Wet van 3 juli 2019 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
tot intrekking van de verplichting om elektronisch te procederen bij de rechtbanken
Gelderland en Midden-Nederland en tot verruiming van de mogelijkheden van de mondelinge
behandeling in het civiele procesrecht
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de verplichting om elektronisch
te procederen bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland voorlopig te beëindigen
en de mogelijkheden voor de mondelinge behandeling in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te verruimen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: