Subtaakgebied 1: Handelingen voortvloeiend uit de taak rechtmatigheidsonderzoek
Periode 1945–1977
1
Handeling: Het controleren van de ontvangsten ten behoeve van het Rijk gedaan
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927 art. 75, eerste lid
Opmerking:
Waardering: B (1)
Product: Verslag
2
Handeling: Het vaststellen van de wijze van controle inzake de ontvangsten ten behoeve
van het Rijk gedaan
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 75, tweede lid
Opmerking: Na overleg met de betrokken vakMinisters.
Waardering: B (1)
Product: Correspondentie o.i.d.
3
Handeling: Het verevenen van uitgaven ten laste van de begroting
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 77, eerste lid, 62, 63, 67, 76, 82, derde
lid, 79 en 42, eerste lid
Opmerking: Onder verevening wordt verstaan het goedkeuren dat een uitgaaf in de rekening
wordt opgenomen.
De Algemene Rekenkamer onderzoekt daartoe:
– of de uitgave valt binnen de omschrijving van het begrotingsartikel, waarop zij
is aangewezen; voorts of zij behoort tot het dienstjaar ten laste waarvan zij wordt
gebracht en of het begrotingsartikel toereikend was;
– of de schuldvordering niet was verjaard;
– of de overlegde bewijsstukken naar waarheid zijn opgemaakt en voldoende zijn om
het verkregen recht van de schuldeiser te staven;
– of in het algemeen geen wet, koninklijk besluit of ander wettelijk voorschrift de
verevening in de weg staat.
De Algemene Rekenkamer is bevoegd bij alle dienstonderdelen inlichtingen in te winnen
en alles te onderzoeken, wat zij nodig acht, alsmede het vorderen van bewijsstukken
en andere bescheiden (art. 67).
Van de verevening stelt de Algemene Rekenkamer de betrokken Minister in kennis. Zie
handeling 45 voor het geval dat de Algemene Rekenkamer bezwaar maakt tegen de verevening.
De Algemene Rekenkamer moet worden gehoord door de Minister van Financiën bij het
stellen van eisen aan een betaling ten laste van de begroting uit ’s Rijks kas. De
Algemene Rekenkamer kan advies geven op verzoek van een Minister, alvorens deze overgaat
tot het opmaken van een opdracht tot betaling (art. 76)
Vindt de Algemene Rekenkamer, dat gelden worden uitgegeven in strijd met de begrotingswet
en acht zij de door de betrokken Minister gegeven inlichtingen niet afdoende, dan
geeft zij de regering daarvan onverwijld kennis. De Algemene Rekenkamer is tevens
bevoegd de Staten-Generaal daarvan kennis te geven. Bovendien maakt zij van het feit
melding in het verslag.
Waardering: B (1)
Product: Beschikking, correspondentie, onderdeel verslag
4
Handeling: Het verlenen van ontheffing van de inzending van rekeningen, verantwoordingen,
bewijsstukken en verdere bescheiden als bedoeld in art. 67 en daaraan verbinden van
voorwaarden
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 68
Opmerking:
Waardering: B (1)
Product: Beschikking, correspondentie
5
Handeling: Het stellen van termijnen waarbinnen, in afwijking van het gestelde krachtens
art. 78, een aanvraag tot verevening kan worden ingediend
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927 art. 81
Opmerking: De betrokken Minister wordt hiervan in kennis gesteld.
Waardering: B (1)
Product: Beschikking, correspondentie
6
Handeling: Het opnemen en sluiten van alle rekeningen in een vergadering van de Algemene
Rekenkamer
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 55
Opmerking: Het lid of de leden die met het voorlopig onderzoek zijn belast geweest,
wordt/worden gehoord. In de rekening zijn alle verevende uitgaven opgenomen.
Waardering: B (1)
Product: Notulen, goedgekeurde rekeningen
7
Handeling: Het goedkeuren van de algemene rekening van alle uitgaven en ontvangsten
van het Rijk
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 86, tweede lid en art. 90
Opmerking: De eis tot goedkeuring volgt uit de Grondwet 1938, art. 129 (Grondwet 1953,
art. 136; Grondwet 1972, art. 136).
