4. Beoordeling van de aanvragen
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
4.1. De drempelcriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
Voor de drempelcriteria geldt dat indien een aanvraag niet aan één of meerdere criteria
voldoet, deze wordt afgewezen en niet verder beoordeeld. Deze criteria worden hieronder
vermeld en indien nodig toegelicht.
Criterium D.1 De aanvrager, of in het geval van een alliantie, de penvoerder, is een Nederlands
of internationale maatschappelijke organisatie zonder winstoogmerk en bezit rechtspersoonlijkheid.
Dit blijkt uit bijgevoegde statuten van de organisatie.
Criterium D.2 De aanvrager/penvoerder maakt aannemelijk dat vanaf 1 januari 2013 ten minste 25%
van de jaarlijkse inkomsten afkomstig is uit bronnen anders dan BZ-bijdragen. De aanvrager
onderbouwt de aannemelijkheid hiervan aan de hand van de inkomsten over de periode
2009–2011.
Indien de aanvrager penvoerder is voor een alliantie geldt dit criterium voor de gehele
alliantie. Dat wil zeggen dat indien één van de deelnemende organisaties minder dan
25% van de jaarlijkse inkomsten uit andere dan BZ bijdragen verwerft, dit kan worden
gecompenseerd door een andere partij uit de alliantie. Gelden die direct of indirect
worden verkregen ten laste van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
(bijvoorbeeld een subsidie of bijdrage van een Nederlandse ambassade) tellen niet
mee bij het bepalen van de omvang van de eigen inkomsten.
Criterium D.3 Wanneer de aanvrager/penvoerder een organisatie binnen de EU betreft, dient het bruto
salaris van management en bestuur van de aanvrager/penvoerder aan de DG-norm te voldoen
(maximaal EUR 129.500 per jaar, op grond van een 36-urige werkweek). Het bruto salaris
van management en bestuur van de aanvrager/penvoerder van buiten de EU en van organisaties
binnen de alliantie staat niet later dan met ingang van het tijdvak waarvoor subsidie
wordt verleend in redelijke verhouding tot het niveau van de functie, de geografische
ligging en strategische positionering en complexiteit van de organisatie. De aanvrager
specificeert de hoogte van de salarissen (inclusief toeslagen) van het management
en bestuur.
Criterium D.4 De subsidieaanvraag bedraagt voor loket A minimaal € 20 miljoen en maximaal € 40
miljoen, voor loket B minimaal € 5 miljoen en maximaal € 10 miljoen, voor loket C
minimaal € 500.000 en maximaal €1,5 miljoen en heeft betrekking op activiteiten die
plaats zullen vinden tussen 1 januari 2013 en 31 december 2015. Bij een kortere looptijd
zijn het minimale en het maximale bedrag van de subsidieaanvraag naar rato lager.
De minimale looptijd van de activiteit bedraagt 24 maanden. Dit blijkt uit het voorstel
en bijbehorende begroting en meerjarenraming.
Criterium D.5 Het programma betreft geen initiatieven die proselitisme (mede) beogen. Dit blijkt
uit het voorstel en bijbehorende begroting en meerjarenraming.
Criterium D.6 Het programma betreft geen commerciële dienstverlening, investeringen of commerciële
activiteiten. Dit blijkt uit het voorstel en bijbehorende begroting en meerjarenraming.
Criterium D.7 Het programma betreft substantiële, specifieke activiteiten binnen de vier onder
2.1 genoemde resultaatgebieden:
-
• jongeren hebben meer kennis en zijn zo in staat gezondere keuzes te maken over hun
seksualiteit;
-
• een groeiend aantal mensen krijgt toegang tot aidsremmers, voorbehoedmiddelen en andere
levensreddende middelen voor een goede seksuele en reproductieve gezondheid;
-
• publieke en private klinieken bieden betere seksuele en reproductieve zorg inclusief
veilige abortus aan, waar een toenemend aantal mensen gebruik van maakt;
-
• meer respect voor seksuele en reproductieve rechten van mensen aan wie deze rechten
worden onthouden.
Dit blijkt uit het voorstel en bijbehorende begroting en meerjarenraming.
Criterium D.8 Minimaal 50% van de aangevraagde middelen moet bestemd zijn voor activiteiten in
de door Nederland geselecteerde partnerlanden. Dit blijkt uit het voorstel en bijbehorende
begroting en meerjarenraming.
Criterium D.9 De aanvraag bevat zowel een monitoringskader dat aansluit bij het monitoringskader
voor SRGR van het Ministerie van Buitenlandse Zaken als details over planning en inhoud van operationeel onderzoek.
Criterium D.10a Voor aanvragende organisaties onder loket A geldt dat uitsluitend een alliantie van
nationale en/of internationale maatschappelijke organisaties, onderzoeksinstituten,
VN instellingen en mogelijkerwijs een private onderneming (met of zonder winstoogmerk)
voor financiering in aanmerking komt.
D.10.b Wanneer een voorstel namens een alliantie wordt ingediend, kan het penvoerderschap
van de alliantie uitsluitend bij een (internationale) maatschappelijke organisatie
of onderzoeksinstituut met het grootste aandeel in de aanvraag liggen . Een schriftelijke en door alle participerende partijen ondertekende samenwerkingsovereenkomst
moet de medewerking van partijen en de naleving van de gemaakte afspraken waarborgen.
Criterium D.11 Voor aanvragen die worden ingediend onder loket A geldt dat ze betrekking moeten hebben
op ten minste twee van de vier onder 2.1 genoemde resultaatgebieden in meerdere landen.