Voorlopige hechtenis
Met name vanwege het beveiligingskarakter van de maatregel verdient het de voorkeur
dat de stelselmatige dader in voorlopige hechtenis is gesteld en de voorlopige hechtenis
niet is geschorst of opgeheven. Als de voorlopige hechtenis wel is geschorst of opgeheven,
kan de ISD-maatregel toch gevorderd worden. Voorlopige hechtenis is dus geen constitutief
vereiste voor de vordering.
Ter executie/afdoening openstaande (vrijheidsbenemende) straffen en maatregelen, strafbeschikkingen,
transacties en ‘Mulder-zaken’ (Wahv-sancties)
– Vrijheidsstraffen en vervangende hechtenis (geldboete en taakstraf)
De officier van justitie of de advocaat-generaal (A-G) bepaalt bij de voorbereiding
van de vordering in overleg met de executie-officier of de executie-A-G of na het
onherroepelijk worden van de maatregel éérst bepaalde, door de rechter reeds opgelegde,
(vervangende) vrijheidsstraffen ‘uitgezeten’ moeten worden, voordat met de tenuitvoerlegging
van de ISD-maatregel wordt aangevangen.
Hiervan wordt ter zitting mededeling gedaan aan de verdachte en diens raadsman en
aan de rechter. Als uitgangspunt voor zijn beoordeling neemt de officier of A-G het
criterium in acht dat van tenuitvoerlegging van de desbetreffende (vervangende) vrijheidsstraf
niet kan worden afgezien, gelet op de ernst van de door de rechter bewezen verklaarde
feiten en/of de belangen van eventuele slachtoffers. Het ambtshalve indienen van een
voorwaardelijk gratieverzoek door het OM is dan niet opportuun. Voor eventuele (vervangende)
vrijheidsstraffen die niet voorafgaande aan de maatregel ten uitvoer worden gelegd
dient het OM zo spoedig mogelijk na het onherroepelijk worden van de ISD-maatregel
ambtshalve een voorwaardelijk gratieverzoek in, met een proeftijd van twee jaar gerekend
vanaf de (beoogde) einddatum van de maatregel.
Ook de vervangende hechtenis terzake van niet-gratieerbare geldboetes wordt voorafgaande
aan de ISD-maatregel ten uitvoer gelegd. Hiervoor wordt gekozen omdat er wettelijk
geen mogelijkheid bestaat om voor deze reeds door de rechter opgelegde geldboetes
gratie te verlenen. Er rest het OM daarom geen andere mogelijkheid dan de reeds bevolen
vervangende hechtenis te executeren, alhoewel het in de regel feiten zal betreffen
van geringe ernst en zonder slachtofferbelang. Het CJIB ziet hier namens het OM op
toe.
– Vervangende hechtenis schadevergoedingsmaatregel en lijfsdwang ontnemingsmaatregel
De vervangende hechtenis respectievelijk lijfsdwang voor een door de rechter reeds
eerder opgelegde schadevergoedingsmaatregel of ontnemingsmaatregel wordt eveneens
ten uitvoer gelegd voorafgaande aan de ISD-maatregel. Het CJIB ziet hier namens het
OM op toe.
– Communicatie OM-CJIB-DJI
Na de uitspraak waarbij de ISD-maatregel is opgelegd geeft de officier of A-G onverwijld
aan het CJIB door welke ‘zaken’ voorafgaande aan de tenuitvoerlegging van de maatregel
moeten worden ‘uitgezeten’; het CJIB informeert hierover onverwijld de inrichting
waar de verdachte als voorlopig gehechte is gedetineerd. Zodra de maatregel onherroepelijk
wordt, worden deze ‘zaken’ aansluitend aan de voorlopige hechtenis ten uitvoer gelegd.
Mede afhankelijk van de duur van de nog te ondergane voorafgaande detentie kan de
selectiefunctionaris besluiten de veroordeelde alvast over te plaatsen naar de inrichting
waar ook de ISD-maatregel ten uitvoer gelegd zal worden.
