Regeling vaststelling tijdelijke subsidieregeling pilot journalistieke professionalisering [...] Stimuleringsfonds voor de Journalistiek 2019

[Regeling vervallen per 01-12-2021.]
Geraadpleegd op 30-04-2024.
Geldend van 28-11-2019 t/m 18-10-2020

Regeling van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek van 19 november 2019, nr 1119, tot vaststelling van een tijdelijke subsidieregeling pilot journalistieke professionalisering lokale publieke media-diensten

Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 8.3 en 8.15a van de Mediawet 2008;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Journalistieke professionalisering: de uitbouw, de versteviging of de intensivering van de eigen bestaande gestructureerde onafhankelijke nieuwsvoorziening van lokale publieke media-instellingen in hun verzorgingsgebied.

  • Lokale publieke media-instelling: instelling die op grond van titel 2.3 van de Mediawet 2008 is aangewezen voor de verzorging van een lokale publieke mediadienst voor één of meer gemeenten.

Hoofdstuk 2. Te subsidiëren activiteiten en subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

Artikel 2. Te subsidiëren activiteiten en kosten

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

  • 1 Het Stimuleringsfonds kan subsidie verstrekken voor het creëren van nieuwe arbeidsplaatsen als onderdeel van projecten van ten hoogste één jaar die gericht zijn op journalistieke professionalisering.

  • 2 Op grond van deze regeling kan subsidie worden verstrekt als bijdrage in:

    • a. De kosten van een passende beloning van medewerkers op nieuw te creëren arbeidsplaatsen uitsluitend ten behoeve van de journalistieke professionalisering;

    • b. Bijkomende kosten tot ten hoogste tien procent van de toegekende subsidie van activiteiten die daarmee rechtstreeks verband houden en die van toegevoegde waarde zijn voor een project.

  • 3 Onder het creëren van nieuwe arbeidsplaatsen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, wordt verstaan het in dienst nemen of anderszins te werk stellen van medewerkers die zich tijdens de projectperiode van (ten hoogste twee keer) een jaar of een gedeelte daarvan volledig toeleggen op journalistieke professionalisering of andere werkzaamheden verrichten die daarvoor essentieel zijn;

  • 4 Het Stimuleringsfonds kan nadere richtlijnen vaststellen omtrent de aard van de werkzaamheden en kosten. Deze richtlijnen worden gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds www.svdj.nl.

Artikel 3. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

  • 1 Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is per jaar € 2,85 miljoen beschikbaar. Tenminste vijftig procent van het beschikbare bedrag is bestemd voor projecten van aanvragers als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdelen a en b, met een jaarbegroting respectievelijk gezamenlijke jaarbegroting van € 600.000 of meer. Als na subsidieverlening het in de tweede volzin bedoelde beschikbare bedrag niet geheel is gebruikt, kan het resterende deel gebruikt worden voor projecten van andere aanvragers.

  • 2 Per aangevraagd project kan subsidie worden verstrekt voor ten hoogste een bedrag van € 275.000.

  • 3 Subsidieverstrekking bedraagt nooit meer dan de jaaromzet van de lokale publieke media-instelling, dan wel in het geval, bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, de gezamenlijke omzet van de betrokken lokale publieke media-instellingen. Die al dan niet gezamenlijke jaaromzet bedraagt tenminste € 80.000,–.

  • 4 Voor het creëren van een nieuwe arbeidsplaats op voltijdbasis kan een subsidie worden verstrekt van maximaal € 50.000,– per jaar in de passende beloning van een nieuwe medewerker op een nieuwe arbeidsplaats als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a.

    Bij arbeidsplaatsen voor minder dan voltijdbasis gelden naar rato lagere bedragen.

  • 5 De aanvrager is verantwoordelijk voor een passende beloning. In afwijking van het vierde lid kan het Stimuleringsfonds een hogere subsidie verstrekken als de subsidieaanvrager kan aantonen dat zijn financiële mogelijkheden ontoereikend zijn om in een passende beloning te voorzien.

  • 6 Bij overschrijding van een subsidieplafond kan het Stimuleringsfonds een subsidie weigeren voor zover door de verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden. Artikel 9, vierde lid, is van toepassing.

