 Het bestuur verstrekt aan subsidies literatuur-educatie volgens de verdeling genoemd in artikel 1.5, zesde lid, maximaal één in categorie EA, één in categorie EB en één in categorie EC.

  • 4 Per kalenderjaar is € 1.130.000,– beschikbaar voor het verstrekken van manifestatie-subsidie en € 490.000,– voor literatuur-educatie-subsidie.

  • 5 De in dit artikel genoemde bedragen en maxima gelden als subsidieplafond. Het bestuur kan een eerder vastgesteld subsidieplafond verhogen of verlagen.

  • 6 Een besluit tot het vaststellen, verhogen of verlagen van een subsidieplafond wordt bekendgemaakt via de website van het Letterenfonds.

§ 2. Procedure

Artikel 2.1. Indieningsperiode en termijn

Aanvragen dienen uiterlijk 3 maart 2020 om 17.00 uur door het Letterenfonds te zijn ontvangen.

Artikel 2.2. Aanvraagformulier

  • 1 Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met behulp van een door het bestuur opgesteld formulier voor de betreffende periode en soort als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid.

  • 2 Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het Letterenfonds en vergezeld gaat van de vereiste bijlagen.

Artikel 2.3. Soorten subsidie

De aanvrager kan voor niet meer dan één soort subsidie aanvragen en dient in zijn aanvraag te vermelden voor welke subsidie hij een aanvraag indient, te weten voor:

  • a. een manifestatie-subsidie als bedoeld in § 3; of

  • b. een literatuur-educatie-subsidie als bedoeld in § 4.

Artikel 2.4. Adviescommissie

  • 1 Aanvragen worden voor advies voorgelegd aan de adviescommissie meerjarige subsidies.

  • 2 De adviescommissie beoordeelt de aanvragen aan de hand van de per soort bepaalde beoordelingscriteria.

  • 3 De adviescommissie kan daarbij gebruik maken van eerder aan het Letterenfonds uitgebrachte adviezen en rapportages.

  • 4 De adviescommissie adviseert over de subsidiehoogte met inachtneming van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 2.5. Honorering en verdeling budget

  • 1 Over de honorering van de aanvragen en de verdeling van het budget wordt voor manifestatie- of literatuur-educatie-subsidies afzonderlijk geadviseerd en besloten.

  • 2 De adviescommissie verdeelt de aanvragen onder in twee groepen: de Groep Honoreren en de Groep Niet Honoreren.

  • 3 Als de subsidieplafonds ontoereikend zijn om alle subsidiabele aanvragen te honoreren, worden de aanvragen in een rangorde geplaatst op basis van de van toepassing zijnde criteria.

  • 4 Het bestuur verdeelt de beschikbare manifestatie-subsidies volgens de rangorde, waarbij aanvragen worden toegewezen of gedeeltelijk toegewezen totdat het in artikel 1.6, tweede lid, genoemde maximum of het subsidieplafond genoemd in artikel 1.6, vierde lid, is bereikt. Het bestuur honoreert daarbij eerst de aanvragen in de Groep Honoreren voor categorie MA zoals bedoeld in artikel 1.5, derde lid, vervolgens honoreert het bestuur de aanvragen voor categorie MB en tenslotte die voor categorie MC. De resterende aanvragen worden afgewezen.

  • 5 Het bestuur verdeelt de beschikbare literatuur-educatie-subsidies volgens de rangorde, waarbij aanvragen worden toegewezen of gedeeltelijk toegewezen totdat het in artikel 1.6, zesde lid, genoemde maximum of het subsidieplafond genoemd in artikel 1.6, vierde lid, is bereikt. Het bestuur honoreert daarbij eerst de aanvragen in de Groep Honoreren voor categorie EA zoals bedoeld in artikel 1.5, zesde lid, totdat het maximum is bereikt, vervolgens honoreert het bestuur de aanvragen voor categorie EB tot het maximum is bereikt en tenslotte die voor categorie EC tot aan het maximum. De resterende aanvragen worden afgewezen.

  • 6 Indien het bestuur een subsidieplafond verhoogt, wordt eerst het subsidiebedrag van een aanvraag die wegens ontoereikendheid van het budget gedeeltelijk was toegewezen alsnog verhoogd tot het subsidiebedrag genoemd in artikel 1.5, zesde lid. Vervolgens wordt steeds de eerstvolgende aanvraag in de Groep Honoreren toegewezen voor het geadviseerde subsidiebedrag totdat het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 2.6. Besluit

  • 1 Het bestuur informeert de aanvrager binnen 22 weken na de uiterlijke indieningsdatum schriftelijk over zijn besluit.