Waardering: B (1)
Product: Verklaring van goedkeuring bij de rijksrekening en eventueel begeleidend
schrijven
Periode 1977–1992
8
Handeling: Het controleren van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk
Periode: 1977–1992
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 65
Opmerking: De controlefunctie wordt als volgt inhoud gegeven:
– Ten aanzien van de uitgaven controleert de Algemene Rekenkamer (art. 66):
a. of de uitgaaf valt binnen de omschrijving van het begrotingsartikel, waarop zij
is aangewezen; voorts of zij behoort tot het dienstjaar, ten laste waarvan zij wordt
gebracht, en of het begrotingsartikel toereikend is;
b. of de schuldvordering niet was verjaard;
c. of de overgelegde bewijsstukken naar waarheid zijn opgemaakt en voldoende zijn
om het recht van de schuldeiser te staven;
d. of in het algemeen geen wettelijk voorschrift de uitgaaf in de weg stond.
– de Algemene Rekenkamer kan gebruik maken van de resultaten van door anderen verrichte
controles (art. 67, eerste lid);
– de vakMinisters stellen, op aanvraag, de werkschema’s van hen die met de controle
belast zijn en de controlebevindingen (rapporten, processen-verbaal of anderszins)
ter beschikking aan de Algemene Rekenkamer (art. 67, tweede lid);
– de Algemene Rekenkamer kan bij alle onderdelen van de rijksdienst en rekenplichtigen
onderzoek verrichten (art. 68);
– de Algemene Rekenkamer kan inzending van bewijsstukken en andere bescheiden vorderen
(art. 69).
Zie voor het maken van bezwaar, handeling 45.
De Algemene Rekenkamer kan naar aanleiding van het onderzoek de opmerkingen en bedenkingen
meedelen aan de Minister en de Staten-Generaal (art. 75); tevens deelt zij haar bevindingen
mee in het verslag (art. 82).
Waardering: B (1)
Product: Verslag en eventuele correspondentie met de betrokken Ministers en de Staten-Generaal
9
Handeling: Het bepalen van de vorm en de termijnen waarbinnen de overzichten, als
bedoeld in het eerste en het tweede lid, moeten worden ingezonden
Periode: 1977–1991
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 64, derde lid
Opmerking: Na overleg met de Minister van Financiën
Waardering: B (1)
Product: Correspondentie o.i.d.
10
Handeling: Het goedkeuren van de rijksrekening, de rekeningen van de begrotingsfondsen
en van de Staatsbedrijven en het onderzoeken van de staat van geraamde en aangegane
verplichtingen
Periode: 1977–1987
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 86, vierde lid, 90 (m.i.v. 1987 art. 86A;
m.i.v. 1991 art. 87) en 73
Opmerking: Deze stukken worden aan de regering aangeboden. Op grond van art. 73 onderzoekt
de Algemene Rekenkamer of de rijksrekening en de rekeningen van de begrotingsfondsen
(en van de Staatsbedrijven) in overeenstemming zijn met de voorschriften van de wet.
De rijksrekening voldoet overigens aan de eisen gesteld in art. 86.
Waardering: B (1)
Product: Verklaring van goedkeuring
11
Handeling: Het onderzoeken van de rekeningen van uitgaven en ontvangsten, alsmede
die van verplichtingen en de daarop betrekking hebbende rapporten, alsmede het rapporteren
daarover
Periode: 1977–1992
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 86, derde lid
Opmerking: De Algemene Rekenkamer stuurt de rekeningen met de daarop betrekking hebbende
rapporten aan de Minister van Financiën en een afschrift daarvan aan de betrokken
Ministers.
De Algemene Rekenkamer stelt voor elke rekening van een begrotingshoofdstuk een ‘rapport
bij de rekening’ samen. Deze rapporten moeten uiterlijk op 1 september van het jaar
volgend op het dienstjaar worden verzonden.
Waardering: B (1)
V (7): na beëindiging onderzoek
Product: Te bewaren neerslag: Rapporten bij de rekening plus eventueel een mededeling
omtrent de stand van het onderzoek
Te vernietigen neerslag: overige stukken
12
Handeling: Het goedkeuren van de rijksrekening
Periode: 1977–1992
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 86A, tweede en derde lid
Opmerking: Deze wordt aan de Minister van Financiën aangeboden.
Waardering: B (1)
Product: Verklaring van goedkeuring
Periode 1992–2001
13
Handeling: Het onderzoeken van het gevoerde financiële beheer en de financiële verantwoordingen
daarover, alsmede het rapporteren daarover
Periode: 1992–2001
Grondslag: Comptabiliteitswet 1992, art. 51, 67, tweede t/m vierde lid (1991: art.