– Geldboetes die ter inning/incasso openstaan
De executie van nog ter inning/incasso openstaande geldboetes wordt opgeschort en
hiervoor wordt voorwaardelijke gratie aangevraagd, uiteraard voor zover deze geldboetes
bij wet gratieerbaar zijn.
– Proeftijd
Wordt in de proeftijd opnieuw een misdrijf gepleegd waarvoor voorlopige hechtenis
is toegelaten, dan geeft de officier of A-G het CJIB de opdracht om de executie van
de voorwaardelijk gegratieerde zaken en de executie van de niet-gratieerbare geldboetes
(geheel of gedeeltelijk) te hervatten. Wordt in de proeftijd geen misdrijf begaan
waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, dan wordt de gratieverlening daarmee
onvoorwaardelijk en wordt eveneens definitief afgezien van de executie van de opgeschorte,
niet-gratieerbare geldboetes. De executie van deze geldboetes dient dan geen redelijk
doel meer.
– Schadevergoedingsmaatregelen en ontnemingsmaatrgelen die ter inning/incasso openstaan
De inning van nog openstaande (nog niet naar vervangende hechtenis/lijfsdwang omgezette)
schadevergoedingsmaatregelen en ontnemingsmaatregelen loopt tijdens de ISD-maatregel
persoonsgericht door, op basis van een (alsnog met het CJIB te treffen) afbetalingsregeling.
– Transacties inhoudende het betalen van een schadevergoeding
Dat geldt ook voor de (verdere) afdoening van een transactievoorwaarde inhoudende
het betalen van schadevergoeding aan het slachtoffer: persoonsgerichte executie op
basis van een (alsnog met het CJIB te treffen) afbetalingsregeling.
– Taakstraffen
Voor nog niet naar vervangende hechtenis omgezette taakstraffen geeft de officier
of A-G ter zitting aan wat moet gebeuren. Daarbij zijn drie mogelijkheden:
-
1. de taakstraf wordt direct omgezet naar vervangende hechtenis en moet dus worden ‘uitgezeten’
voorafgaande aan de ISD-maatregel (gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten
en/of de belangen van eventuele slachtoffers);
-
2. er wordt ambtshalve voorwaardelijke gratie aangevraagd;
-
3. de taakstraf moet na de ISD-maatregel alsnog ten uitvoer worden gelegd: de ISD-maatregel
schort de tenuitvoerleggingstermijn immers op. Nog openstaande taakstraftransacties
worden ter zitting gevoegd of geseponeerd.
– Straffen (en maatregelen) die onherroepelijk worden ná onherroepelijk worden van
de ISD-maatregel
Het OM kan bij zijn ambtshalve verzoek tot voorwaardelijke gratieverlening ook straffen
en maatregelen betrekken die ná het onherroepelijk worden van de ISD-maatregel alsnog
onherroepelijk worden, althans voor zover het gaat om veroordelingen voor feiten met
een pleegdatum die ligt vóór het opleggen van de ISD-maatregel. Hierbij zal een afzonderlijke
beoordeling moeten plaatsvinden. Deze straffen (en maatregelen) waren het OM immers
nog niet bekend althans deze waren nog niet onherroepelijk ten tijde van de vordering
van de ISD-maatregel, zodat hiermee nog geen rekening gehouden kon worden (eerst ‘uitzitten’
of niet). Het CJIB schort de executie van deze nieuwe zaken automatisch op, tenzij
het OM eventueel anders gelast, gelet op de ernst van de bewezen verklaarde feiten
en/of de belangen van eventuele slachtoffers. Desnoods moet de tenuitvoerlegging van
de ISD-maatregel daarvoor worden onderbroken (‘uitzitten’).
De executie van eventuele nieuwe schadevergoedingsmaatregelen of ontnemingsmaatregelen
wordt tijdens de ISD-maatregel persoonsgericht opgestart (op basis van een afbetalingsregeling).
– Ontzegging rijbevoegdheid
De tenuitvoerlegging van een onherroepelijke ontzegging van de rijbevoegdheid (opgelegd
door de rechter of bij strafbeschikking) wordt na het einde van de ISD-maatregel hervat:
de ISD-maatregel schort de tenuitvoerleggingstermijn op.