  • 2 Als het besluit samenhangt met een subsidiebeslissing van een ander bestuursorgaan, dan kan het bestuur een ontbindende voorwaarde in zijn besluit opnemen.

§ 3. Manifestatie-subsidie

Artikel 3.1. Aanvrager

De aanvrager is een organisatie die in hoofdzaak is gericht op het op continue basis organiseren van jaarlijks minimaal één manifestatie en andere activiteiten van (inter)nationale betekenis door het jaar heen die een wezenlijke bijdrage leveren aan de kwaliteit en diversiteit van het literaire landschap, belangstelling wekken voor de literatuur en bijdragen aan de opbouw en het bereiken van een (inter)nationaal publiek voor die activiteiten.

Artikel 3.2. Drempelnormen

  • 1 Een aanvrager die in aanmerking wil komen voor een manifestatie-subsidie:

    • a. organiseerde in 2018 en 2019 één of meer manifestaties en andere activiteiten met jaarlijks in totaal ten minste 3.500 bezoekers;

    • b. behaalde gemiddeld over de jaren 2018 en 2019 een substantieel deel aan eigen inkomsten binnen het totaal aan baten ten behoeve van de exploitatie van de aanvrager;

    • c. toont aan dat minimaal 50% van de activiteiten waarvoor manifestatie-subsidie wordt aangevraagd in Nederland plaatsvindt;

    • d. maakt bij activiteiten buiten Nederland aannemelijk dat er een partner uit het betreffende land in aanzienlijke mate betrokken is bij en financieel bijdraagt aan de organisatie en uitvoering van die activiteiten;

    • e. toont aan dat de solvabiliteit en de liquiditeit in 2019 voldoende zijn;

  • 2 Het bestuur kan besluiten om een aanvraag die niet voldoet aan de drempelnormen in behandeling te nemen als de aanvrager slechts in zeer beperkte mate hieraan niet voldoet. Het bestuur kan in dat geval voorwaarden verbinden aan het besluit om de aanvraag te honoreren. Het besluit om voorwaarden te stellen, is afhankelijk van de mate waarin de aanvraag niet voldoet aan de drempelnormen.

Artikel 3.3. Beoordelingscriteria

  • 1 De adviescommissie beoordeelt de ingediende aanvragen aan de hand van de volgende criteria:

    • a. artistieke visie, missie en profiel;

    • b. artistieke kwaliteit (onderscheidendheid) en omvang manifestaties en activiteiten;

    • c. vernieuwing;

    • d. publieksbereik en inbedding;

    • e. kwaliteit organisatie en professionaliteit bedrijfsvoering.

  • 2 In geval meerdere organisaties op de laagste positie in de rangorde uitkomen die kan worden gehonoreerd voordat het subsidieplafond wordt bereikt, wordt prioriteit gegeven aan de aanvraag die het meest bijdraagt aan geografische spreiding over het hele land.

§ 4. Literatuur-educatie-subsidie

Artikel 4.1. Aanvrager

De aanvrager is ofwel een organisatie van landelijk belang die vrijwel uitsluitend en op continue basis gericht is op het organiseren van educatieve activiteiten op het terrein van poëzie voor schoolgaande jongeren in Nederland ofwel een organisatie waarvan de kernactiviteiten zijn het organiseren van literatuur-educatie voor de jeugd en het organiseren van literaire manifestaties die in hoofdzaak gericht zijn op jongeren.

Artikel 4.2. Drempelnormen

  • 1 Een aanvrager die in aanmerking wil komen voor een literatuur-educatie subsidie:

    • heeft minimaal drie jaar op continue basis literaire educatieve activiteiten voor jeugd georganiseerd;

    • toont aan dat de door hem georganiseerde activiteiten landelijk aangeboden zijn geweest;

    • bereikte daarmee jaarlijks tenminste 3.500 deelnemers (binnen- dan wel buitenschools);

    • toont, in geval een subsidie van € 270.000,– wordt aangevraagd, aan dat hij over de jaren 2018 en 2019 een substantieel deel aan eigen inkomsten binnen het totaal aan baten ten behoeve van de exploitatie van de aanvrager heeft behaald.

