3.3.2. Verplicht ondernemingsvermogen en personenvennootschap
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
De geldlening dient voor de financiering van bestanddelen die behoren tot het verplichte
ondernemingsvermogen van de beginnende ondernemer. Het is dus van belang dat duidelijk
is welk vermogensbestanddeel in welke mate met de geldlening is gefinancierd. Een
vermogensbestanddeel dat deel uitmaakt van de balans van een personenvennootschap
waarvan niet alle vennoten beginnend ondernemer zijn, kan niet in zijn geheel worden
toegeschreven aan de beginnende ondernemer en voldoet dus niet aan de vereisten. Ook
het uitsluitend vermelden van ‘aandeel in vennootschapsvermogen’ in de persoonlijke
balans is niet voldoende. In dat geval is niet duidelijk op welke investering de geldlening
betrekking heeft en evenmin wat het aandeel van de beginnende ondernemer in de desbetreffende
investering van de personenvennootschap is.
Het vereiste verband tussen de geldlening en het vermogensbestanddeel kan blijken
door in de persoonlijke balans van de beginnende ondernemer alle aan hem toe te schrijven
activa en passiva uit het vennootschapsvermogen als zodanig in de persoonlijke balans
op te nemen.
In de praktijk is – wegens daarmee samenhangende administratieve lasten – een dergelijke
uitwerking veelal ongewenst. Om die reden ontmoet het bij mij geen bezwaar aan de
actiefzijde van de persoonlijke balans te volstaan met het vermelden van de durfkapitaalinvestering
en het overige vennootschapsaandeel in één bedrag samen te voegen.
Voorbeeld
Persoonlijke balans van een beginnende ondernemer
Helft bedrijfspand X
|
200.000
|
Ondernemingsvermogen
|
40.000
|
Overig aandeel in vennootschapsvermogen
|
40.000
|
Durfkapitaal
|
200.000
|
|
240.000
|
|
240.000
|
Dit voorbeeld is goed toepasbaar bij het gezamenlijk kopen van een nieuw bedrijfsmiddel.
Als een beginnende ondernemer bijvoorbeeld de helft van alle activa en passiva overneemt,
zal een opsomming in de persoonlijke balans toch nog een te grote administratieve
last kunnen zijn.
Goedkeuring
Ik keur daarom goed dat onder de hierna vermelde voorwaarden de investeringen van
de beginnende ondernemer die zijn gefinancierd met een geldlening niet als zodanig
worden opgenomen in zijn persoonlijke balans.
Voorwaarden
-
− Er wordt een toelichting op de persoonlijke balans gemaakt waaruit blijkt op welke
wijze de geldlening is aangewend voor welke vermogensbestanddelen.
-
− De toelichting bevat een lijst met vermogensbestanddelen die uitsluitend aan de beginnende
ondernemer zijn toe te rekenen.
De toelichting behoeft niet bij de aangifte te worden gevoegd. Desgewenst kan de inspecteur
de toelichting opvragen.
Een toelichting zou er als volgt uit kunnen zien.
Voorbeeld
Toelichting durfkapitaal
In het aandeel van de personenvennootschap is een bedrag van € ... begrepen dat is
gefinancierd met een tot het buitenvennootschappelijke ondernemingsvermogen behorende
geldlening ter grootte van € ... Dit aandeel, gebaseerd op de (stakings)winstverdeling
van ... (als voorbeeld 50/50), bestaat uit de volgende vermogensbestanddelen. Alle
vermelde vermogensbestanddelen behoren tot het verplichte ondernemingsvermogen.
Vermogensbestanddeel
|
Totale boekwaarde
|
Aandeel beginnende ondernemer/vennoot
|
1. Bedrijfspand X
|
400.000
|
200.000
|
2. ...
|
...
|
...
|
3. ...
|
...
|
...
|
etc.
|
|
|