U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 12-08-2025. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2025 en zichtdatum 28-06-2025. Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2009, nr. IVV/I/2009/13367, houdende regels omtrent tenuitvoerlegging van bestuurlijke boeten en terugvordering van onverschuldigde betalingen op grond van een aantal socialezekerheidswetten (Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen)
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Handelende in overeenstemming met de Minister voor Jeugd en Gezin en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelet op de artikelen 17c en 24b van de Algemene Kinderbijslagwet, 41 en 55 van de Algemene nabestaandenwet,17e en 24b van de Algemene Ouderdomswet, 14c en 20b van de Toeslagenwet, 27c en 36b van de Werkloosheidswet, 42 en 57 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, 50 en 65 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 29c en 57b van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 79 en 93 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en 33b en 45c van de Ziektewet;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. AKW: Algemene Kinderbijslagwet;
b. Anw: Algemene nabestaandenwet;
c. AOW: Algemene Ouderdomswet;
d. IOW: Wet inkomensvoorziening oudere werklozen;
e. TW: Toeslagenwet;
f. WW: Werkloosheidswet;
g. WAZO: Wet arbeid en zorg;
h. Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;
i. WAZ: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;
j. WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
k. Wet WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;
l. ZW: Ziektewet;
m. schuldenaar: degene aan wie een bestuurlijke boete is opgelegd of van wie een bedrag wordt teruggevorderd;
n. werkgever: de schuldenaar die tevens werkgever of eigenrisicodrager is;
o. bestuurlijke boete: een bestuurlijke boete als bedoeld in het eerste lid van de artikelen 17a van de AKW, 39 van de Anw, 17c van de AOW, 21 van de IOW, 14a van de TW, 27a van de WW, 3:16 en 3:27 van de WAZO, 2:69 en 3:40 van de Wajong, 48 van de WAZ, 29a van de WAO, 91 van de Wet WIA, en in de artikelen 38, vierde lid, 38a, zevende lid, 45a, eerste lid, en 63c van de ZW;
p. vordering:
a. het bedrag dat wordt teruggevorderd op grond van de artikelen 24 van de AKW, 53 van de Anw, 24 van de AOW, 34 van de IOW, 20 van de TW, 36 van de WW, 3:16 en 3:27 van de WAZO, 2:59 of 3:56 van de Wajong, 63 van de WAZ, 57 van de WAO, 77 van de Wet WIA, of 33 van de ZW; ;
b. het bedrag dat als bestuurlijke boete is opgelegd;
c. het bedrag dat het UWV op de werkgever verhaalt op grond van de artikelen 71, tweede lid, 75a, vierde lid, 75b, zevende lid, 75f, eerste lid, van de WAO, 72, tweede lid, 84, derde en vierde lid, onderdeel a, van de Wet WIA, 39a, eerste lid, of 63a, derde, vierde of vijfde lid, van de ZW of
d. het bedrag van een aan een werkgever verstrekt re-integratie-instrument dat wordt teruggevorderd op grond van artikel 77 van de Wet WIA;
q. aflossingscapaciteit: het deel van het inkomen van de schuldenaar dat met inachtneming van de beslagvrije voet, bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, kan worden aangewend voor betaling of verrekening van de vordering;
r. vermogen: vermogensrechten, onroerende en roerende zaken, waarover de schuldenaar beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, waarbij niet als vermogen in aanmerking wordt genomen:
a. geldmiddelen als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht voor zover het de bedragen genoemd in artikel 475da, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet overtreft;
b. roerende zaken die naar hun aard en waarde algemeen gebruikelijk zijn dan wel, gelet op de omstandigheden van de persoon en het gezamenlijk huishouden, noodzakelijk zijn voor de huisraad, dan wel voor beroepswerkzaamheden waarmee in levensonderhoud wordt voorzien, waarvan de dagwaarde per zaak € 1.200,00 of minder bedraagt; en
c. het vermogen gebonden in de woning met bijbehorend erf, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de Participatiewet, voor zover dit minder bedraagt dan het bedrag, bedoeld in artikel 34, tweede lid, onderdeel d, van de Participatiewet;
s. UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
t. SVB: Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
Deze regeling berust op de artikelen 17c en 24b van de AKW, 41 en 55 van de Anw, 17e en 24b van de AOW, 21, 22, 24 en 37 van de IOW, 14a en 20b van de TW, 27a en 36b van de WW, 2:61, 2:69, 3:40 en 3:58 van de Wajong, 48 en 65 van de WAZ, 29a en 57b van de WAO, 79 en 91 van de Wet WIA en 33b en 45a van de ZW.