  • 2 Het bestuur kan besluiten om een aanvraag die niet voldoet aan de drempelnormen in behandeling te nemen als de aanvrager slechts in zeer beperkte mate hieraan niet voldoet. Het bestuur kan in dat geval voorwaarden verbinden aan het besluit om de aanvraag te honoreren. Het besluit om voorwaarden te stellen, is afhankelijk van de mate waarin de aanvraag niet voldoet aan de drempelnormen.

Artikel 4.4. Beoordeling

De adviescommissie beoordeelt de ingediende aanvragen aan de hand van de volgende criteria:

  • a. visie op literatuureducatie, missie en profiel;

  • b. literair-educatieve kwaliteit (onderscheidendheid) en omvang van de activiteiten;

  • c. vernieuwing bij literatuur-educatie en leesbevordering;

  • d. publieksbereik en inbedding;

  • e. kwaliteit organisatie en professionaliteit bedrijfsvoering.

§ 5. verige bepalingen

Artikel 5.1. Aan subsidie verbonden verplichtingen

  • 1 De ontvanger van subsidie meldt onverwijld aan het bestuur als:

    • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;

    • b. niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; en

    • c. er aanzienlijke artistieke of zakelijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

  • 2 Op alle publiciteitsuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten plaatst de ontvanger van subsidie het logo van het Letterenfonds.

  • 3 De ontvanger van subsidie zendt het Letterenfonds tijdig uitnodigingen voor de gesubsidieerde activiteiten.

  • 4 Het bestuur kan bij beschikking andere dan de in het eerste en tweede lid opgenomen verplichtingen aan subsidie verbinden.

Artikel 5.2. Beperking

De ontvanger van subsidie op basis van deze regeling kan in de periode waarop die subsidie betrekking heeft, geen aanspraak maken op subsidie voor dezelfde activiteiten op basis van andere deelregelingen van het Letterenfonds.

Artikel 5.3. Verantwoording

  • 1 De aanvrager stuurt jaarlijks voor 1 april een verantwoording in van de uitgevoerde activiteiten in het vorige kalenderjaar.

  • 2 De verantwoording omvat een inhoudelijk en een financieel deel. De inhoudelijke verantwoording bestaat uit een verslag over de verrichte activiteiten waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 3 De financiële verantwoording sluit aan op de ingediende begroting en gaat bij subsidies die voor twee jaar tezamen een bedrag van € 125.000 overstijgen vergezeld van een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De verklaring dient te zijn opgesteld overeenkomstig een door het bestuur vast te stellen protocol.

  • 5 Het bestuur kan nadere voorwaarden stellen aan de inrichting van de verantwoording.

  • 6 De subsidieontvanger werkt mee aan dan wel draagt er zorg voor dat de accountant meewerkt aan onderzoeken naar de door de accountant verrichte (controle)werkzaamheden door een door het bestuur van het Letterenfonds aan te wijzen partij. De daaraan verbonden kosten worden geacht te zijn begrepen in de subsidie.

Artikel 5.4. Vaststelling subsidie

  • 1 Het bestuur stelt de subsidie vast na ontvangst van de complete inhoudelijke en financiële verantwoording over de vier jaren waarover subsidie is verstrekt.

  • 2 Als de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen stelt het bestuur de subsidie binnen 22 weken overeenkomstig de verlening vast.

  • 3 Als het bestuur overweegt de subsidie lager vast te stellen wordt de aanvrager hierover uiterlijk binnen 4 maanden na de datum waarop de jaarverantwoording moest worden ingediend geïnformeerd.

Artikel 5.5. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 5.6. Hardheidsclausule

Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 5.7. Inwerkingtreding en vervaldatum

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5.8. Intrekking

  • 1 De Regeling meerjarige subsidies Nederlandse literaire manifestaties 2017–2020 wordt ingetrokken.

  • 2 Op subsidies die zijn verstrekt op basis van de in het eerste lid genoemde regeling, blijft het bepaalde in die regeling van toepassing.

Artikel 5.9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vierjarige subsidies Nederlands Letterenfonds 2021–2024.

Deze regeling zal na goedkeuring door de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap in de Staatscourant worden geplaatst.

Het Nederlands Letterenfonds,

T.R.F.M. Perez,

directeur-bestuurder