Hoofdstuk 3. Subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

Artikel 4. Subsidieaanvrager

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

  • 1 Subsidie wordt op aanvraag verleend.

  • 2 Aanvragen kunnen worden ingediend door:

    • a. Zelfstandig opererende lokale publieke media-instellingen die op grond van titel 2.3 van de Mediawet 2008 door het Commissariaat voor de Media zijn aangewezen; en

    • b. Lokale publieke media-instellingen in een samenwerkingsverband of die aantoonbaar de intentie hebben een dergelijk samenwerkingsverband aan te gaan, mits alle betrokken lokale publieke media-instellingen op grond van titel 2.3 van de Mediawet 2008 door het Commissariaat voor de Media zijn aangewezen.

Artikel 5. Subsidieaanvraag

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

  • 1 Een aanvraag wordt uitsluitend ingediend door middel van het invullen en ondertekenen van een door het Stimuleringsfonds vastgesteld aanvraagformulier op de website van het Stimuleringsfonds www.svdj.nl volgens de daarbij vermelde instructies, en omvat in ieder geval:

    • a. Een activiteitenplan;

    • b. Een begroting waaruit blijkt dat de continuïteit van de aanvrager of, in geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, van de bij de aanvraag betrokken lokale publieke media-instellingen, gewaarborgd is en er geen andere financiële omstandigheden zijn die op enigerlei wijze kunnen conflicteren met een juiste besteding van de toegekende subsidie;

    • c. Een verklaring waarin de aanvrager aangeeft vanuit onafhankelijkheid te opereren en binnen de werkzaamheden vastgestelde journalistieke uitgangspunten en waarden te hanteren en respecteren;

    • d. Een document waaruit blijkt dat de aanvrager door het Commissariaat voor de Media op grond van titel 2.3 van de Mediawet 2008 is aangewezen als lokale publieke media-instelling, welke aanwijzing geldig is gedurende de projectperiode;

    • e. In geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, een document of documenten waaruit blijkt dat de aanvrager gemachtigd is namens de aangesloten lokale publieke media-instellingen op te treden en dat alle betrokken lokale media-instellingen door het Commissariaat voor de Media op grond van titel 2.3 van de Mediawet 2008 zijn aangewezen als lokale publieke media-instelling, welke aanwijzingen geldig zijn gedurende de projectperiode.

  • 2 Het activiteitenplan beschrijft nauwkeurig de aard en de omvang van de voorgenomen activiteiten, de ambities en het einddoel van het plan.

  • 3 Het activiteitenplan bevat voorstellen voor het meten en waarderen van behaalde resultaten. Het Stimuleringsfonds kan hiervoor nadere richtlijnen vaststellen.

  • 4 De begroting heeft een duidelijke relatie met de activiteiten die worden uitgevoerd, waarbij de begrotingsposten aan de beschrijving van de uitvoering van de activiteiten gekoppeld zijn.

  • 5 Het Stimuleringsfonds bevestigt binnen een week de ontvangst van een aanvraag.

Artikel 6. Termijn indiening aanvraag

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

  • 1 Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt uitsluitend ingediend in de periode 19 november 2019 tot en met 4 december 2019.

  • 2 Het Stimuleringsfonds beoordeelt binnen een week na indiening de volledigheid van een aanvraag. De subsidieaanvrager krijgt de gelegenheid om de aanvraag zo nodig aan te vullen binnen een door het Stimuleringsfonds te bepalen termijn. Wanneer ook dan de aanvraag onvolledig is, wijst het Stimuleringsfonds de aanvraag op formele gronden af.

Hoofdstuk 4. Subsidieverlening en betaling

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

Artikel 7. Verdeling subsidie

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

Artikel 8. Criteria verdeling bij subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

  • 2 De randvoorwaardelijke criteria zijn:

    • a. Het creëren van nieuwe arbeidsplaatsen als bedoeld in artikel 2 is onderdeel van een project dat gericht is op journalistieke professionalisering;

    • b. Het project wordt uitgevoerd onder leiding van een eindverantwoordelijke persoon die aantoonbaar in staat is zowel inhoudelijk als organisatorisch het project in goede banen te leiden;

    • c. De aanvragende lokale publieke media-instelling is of, in geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, de bij de aanvraag betrokken lokale publieke media-instellingen zijn door het Commissariaat voor de Media op grond van titel 2.3 van de Mediawet 2008 aangewezen als lokale publieke media-instelling, welke aanwijzing geldig is gedurende de projectperiode; en

    • d. De aanvrager is of,in geval van een aanvraag als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, de bij een aanvraag betrokken lokale publieke media-instellingen zijn voor de projectperiode verzekerd van de reguliere bekostiging als bedoeld in artikel 2.170b van de Mediawet 2008.