Het UWV is, naast de in artikel 1, onderdelen a tot en met l, genoemde wetten opgenomen bevoegdheden tot verrekening van vorderingen op werknemers, tevens bevoegd tot verrekening van een vordering op de werkgever met een aan de werkgever te betalen bedrag.
1 Het UWV of de SVB stelt de termijn waarvoor uitstel van betaling wordt verleend, alsmede de daaraan verbonden periodieke betalingen en verrekeningen, vast na overleg met de schuldenaar en met inachtneming van dit artikel.
2 Het UWV of de SVB verleent uitstel van betaling voor ten hoogste 36 maanden. De vordering wordt gedurende die periode in termijnen ter hoogte van de volledige aflossingscapaciteit betaald of verrekend.
3 In afwijking van het tweede lid kan het UWV of de SVB uitstel van betaling verlenen conform een voorstel van de schuldenaar indien:
a. de schuldenaar uiterlijk zes weken na bekendmaking van een beschikking tot betaling van de vordering een gemotiveerd voorstel indient; en
b. het voorstel inhoudt dat de gehele vordering binnen 36 maanden, eventueel door middel van periodieke betalingen of verrekeningen, wordt voldaan.
4 In afwijking van het tweede lid kan het UWV of de SVB uitstel van betaling verlenen voor ten hoogste 60 maanden waarbij de periodieke betaling of verrekening wordt gesteld op een bedrag lager dan de volledige aflossingscapaciteit indien:
a. de schuldenaar met aanwending van zijn volledige aflossingscapaciteit niet in staat is de vordering binnen 36 maanden te voldoen, en;
b. periodieke betaling of verrekening gedurende ten hoogste 60 maanden leidt tot ten minste dezelfde voldoening van de vordering als betaling of verrekening gedurende 36 maanden met volledige aflossingscapaciteit.
5 Indien het UWV of de SVB vaststelt dat de schuldenaar bij toepassing van het tweede of vierde lid naar verwachting de vordering niet volledig zal kunnen voldoen, kan het UWV of de SVB de schuldenaar verplichten zijn vermogen binnen een redelijke termijn aan te wenden zodanig dat de resterende vordering naar verwachting wel zal worden voldaan bij toepassing van het tweede of vierde lid.
6 Indien toepassing van dit artikel leidt tot een kennelijk onredelijk resultaat kan het UWV of de SVB afwijken van het eerste tot en met vijfde lid.
[Vervallen per 01-01-2025]
Indien de vordering op de schuldenaar niet meer bedraagt dan € 300,– stelt het UWV of de SVB, in afwijking van artikel 3, de wijze waarop deze vordering moet worden voldaan vast zonder de schuldenaar in de gelegenheid te stellen een voorstel te doen met betrekking tot de wijze van voldoening van de vordering, met dien verstande dat per periode van een maand de aflossing op niet meer dan € 25,– kan worden vastgesteld.
Het UWV en de SVB verbinden aan een beschikking tot uitstel van betaling in ieder geval de voorschriften dat:
a. de vordering gedurende de periode waarover uitstel van betaling is verleend door middel van betalingen of verrekeningen, in periodieken of ineens, wordt voldaan; en
b. de beschikking tot uitstel van betaling kan worden ingetrokken of gewijzigd indien wijziging plaatsvindt in de hoogte van de inkomsten van de schuldenaar.
Tenzij de schuldenaar een andere vordering aanwijst wordt een betaling, die zou kunnen worden toegerekend aan meerdere vorderingen, eerst toegerekend aan een verschuldigde bestuurlijke boete.
Artikel 3 is niet van toepassing op de werkgever.
[Vervallen per 01-01-2017]
Het UWV en de SVB kunnen op verzoek van de schuldenaar de regeling voor uitstel van betaling die is vastgesteld voor 1 januari 2025 herzien conform de regels geldend vanaf 1 januari 2025.
Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht in werking treedt.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 23 juni 2009
Minister
J.P.H. Donner
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.