Algemene toelichting:
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2016. Zie het
overzicht van wijzigingen]
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2016. Zie het
overzicht van wijzigingen]
Artikel 18 van de Wet op het notarisambt (Wna) bepaalt dat een notaris een samenwerkingsverband kan aangaan met beoefenaren
van een ander beroep, mits hierdoor zijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid niet
wordt of kan worden beïnvloed. Volgens het tweede lid van artikel 18 worden bij verordening
ter waarborging van die onafhankelijkheid en onpartijdigheid regels vastgesteld over
de wijze waarop samenwerkingsverbanden kunnen worden aangegaan. Hieraan is destijds
uitvoering gegeven met het opstellen van de Verordening interdisciplinaire samenwerking
2003. De verordening regelt samenwerkingsvormen tussen notarissen en beoefenaren van
andere vrije beroepen in hun meest vergaande vorm, namelijk samenwerkingsverbanden
waarin de deelnemers geheel of gedeeltelijk voor gezamenlijke rekening en risico praktijk
uitoefenen of zeggenschap over bedrijfsvoering met elkaar delen.
De nieuwe Verordening interdisciplinaire samenwerking 2015 (IDS-Verordening 2015)
betreft een modernisering van de oude IDS-verordening uit 2003. Na ruim tien jaar
met deze verordening te hebben gewerkt was het tijd voor een evaluatie. Vanuit de
beroepsgroep werden knelpunten gesignaleerd en sommige bepalingen bleken inmiddels
achterhaald door de tijd. Bij het opstellen van de nieuwe verordening werd het van
groot belang geacht dat de advocatuurlijke en notariële voorschriften met betrekking
tot samenwerkingen zoveel mogelijk synchroon lopen. Begin dit jaar is door de Nederlandse
Orde van Advocaten de Verordening op de advocatuur in werking getreden, waarin ook
de samenwerking met andere beroepsbeoefenaren wordt geregeld. Bij de opstelling van
deze verordening is gekeken naar eventuele tegenstrijdigheden en werd het wenselijk
geacht om de nieuwe IDS-verordening waar mogelijk synchroon te laten lopen met de
Verordening op de advocatuur.
De meest relevante wijzigingen ten opzichte van de oude verordening uit 2003 betreffen:
Artikel 2: Universitair geschoolde leden van het Register Belastingadviseurs en leden van de
Orde van Octrooigemachtigden zijn in deze verordening toegevoegd als toegestane partners
voor een samenwerkingsverband met de notaris. De samenwerking met deze beroepsgroepen
brengt de onafhankelijkheid van de notaris niet in gevaar. Zij zijn academisch gevormd
en onderworpen aan een tuchtrecht dat vergelijkbaar is met dat voor notarissen, inclusief
een geheimhoudingsplicht.
Artikel 5: Er is een regeling opgenomen over de bestuurssamenstelling. Indien het samenwerkingsverband
een bestuur heeft is de meerderheid van het bestuur en de voorzitter ervan notaris
of beoefenaar van een toegelaten beroep als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.
Aangezien het niet wenselijk is dat een derde (niet zijnde een notaris of toegestane
samenwerkingspartner op grond van deze verordening) een deelneming heeft in een samenwerkingsverband
is er een artikel opgenomen met betrekking tot aandeelhouderschap en stemrecht (artikel 3). In dit artikel wordt een beperking opgelegd wie aandeelhouder kunnen zijn van een
samenwerkingsverband, namelijk notarissen of beoefenaren van een toegestaan beroep
als bedoeld in deze verordening. De wijziging betekent dat artikel 16 lid 2 van de Verordening beroeps-en gedragsregels, waarin de mogelijkheid wordt geboden een samenwerkingsverband aan te gaan met een
medewerker van een notariskantoor die geen notaris of kandidaat-notaris is, komt te
vervallen.
De regeling met betrekking tot het naar buiten optreden is samengevoegd in één artikel.
De strekking, zoals ook in de oude verordening was opgenomen, blijft hetzelfde. De
presentatie moet met de werkelijkheid overeenstemmen en er mag niet een onjuiste suggestie
worden gewekt.
De bepalingen met betrekking tot de onafhankelijkheid, onpartijdigheid, zorgvuldigheid
en geheimhouding zijn samengevoegd in één algemeen artikel. De artikelen uit de oude
verordening waren voor een groot deel een herhaling van de algemene regels uit de
Wna. Met dit nieuwe artikel wordt beoogd de notaris bij het aangaan van een samenwerkingsverband
uitdrukkelijk te wijzen op zijn kernwaarden ‘onafhankelijkheid’, ‘onpartijdigheid’,
‘zorgvuldigheid’ en’ geheimhouding’. De notaris moet hier in de praktijk zelf invulling
aan geven.
In de oude verordening werden specifieke regels met betrekking tot het waarborgen
van de geheimhouding, dwingend voorgeschreven. Deze regels zijn vervallen, omdat een
aantal als achterhaald kan worden beschouwd; zie hiervoor ook de toelichting bij artikel 7. Het is aan de notaris zelf om invulling te geven aan zijn onafhankelijke en onpartijdige
positie en het waarborgen van zijn geheimhouding. Uiteraard geldt hetgeen in deze
verordening is opgenomen met betrekking tot de geheimhouding ook voor notarissen die
niet interdisciplinair samenwerken. Ook wanneer een notaris individueel in een zaak
samenwerkt met andere beroepsgroepen zal hij moeten zorgen dat wordt voldaan aan zijn
verplichtingen voortvloeiende uit zijn onafhankelijke positie en zijn geheimhoudingsplicht.
Op grond van artikel 110 eerste lid Wna berust het toezicht op de naleving van deze verordening bij het Bureau Financieel
Toezicht. Op grond van artikel 18 derde lid Wna moet jaarlijks voor de inlevering van de jaarstukken een verklaring van een onafhankelijke
externe deskundige worden overgelegd aan het Bureau Financieel Toezicht.