86, tweede t/m vierde lid)
Opmerking: Ten aanzien van het gevoerde financiële beheer beoordeelt de Algemene Rekenkamer
of de verplichtingen, de uitgaven en de ontvangsten tot stand zijn gekomen in overeenstemming
met de begrotingswetten en met andere wettelijke regelingen en of ook overigens is
zorggedragen voor een ordelijk en controleerbaar financieel beheer (art. 51, tweede
lid).
Ten aanzien van de financiële verantwoording beoordeelt de Algemene Rekenkamer of
deze het financiële beheer deugdelijk weergeven en overeenkomstig de daarvoor gegeven
voorschriften zijn opgesteld (art. 51, derde lid).
Bij haar onderzoek heeft de Algemene Rekenkamer de volgende bevoegdheden:
– het gebruik maken van de resultaten van door anderen verrichte controles (art. 53,
eerste lid);
– het opvragen van controleprogramma’s door overlegging van rapporten of op andere
door de Algemene Rekenkamer aan te geven wijze (art. 53, tweede lid);
– het bij alle onderdelen van het Rijk opnemen van kassen, het opnemen van voorraden
niet-geldelijke zaken en het onderzoeken van administraties, documenten en andere
informatiedragers op door haar aan te geven wijze (art. 54, eerste lid);
– het vragen van inlichtingen aan de Minister en de verplichting van de Minister de
inlichtingen te verstrekken (art. 54, tweede lid);
– bij uitbesteding van (een deel van) de administratie aan een derde (buiten het Rijk),
het mede aan de hand van de administratie van de betrokken derde dan wel bij degene
die de administratie in opdracht van die derde voert, een onderzoek in te stellen,
waarbij het bepaalde in art. 54, eerste lid van overeenkomstige toepassing is (art.
60).
Zie voor het maken van bezwaar (art. 55 en 56) handeling 45.
De rapporten plus de eventuele mededelingen worden gestuurd naar de Minister van Financiën,
met afschrift naar de betrokken Minister.
Waardering: B (1)
V (7): na beëindiging onderzoek
Product: Te bewaren neerslag: Onderzoeksvoorstel, briefwisseling met het Ministerie
van Financiën inzake de Rijksbegrotingvoorschriften, correspondentie met de Ministers
over het onderzoek financiële verantwoordingen, review accountantscontrole en financieel
beheer (tussentijdse en definitieve Nota van bevindingen), verslagen vierhoeksoverleg,
essentiële stukken ter onderbouwing eindproduct, finaal oordeel Rekenkamer over de
accountantscontroles na afsluiting van de dossiers door de departementale accountantsdiensten,
publicatieteksten (rapporten bij de financiële verantwoording, eventueel mededeling),
verslagtekst, tekst voor verantwoordingsdag, lijst met vragen en antwoorden van de
Commissie voor de Rijksuitgaven van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
14
Handeling: Het onderzoeken van de rekening van het Rijk en de saldibalans van het
Rijk, alsmede het rapporteren daarover
Periode: 1992–2001
Grondslag: Comptabiliteitswet 1992, art. 52
Opmerking: De Algemene Rekenkamer onderzoekt
a. of deze stukken aansluiten op de financiële verantwoordingen van de Ministeries,
van de begrotingsfondsen en van de staatsbedrijven;
b. of alle voorstellen van wet tot wijziging van de begroting over het betrokken jaar
wet zijn geworden;
of deze stukken overeenkomstig de daarvoor gegeven voorschriften zijn opgesteld.
Waardering: B (1)
V(7): na beëindiging onderzoek
Producten Te bewaren neerslag: Onderzoeksvoorstel, briefwisseling met het Ministerie
van Financiën inzake de Rijksbegrotingvoorschriften, correspondentie met de Ministers
inzake het financieel beheer, essentiële stukken ter onderbouwing eindproduct, het
materieel beheer en de daartoe bijgehouden administraties, overzicht van potentiële
bezwaargevallen, rapport inzake bezwaaronderzoek, correspondentie met de Ministers
inzake bezwaaronderzoek, besluit bezwaaronderzoeken, review accountantscontrole en
het financieel beheer, finaal oordeel Rekenkamer over de accountantscontroles na afsluiting
van de dossiers door de departementale auditdiensten, verslag vierhoeksoverleg algemeen
deel, drukproeven, publicatieteksten (rapporten bij de financiële verantwoording,
eventueel mededeling), tekst algemeen deel inclusief oordeel jaarverslag Rijk, tekst
voor verantwoordingsdag, lijst met antwoorden op vragen van de Commissie voor de Rijksuitgaven
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
15
Handeling: Het goedkeuren van de rekening van het Rijk
Periode: 1992–2001
Grondslag: Comptabiliteitswet 1992, art. 68, tweede en derde lid (1991: art. 87, tweede
en derde lid)
Opmerking: Deze wordt aan de Minister van Financiën aangeboden. Bij de verklaring
van goedkeuring is opgenomen het oordeel van de Algemene Rekenkamer over de rekening
en de saldibalans van het Rijk (zie handeling 45).
