2 De uitkering bestaat uit het bedrag dat wordt berekend overeenkomstig de volgende
formule: (Qi x Pi) + (Qv x Pv) – (Qp x Bp) + (U of V) waarbij wordt verstaan onder:
Qi.het aantal intakeconsulten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b, dat in het boekjaar waarvoor de uitkering wordt verstrekt is uitgevoerd;
Pi.€ 210;
Qv.het aantal vervolgconsulten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder b, dat in het boekjaar waarvoor de uitkering wordt verstrekt is uitgevoerd;
Pv.een bedrag van € 150;
Qp.het aantal ter hand stellingen van PrEP per dertig pillen;
Bp.een eigen bijdrage van de gebruiker van € 7,50 per dertig pillen;
U.het bedrag voor de coördinatie van de medische begeleiding dat in 2022 en 2023 ten
hoogste € 10.000 bedraagt per uitvoerende GGD in het desbetreffende verzorgingsgebied,
en per verzorgingsgebied ten hoogste bedraagt:
-
1°. € 50.000 voor de provincies Noord-Holland en Flevoland,
-
2°. € 50.000 voor de provincies Overijssel en Gelderland,
-
3°. € 30.000 voor de provincies Friesland, Drenthe en Groningen,
-
4°. € 10.000 voor het deel van de provincie Zuid-Holland, bestaande uit de gemeenten Delft,
Den Haag, Leidschendam/Voorburg, Midden-Delftland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar,
Westland en Zoetermeer,
-
5°. € 30.000 voor het overige deel van de provincie Zuid-Holland, bestaande uit de gemeenten
die geen deel uitmaken van de provincie Zuid-Holland genoemd onder 4°,
-
6°. € 40.000 voor de provincies Zeeland en Noord-Brabant,
-
7°. € 20.000 voor de provincie Limburg,
-
8°. € 10.000 voor de provincie Utrecht.
V. het bedrag voor de coördinatie van de medische begeleiding, dat in 2024 ten hoogste
€ 5.000 bedraagt per uitvoerende GGD in het desbetreffende verzorgingsgebied, en per
verzorgingsgebied ten hoogste bedraagt:
-
1°. € 25.000 voor de provincies Noord-Holland en Flevoland,
-
2°. € 25.000 voor de provincies Overijssel en Gelderland,
-
3°. € 25.000 voor de provincies Friesland, Drenthe en Groningen,
-
4°. € 5.000 voor het deel van de provincie Zuid-Holland, bestaande uit de gemeenten Delft,
Den Haag, Leidschendam/Voorburg, Midden-Delftland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar,
Westland en Zoetermeer,
-
5°. € 15.000 voor het overige deel van de provincie Zuid-Holland, bestaande uit de gemeenten
die geen deel uitmaken van de provincie Zuid-Holland genoemd onder 4°,
-
6°. € 20.000 voor de provincies Zeeland en Noord-Brabant,
-
7°. € 10.000 voor de provincie Limburg,
-
8°. € 5.000 voor de provincie Utrecht.