Beleidsregel mededinging en duurzaamheid 2016

[Regeling vervallen per 07-10-2023.]
Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 06-10-2016 t/m 06-10-2023

Beleidsregel van de Minister van Economische Zaken van 30 september 2016, nr. WJZ/16145098, houdende beleidsregels inzake de toepassing door de Autoriteit Consument en Markt van artikel 6, derde lid, van de Mededingingswet bij mededingingsbeperkende afspraken die zijn gemaakt ten behoeve van duurzaamheid

Artikel 1

[Regeling vervallen per 07-10-2023]

In deze beleidsregel wordt onder afspraken verstaan: overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 07-10-2023]

Bij de toepassing van artikel 6, derde lid, van de Mededingingswet op mededingingsbeperkende afspraken die zijn gemaakt ten behoeve van duurzaamheid betrekt de Autoriteit Consument en Markt bij de beoordeling of aan de voorwaarden wordt voldaan de volgende voor duurzaamheid specifieke aspecten:

  • a. bij de voorwaarde dat de afspraken dienen bij te dragen tot verbetering van de productie of van de distributie of tot bevordering van de technische of economische vooruitgang, worden tevens de voordelen die zich op langere termijn zullen voordoen meegewogen, wordt gekeken naar de voordelen voor de samenleving als geheel en wordt gekeken naar de voordelen van alle onderdelen van de afspraken die onlosmakelijk met elkaar samenhangen;

  • b. bij de voorwaarde dat de uit de verbetering van de productie of van de distributie of uit de bevordering van de technische of economische vooruitgang voortvloeiende voordelen voor een billijk aandeel de gebruikers ten goede komen, worden tevens de kwantitatieve of kwalitatieve voordelen voor de gebruikers die zich op langere termijn zullen voordoen meegewogen;

  • c. bij de voorwaarde dat de afspraken geen beperkingen opleggen die voor het realiseren van de duurzaamheidsdoelstellingen niet onmisbaar zijn, wordt in voorkomend geval rekening gehouden met het gegeven dat wanneer een onderneming zelfstandig acties verricht ten behoeve van duurzaamheid, de onderneming wegens stijgende productiekosten marktaandeel kan verliezen en de winst kan zien dalen, wat de onderneming de prikkel kan ontnemen om duurzaamheidsinitiatieven te nemen;

  • d. bij de voorwaarde dat afspraken niet de mogelijkheid geven voor een wezenlijk deel van de betrokken goederen en diensten de mededinging uit te schakelen, wordt de mogelijkheid van voldoende concurrentie op andere concurrentieparameters van het product of de dienst dan het duurzaamheidselement meegewogen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 07-10-2023]

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 07-10-2023]

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel mededinging en duurzaamheid 2016.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 september 2016

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

Naar boven