Waardering: B (1)
Product: Verklaring van goedkeuring (document waarin de verklaring is opgenomen)
Periode 2001–
16
Handeling: Het uitvoeren van activiteiten om de voortgang van het rechtmatigheidsonderzoek
te waarborgen
Periode: 2001–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 82 en 83
Opmerking:
Waardering: B (1)
V (7): na beëindiging van het onderzoek
Producten Te bewaren neerslag: inbreuknotities en notities
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
17
Handeling: Het voorbereiden en het in gang zetten van een onderzoek
Periode: 2001–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 82 en 83
Opmerking:
Waardering: B (1)
Producten O.a. risicoanalyse, onderzoeksvoorstel, verslag driehoeksoverleg, planningsparagraaf
en afdoening
18
Handeling: Het jaarlijks onderzoeken van:
a. het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer;
b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;
c. de financiële informatie in de jaarverslagen, bedoeld in art. 51;
d. de departementale saldibalansen;
e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering
Periode: 2001–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 82
Opmerking: De Algemene Rekenkamer onderzoekt of het financieel beheer, het materieelbeheer
en de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties voldoen aan de eisen van
rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid.
Van een jaarverslag onderzoekt de Algemene Rekenkamer
1. of het overeenkomstig de verslaggevingvoorschriften inzake de financiële informatie
is opgesteld;
2. of voldaan is aan de in art. 58, eerste lid, gestelde eisen (de financiële informatie
is deugdelijk weergegeven en rechtmatig tot stand gekomen; de opgenomen informatie
over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering is op een deugdelijke wijze tot stand
gekomen en voldoet aan de daaraan te stellen kwaliteitsnormen);
Van een departementale saldibalans onderzoekt de Algemene Rekenkamer:
a. of deze overeenkomstig de verslaggevingvoorschriften is opgesteld;
b. of voldaan is aan de in art. 59 gestelde eisen (de opgenomen informatie geeft de
op het jaareinde openstaande posten, zoals deze uit de administraties blijken, deugdelijk
weer; de opgenomen balansposten zijn rechtmatig tot stand gekomen).
De Algemene Rekenkamer kan op grond van het onderzoek, bedoeld in art. 82 bezwaar
maken met betrekking tot het gevoerde financieel beheer, het materieelbeheer of de
verantwoording daarover (zie handeling 45).
De Algemene Rekenkamer kan bij het uitoefenen van haar onderzoek gebruik maken van
de resultaten van door anderen verrichte controles (art. 86, eerste lid).
De Algemene Rekenkamer heeft bij haar onderzoek de volgende bevoegdheden (art. 86,
tweede lid, 87, eerste en tweede lid en 93):
– de Ministers zijn verplicht aan de Algemene Rekenkamer desgevraagd de controleprogramma’s
van hen die met de controle zijn belast te verstrekken en zij lichten de Algemene
Rekenkamer volledig in omtrent de resultaten van de controle door overlegging van
rapporten of op anders door de Algemene Rekenkamer aan te geven wijze;
– zij kan bij alle dienstonderdelen van het Rijk alle goederen, administraties, documenten
en andere informatiedragers op door haar aan te geven wijze onderzoeken;
– de Ministers zijn verplicht desgevraagd de inlichtingen te verstrekken die de Algemene
Rekenkamer voor haar taak nodig heeft;
– indien de zorg voor een administratie aan een derde (buiten het Rijk) wordt uitbesteed,
is de Algemene Rekenkamer bevoegd mede aan de hand van de administratie van de betrokken
derde dan wel bij degenen die de administratie in opdracht van die derde voert een
onderzoek in te stellen, waarbij art. 87, eerste lid, van overeenkomstige toepassing
is.