  • 3 De inhoudelijke criteria zijn:

    • a. Het soortelijk gewicht van het plan: is het realistisch te veronderstellen dat dit daadwerkelijk leidt tot journalistieke professionalisering, tot meer en beter nieuws;

    • b. Ambitie: geeft de samenstelling en de beschreven ambitie van het uitvoerend team er voldoende blijk van dat de lokale nieuwsvoorziening gebaat is bij dit initiatiefen is daarbij specifiek aandacht besteed aan het aanstellen van journalisten en medewerkers die de continuïteit, de spreiding, de diepgang en de kwaliteit van het nieuws moeten verbeteren;

    • c. Samenwerking: is er binnen het project sprake van een vorm van samenwerking en in welke mate betekent dit een kruisbestuiving tussen verschillende disciplines, professies en partijen. Daarbij kan worden gedacht aan samenwerking met het onderwijs, culturele instellingen en maatschappelijke organisaties; en

    • d. Uitvoerbaarheid: zijn de gestelde doelen van het project binnen het beoogde tijdpad uit te voeren en wordt de voortgang op een adequate manier getoetst en geëvalueerd.

  • 4 Het Stimuleringsfonds beoordeelt eerst of een verzoek voldoet aan de randvoorwaardelijke criteria. Als een verzoek niet aan deze criteria voldoet, wijst het Stimuleringsfonds het verzoek op formele gronden af.

Artikel 9. Weging van de inhoudelijke criteria

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

  • 1 Aan elk van de in artikel 8, derde lid, genoemde criteria kent het Stimuleringsfonds bij de toetsing een score van 1 tot 5 toe. De optelsom van de scores bepaalt de eindscore.

  • 2 Op basis van de eindscores bepaalt het Stimuleringsfonds een rangorde die bepalend is voor de volgorde waarin subsidies worden verstrekt, waarbij aanvragers met de hoogste scores het eerst in aanmerking komen voor subsidieverstrekking.

  • 3 Bij een eindscore lager dan 12 kan het Stimuleringsfonds besluiten de aanvraag af te wijzen vanwege de onvoldoende kwaliteit, ook wanneer het subsidieplafond nog niet is bereikt.

  • 4 Als op grond van de beoordeling de in aanmerking komende aanvragen leiden tot overschrijding van een subsidieplafond, kan het Stimuleringsfonds op basis van de vastgestelde rangorde van de aanvragen een subsidie weigeren voor zover door de verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden. Daarbij wordt bij aanvragen met een gelijke eindscore subsidie evenredig geweigerd.

Artikel 10. Beslissing subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

  • 1 Het Stimuleringsfonds beslist binnen 12 weken na afloop van de periode bedoeld in artikel 6, eerste lid, op de aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a. Bij toepassing van artikel 6, tweede lid, tweede volzin, wordt de beslistermijn opgeschort met de gestelde termijn voor het aanvullen van de aanvraag.

  • 2 Bij rechtspersonen in oprichting kent het Stimuleringsfonds pas subsidie toe nadat de rechtsvorm is verkregen.

  • 3 Het Stimuleringsfonds maakt bekend door wie een aanvraag is ingediend en voor welk project en aan wie subsidie is verstrekt. Het Stimuleringsfonds kan op verzoek van de aanvrager hiervan afwijken.

Artikel 11. Betaling

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

  • 1 Na verlening van een subsidie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdelen a en b, wordt bij wijze van voorschot in twee termijnen telkens maximaal 50 procent van het verleende subsidiebedrag betaald, waarbij

    • a. De eerste termijn direct na subsidieverlening wordt betaald; en

    • b. De tweede termijn halverwege het projectjaar wordt betaald.

Hoofdstuk 5. Verplichtingen subsidieontvanger

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

Artikel 12. Medewerkings- en informatieplicht

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

  • 1 De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens het Stimuleringsfonds ingestelde onderzoeken, bijeenkomsten en overlegrondes die erop gericht zijn het Stimuleringsfonds inlichtingen te verschaffen over de voortgang en staat van projecten alsmede ten behoeve van de ontwikkeling van het door of namens het Stimuleringsfonds te voeren beleid.

  • 2 De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het Stimuleringsfonds van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie, waaronder wijzigingen in de opzet en uitvoering van een project. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd. Wijzigingen in de opzet en uitvoering van een project behoeven de goedkeuring van het Stimuleringsfonds.

  • 3 De subsidieontvanger werkt mee aan overleg over en presentatie en publicatie van tussentijdse en eindresultaten van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten met als doel projecten onder de aandacht te brengen waardoor deze ten gunste kunnen komen van andere partijen uit de sector.

  • 4 Het Stimuleringsfonds kan aan een subsidieverstrekking de verplichting verbinden dat de subsidieontvanger in zijn bekendmakingen rondom een gesubsidieerd project het Stimuleringsfonds als subsidieverstrekker vermeldt.

Hoofdstuk 6. Subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

Artikel 13. Aanvraag tot vaststelling

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

Binnen twee maanden na afloop van het project waarvoor subsidie is verleend of na beëindiging van de subsidie dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in. De aanvraag gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag. Op basis daarvan neemt het bestuur een besluit tot definitieve subsidievaststelling.

Artikel 14. Financieel verslag

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

  • 1 Het financieel verslag bevat een bestedingsverantwoording over de gehele projectperiode, afgezet tegen de begroting zoals deze bij de subsidieaanvraag is ingediend.

  • 2 Het Stimuleringsfonds kan nadere verplichtingen opleggen in verband met de inrichting van het financieel verslag en de controleverklaring.

Artikel 15. Activiteitenverslag

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

  • 1 Het activiteitenverslag bevat een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten. In geval van samenwerking wordt in het activiteitenverslag beschreven welk aandeel elk van de deelnemende partijen hierin heeft en de effecten daarvan voor het eigen bedrijf en voor zover mogelijk voor andere journalistieke actoren in de perssector.

  • 2 De inrichting van het verslag komt overeen met de inrichting van het activiteitenplan.

  • 3 Het verslag bevat, voor zover van toepassing, een analyse van verschillen tussen de voorgenomen activiteiten en beoogde resultaten, vermeld in het activiteitenplan, en de feitelijke realisatie.

Artikel 16. Controle

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

Het Stimuleringsfonds kan ten behoeve van de subsidievaststelling een door hem aan te wijzen accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek een onderzoek laten instellen naar de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie en een verklaring laten opstellen waarin deze verklaart dat de in het financiële verslag opgenomen bedragen juist en volledig zijn. De verklaring bevat tevens een oordeel over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger volgens een door het Stimuleringsfonds vastgesteld protocol.

Artikel 17. Wijziging, intrekking en terugvordering

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

  • 1 Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het Stimuleringsfonds de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, als:

    • a. De aanwijzing als lokale publieke media-instelling van het Commissariaat voor de Media gedurende de looptijd van het gesubsidieerde project afloopt en geen nieuwe aanwijzing plaatsvindt; of

    • b. De activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    • c. De subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • d. De subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid; of

    • e. De subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij het Stimuleringsfonds bij de intrekking of wijziging anders bepaalt.

  • 2 Het Stimuleringsfonds kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen:

    • a. Op grond van feiten of omstandigheden waarvan het Stimuleringsfonds bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;

    • b. Als de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten, of

    • c. Als de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan verplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij het Stimuleringsfonds bij de intrekking of wijziging anders bepaalt.

  • 3 Het Stimuleringsfonds kan onverschuldigd betaalde subsidiebedragen terugvorderen.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

Artikel 18. Evaluatie

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

Binnen 13 weken na afloop van de vervaldatum, bedoeld in artikel 19, eerste lid, evalueert het Stimuleringsfonds de uitvoering van deze regeling.

Artikel 19. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-12-2021]

Deze regeling treedt in werking op 18 november 2019 en vervalt op 28 februari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek,

F. van Exter

Naar boven