– Wahv-sancties
Wahv-sancties worden stopgezet en de afdoening (inning of gijzeling) wordt na de ISD-maatregel
niet meer hervat.
– Geldsomtransacties en strafbeschikkingen inhoudende een geldboete
Geldsomtransacties en strafbeschikkingen inhoudende een geldboete worden na onherroepelijk
worden van de ISD-maatregel overgedragen aan het parket van herkomst met de mededeling
dat een ISD-maatregel is opgelegd. Inning/incasso vindt niet meer plaats, gelet op
het verwachte tijdsverloop van meer dan twee jaar (landelijke norm). Het parket beslist
over het strafrechtelijke vervolg (dagvaarding of sepot).
In de Handleiding werkwijze ten aanzien van meerderjarige veelplegers wordt de administratieve
afhandeling tussen OM, CJIB en DJI omtrent nog openstaande straffen en maatregelen
beschreven, met inbegrip van strafbeschikkingen, transacties en ‘Mulder-zaken’ (Wahv-sancties).
Daarbij zijn de benodigde formulieren gevoegd voor achtereenvolgens:
-
1. de handmatige bevraging van het OM aan het CJIB van de ter executie/afdoening openstaande
straffen en maatregelen, strafbeschikkingen, transacties en Wahv-sancties op naam
van de verdachte;
-
2. de opdracht van het OM aan het CJIB tot tenuitvoerlegging van bepaalde (vervangende)
vrijheidsstraffen/lijfsdwang voorafgaande aan de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel;
-
3. de opdracht van het OM tot opschorting van de executie van overige straffen en stopzetting
van Wahv-sancties;
-
4. de opdracht tot (gehele of gedeeltelijke) hervatting van de executie van de voorwaardelijk
gegratieerde zaken en de opgeschorte niet-gratieerbare zaken (niet-gratieerbare geldboetes)
binnen de proeftijd.
Illegale stelselmatige daders
Gewijzigde inzichten hebben geleid tot een beleidswijziging ten aanzien van stelselmatige
daders die als ‘criminele illegaal’ te typeren zijn. Indien een criminele illegaal
feitelijk niet uitzetbaar is of moeilijk uitzetbaar (de illegale vreemdeling keert
na uitzetting bij herhaling terug naar Nederland), dan kan de verdachte in aanmerking
komen voor de ISD-maatregel, gelet op het beveiligingskarakter van de maatregel. In
de praktijk zal dit betekenen dat alleen intramurale voorzieningen kunnen worden aangeboden.
Op gedragsverandering gerichte programma’s zijn echter ook wel mogelijk; ook aan vreemdelingen
bij wie daar aanknopingspunten voor zijn op basis van de RISc, kunnen erkende gedragsinterventies
en vaardigheidstrainingen worden geboden (tenzij taalproblemen dit beletten). Ook
kan een gedragsdeskundige gedurende de tenuitvoerlegging op grond van een indicatiestelling
overplaatsing adviseren naar een bijzondere zorgvoorziening binnen het gevangeniswezen
of (tijdelijke) overplaatsing naar een psychiatrisch ziekenhuis ex art. 15 lid 5 Pbw. Extramurale tenuitvoerlegging is echter niet mogelijk, omdat de illegaal hier verblijvende
vreemdeling geen beroep kan doen op reguliere voorzieningen in de Nederlandse samenleving.
Wordt tijdens de tenuitvoerlegging van de ISD-maaregel alsnog uitzetting mogelijk
van een illegale vreemdeling die tot dan toe feitelijk niet uitzetbaar was, bijvoorbeeld omdat de identiteit van betrokkene komt vast te
staan of wordt bevestigd en het land van herkomst een laissez-passer afgeeft, dan
zal in beginsel uitzetting volgen voordat de maatregel geheel ten uitvoer is gelegd.
De minister van Justitie kan de maatregel daartoe ambtshalve beeïndigen (art. 38 u WvSr).