Waardering: B (1)
V (7): na beëindiging van het onderzoek
Producten: Te bewaren neerslag: Briefwisseling met het Ministerie van Financiën inzake
de Rijksbegrotingvoorschriften, correspondentie met de Ministers inzake het financieel
beheer, het materieel beheer en de daartoe bijgehouden administraties, review accountantscontrole
en financieel beheer (tussentijdse en definitieve bevindingen), verslagen vierhoeksoverleg,
overzicht van potentiële bezwaargevallen, essentiële stukken ter onderbouwing eindproduct,
rapport inzake bezwaaronderzoek, correspondentie met de Ministers inzake bezwaaronderzoek,
besluit bezwaaronderzoeken, finaal oordeel Algemene Rekenkamer over de accountantscontroles
na afsluiting van de dossiers door de departementale accountantsdiensten, publicatieteksten,
verslagtekst, tekst voor verantwoordingsdag, lijst met vragen en antwoorden van de
Commissie voor de Rijksuitgaven van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Secretarisbrief, conceptnota van bevindingen, ambtelijke reactie (brief of gespreksverslag),
nota van bevindingen, rapportagevoorstel, planningsparagraaf en aanbiedingsnotities
Te vernietigen neerslag: overige stukken
19
Handeling: Het jaarlijks onderzoeken van:
a. het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer;
b. de ten behoeve van dat beheer bijgehouden administraties;
c. de financiële informatie in de jaarverslagen, bedoeld in art. 51;
d. de departementale saldibalansen;
e. de totstandkoming van de informatie over het gevoerde beleid en de bedrijfsvoering
van de Algemene Rekenkamer
Periode: 2001–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 19, vijfde lid en 82
Opmerking: De bijzondere positie die de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat
inneemt in ons staatsbestel, brengt mee dat de verantwoordelijkheid voor het in art.
19, vijfde lid, CW 2001 bedoelde beheer een ander karakter heeft dan de verantwoordelijkheid
voor het beheer, dat Ministers voeren over de begroting van hun eigen Ministerie.
Het beheer van de begroting van de Algemene Rekenkamer wordt op enige afstand uitgevoerd
door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De werkafspraak tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en
de Algemene Rekenkamer is als volgt. De controle bij de Algemene Rekenkamer wordt
verricht door de auditdienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
In de praktijk trad een accountant van de Algemene Rekenkamer op als interne accountant.
Deze gaf voor het college en het Audit Committee van de Algemene Rekenkamer een accountantsverklaring
af, tezamen met een accountantsrapport. Dit geschiedt voor 1 april van het jaar volgend
op het jaar waarop de controle betrekking heeft. De interne accountant rapporteert
ook aan de auditdienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Met ingang van het begrotingsjaar 2004 is de interne accountantscontrole bij de Algemene
Rekenkamer uitbesteed aan een accountantskantoor.
Waardering: B (1)
V (7)
Producten Te bewaren neerslag: Briefwisseling met het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, review accountantscontrole (tussentijdse en definitieve
bevindingen) essentiële stukken ter onderbouwing eindproduct, verslag,vierhoeksoverleg
Te vernietigen neerslag: overige stukken
20
Handeling: Het jaarlijks onderzoeken van:
a. de centrale administratie van ’s Rijks schatkist;
b. het Financieel jaarverslag van het Rijk;
c. de Saldibalans van het Rijk
Periode: 2001–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 83
Opmerking: De aspecten die worden onderzocht zijn (art. 67, tweede lid):
a. of de centrale administratie aansluit op de departementale administraties;
b. of de centrale administratie inzicht biedt in het gevoerde beheer, voldoet aan
de eisen van rechtmatigheid, ordelijkheid en controleerbaarheid, en zo doelmatig mogelijk
is ingericht;
c. of de in het Financieel jaarverslag van het Rijk opgenomen rekening van uitgaven
en ontvangsten aansluit op de verantwoordingsstaten die zijn opgenomen in de jaarverslagen;
d. of het Financieel jaarverslag van het Rijk en de Saldibalans van het Rijk overeenkomstig
de voorschriften zijn opgesteld;
e. of de Saldibalans van het Rijk aansluit op de departementale saldibalansen.
De Algemene Rekenkamer kan bij het uitoefenen van haar onderzoek gebruik maken van
de resultaten van door anderen verrichte controles (art. 86, eerste lid).
De Algemene Rekenkamer heeft bij haar onderzoek de bevoegdheden van art. 86, tweede
lid, 87, eerste en tweede lid en 93 (zie daarvoor handeling 18).
Waardering: B (1)
V (7): na beëindiging van het onderzoek
Producten Te bewaren neerslag: secretarisbrief, conceptnota van bevindingen, ambtelijke
reactie (brief of gespreksverslag), nota van bevindingen, rapportagevoorstel, essentiële
stukken ter onderbouwing eindproduct, planningsparagraaf en aanbiedingsnotities
Te vernietigen neerslag: overige stukken
21
Handeling: Het rapporteren van Rekenkamerbevindingen en het geven van een oordeel
over het jaarlijks onderzoek, bedoeld in art. 82, 83 en 84
Periode: 2001–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 82, vijfde lid, 83, tweede lid en 84
Opmerking: De rapporten bij de jaarverslagen worden op de derde woensdag van mei na
afloop van het verslagjaar aan regering en Staten-Generaal gezonden. Er zijn rapporten
bij elke begroting, alsmede een rapport bij het jaarverslag bij het Rijk. Tevens worden
de uitkomsten van het rechtmatigheidonderzoek als geheel gepresenteerd.
Zie voor de verklaring van goedkeuring handeling 23.
Waardering: B (1)
Producten: O.a. rapportagevoorstel, verslag vierhoeksoverleg, conceptrapporten, bestuurlijke
schriftelijke reacties , rapporten bij het jaarverslag, rapport bij het Financieel
Jaarverslag van het Rijk en eventuele begeleidende rapporten.
22
Handeling: Het zenden van een voorlopig rapport over de stand van het onderzoek als
bedoeld in art. 82, respectievelijk art. 83
Periode: 2001–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 84, tweede lid
Opmerking: De Algemene Rekenkamer zendt een voorlopig rapport indien zij op de derde
woensdag van mei volgend op het verslagjaar haar onderzoek inzake een bepaalde begroting
nog niet heeft afgesloten. Het definitieve rapport wordt dan zo spoedig mogelijk nagezonden,
evenals de verklaring van goedkeuring.
Waardering: B (1)
Producten: Voorlopig rapport of mededeling
23
Handeling: Het goedkeuren van de rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk
en de Saldibalans van het Rijk
Periode: 2001–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 83, derde en vierde lid
Opmerking: De verklaring van goedkeuring wordt gegeven onder voorbehoud van de vaststelling
van de slotwetten en in voorkomende gevallen onder voorbehoud van de vaststelling
van een indemniteitswet.
Waardering: B (1)
Producten: Verklaring van goedkeuring. Opgenomen in het rapport bij het Financieel
Jaarverslag van het Rijk.
24
Handeling: Het uitvoeren van activiteiten betreffende de nazorg en evaluatie met betrekking
tot het rechtmatigheidonderzoek
Periode: 2001–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 82 en 83
Opmerking:
Waardering: B (2)
V (7): Na publicatie
Producten: O.a. stukken m.b.t. de Kamerbehandeling, verslag zelfevaluatie, verslag
nagesprek, rapportage(s) effectmeting en overige nazorgproducten (bijv. interviews).
Te vernietigen neerslag: persoonsregistraties
Rekenplicht
25
Handeling: Het voeren van overleg met de Minister(s) inzake de rekenplicht
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 39, derde en vierde lid, 40, vierde en zesde
lid, 41, eerste en vijfde lid
Opmerking: Voor deze handeling is de betrokken Minister de overlegpartner. Bij de
inwerkingtreding van de CW 1976 op 1 juli 1977 (Stb. 314 van 26 mei 1977) kwam de
algemene verplichting van de Algemene Rekenkamer tot advisering aan de Kroon te vervallen
alsmede de plicht tot het geven van advies aan Ministers over opdrachten tot betaling.
Bovendien ontnam de CW 1976 de rekenplichtigheid in belangrijke mate haar dwingend
karakter.
Waardering: B (1)
Product: Correspondentie
26
Handeling: Het vaststellen van de wijze waarop en de termijnen waarbinnen de comptabelen
rekening en verantwoording aflegt aan de Algemene Rekenkamer
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 65
Opmerking:
Waardering: B (1)
Product: Correspondentie
27
Handeling: Het ontheffen van de verantwoordelijkheid van de comptabele van het door
hen gevoerde beheer door het afgeven van een bewijs
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 43
Opmerking:
Waardering: B (1)
Product: Beschikking
28
Handeling: Het voorschrijven van termijnen voor de beantwoording van bedenkingen en
het inleveren van bewijzen van voldoening van saldo’s, die door de beslissingen van
de Algemene Rekenkamer mochten zijn verschuldigd
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 66
Opmerking: Van de beslissingen wordt geregeld mededeling gedaan aan de betrokken Minister.
De Algemene Rekenkamer doet aan de regering aan het einde van elk kwartaal verslag
van de rekeningen welke gedurende een gelijk tijdvak onafgedaan zijn gebleven, met
opgave van de redenen van die vertraging.
Waardering: B (1)
Product: Beschikking, correspondentie
29
Handeling: Het aan het eind van elke kwartaal verslag doen van de rekeningen welke
onafgedaan zijn gebleven
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 66, derde lid
Opmerking: Verslag wordt gedaan aan de regering.
Waardering: B (1)
Product: Verslag/rapport, correspondentie
30
Handeling: Het aan de hand van het in artikel 67 bedoelde onderzoek vaststellen van
saldi van comptabelen
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art.69, tweede lid
Opmerking: Volgens artikel 67, lid 1 van de CW 1927 is de Algemene Rekenkamer ‘bevoegd
door een commissie, bestaande uit één of meer harer leden of ambtenaren, desgewenst
met medewerking van één of meer door haar aangewezen boekhoudkundigen, in alle burelen
van openbare dienst en bij alle comptabelen de inlichtingen te doen inwinnen en de
opnemingen van kassen en voorraden en de onderzoekingen van boeken, rekeningen, verantwoordingen,
bewijsstukken en verdere bescheiden te doen, welke zij nodig acht voor het uitvoeren
van de taak, haar bij de wet opgedragen’
Waardering: B (1)
Product: Beschikking
31
Handeling: Het opleggen van boetes aan comptabelen of aan hen die anderszins nalatig
zijn geweest
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927 art.70
Opmerking: De besluiten worden uitgevaardigd in naam der Koning(in). Zij zijn evenals
de grossen van vonnissen in burgerlijke zaken uitvoerbaar. Geschillen over de tenuitvoerlegging
worden berecht door de arrondissementsrechtbank, binnen wier ressort de tenuitvoerlegging
geschiedt.
Waardering: B (5)
Product: (Voordracht tot) Beschikking
32
Handeling: Het beslissen op verzoeken van de comptabele om herziening van de beslissing
inzake de oplegging van boete of inzake de vaststelling van een krachtens artikel
40, vierde lid ambtshalve opgemaakte rekening
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 72
Opmerking: De Algemene Rekenkamer is bevoegd ambtshalve een herziening te nemen. De
besluiten worden genomen in een voltallige vergadering van het college en worden vermeld
in het verslag als bedoeld in artikel 59.
Waardering: B (5)
Product: Beschikking, onderdeel verslag
33
Handeling: Het controleren van de verantwoordingen inzake het beheer over het materieel
in ’s Rijks magazijnen, over het muntmaterieel in ’s Rijks munt en inzake de in ’s
Rijks kas gedeponeerde fondsen waarvoor geen begroting is vastgesteld
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927 art. 92 en 93
Opmerking: De verantwoording geschiedt op de wijze als de Algemene Rekenkamer verlangt.
Waardering: B (1)
Product: Beschikking
34
Handeling: Het verlenen van ontheffing van de rekenplicht en het intrekken van de
ontheffing
Periode: 1977–1992
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 56, eerste lid
Opmerking: Aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden en deze kunnen worden
gewijzigd.
Waardering: B (5)
Product: Beschikking, correspondentie
35
Handeling: Het vaststellen van de wijze waarop en de termijnen waarbinnen de verantwoordingen
van de rekenplichtigen aan de Algemene Rekenkamer moeten worden gezonden
Periode: 1977–1992
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 57
Opmerking: Na overleg met de Minister van Financiën en de betrokken vakMinister. De
Algemene Rekenkamer kan in overleg met de Minister van Financiën eisen stellen waaraan
bewijsstukken moeten voldoen.
Waardering: B (1)
Product: Correspondentie
36
Handeling: Het aanmanen van een rekenplichtige om verantwoording af te leggen
Periode: 1977–1992
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 58, eerste lid
Opmerking: Indien de rekenplichtige nalatig blijft, wordt de verantwoording opgemaakt
door een ambtenaar, na overleg met de Algemene Rekenkamer aan te wijzen door de betrokken
Minister.
Waardering: B (1)
Product: Beschikking, correspondentie
37
Handeling: Het voeren van overleg met de betrokken Minister voor het aanwijzen van
een ambtenaar (a) of met de Minister van Financiën voor het treffen van een regeling
(b) bij het plotseling ontbreken van een rekenplichtige
Periode: 1945–1992
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 41
Comptabiliteitswet 1976, art. 59, eerste en vijfde lid
Opmerking: Betreft het ambtshalve opmaken van een verantwoording bij overlijden, onder
curatelenstelling, schorsing of het voortvluchtig zijn van de rekenplichtige (a).
Het treffen van een andere regeling voor doorgaande beheren, dat wil zeggen de beheren
die bij afwezigheid of ontstentenis van de rekenplichtige automatisch worden voortgezet
door een plaatsvervangend rekenplichtige (b).
Waardering: V (20)
Product: Correspondentie
38
Handeling: Het ontheffen van de verantwoordelijkheid van de rekenplichtige door het
afgeven van een bewijs
Periode: 1977–1992
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 60 en 56, vierde lid
Opmerking: De Algemene Rekenkamer stelt daarbij zo nodig vast, welk bedrag door de
rekenplichtige moet worden betaald en bepaalt de termijn, waarbinnen dit dient te
geschieden.
Waardering: B (1)
Product: Beschikking
39
Handeling: Het opleggen van boetes aan rekenplichtigen
Periode: 1977–1992
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 61 en 62
Opmerking: Beschikking kan worden uitgevaardigd in naam van de Koning(in). Zij zijn
met overeenkomstige toepassing van de bepalingen over de grossen van vonnissen in
burgerlijke zaken uitvoerbaar. Van de beschikking wordt mededeling gedaan aan de betrokken
Minister
Waardering: B (1)
Product: (Voordracht tot) Beschikking
40
Handeling: Het vaststellen van het saldo, hetwelk de rekenplichtige is verschuldigd,
dan wel aan deze toekomt
Periode: 1977–1992
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 68, vijfde lid en 62, tweede lid
Opmerking: Indien de beschikking de invordering van een verschuldigd saldo betreft,
kan deze worden uitgevaardigd in naam van de Koning(in). Zij zijn met overeenkomstige
toepassing van de bepalingen over de grossen van vonnissen in burgerlijke zaken uitvoerbaar.
Waardering: B (1)
Product: Beschikking
41
Handeling: Het herzien van een genomen beschikking omtrent de verantwoordingen of
het opleggen van boeten
Periode: 1977–1992
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 63
Opmerking: De beschikking omtrent de verantwoording of het opleggen van een boete
kan worden herzien. Dit kan op verzoek van de rekenplichtige, of ambtshalve. De beschikking
tot herziening wordt genomen in een voltallige vergadering van het college. Daarvan
wordt melding gemaakt in het verslag van de Algemene Rekenkamer.
Waardering: B (1)
Product: Beschikking en (onderdeel van) verslag.
42
Handeling: Het onderzoek naar de verantwoording van onder ’s Rijks beheer gestelde
vermogens en vermogensbestanddelen
Periode: 1977–1992
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 79
Opmerking: Voorbeelden zijn rekeningen van derden bij de Schatkist (bijv. van Suriname,
de Nederlandse Antillen, Aruba, de provincies en de gemeenten), de Consignatiekas
en fondsen uit erflating
Waardering: B (1)
Product: Verantwoordingen, correspondentie
43
Handeling: Het opleggen van de rekenplicht aan anderen, die van rijkswege zijn belast
met het beheer over gelden, geldswaardige papieren of goederen, en aan personen die
met een zodanig beheer zijn belast door instellingen, die dit beheer van Rijkswege
voeren.
Periode: 1945–1991
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 39, vijfde lid
Comptabiliteitswet 1976, art. 56, derde lid
Opmerking: Enkele van dergelijke rekenplichtigen:
1. Rijkskweekschool voor Vroedvrouwen te Rotterdam (Reglement op de rijkskweekschool
voor Vroedvrouwen te Rotterdam; Staatsblad 1958, 409), art. 17)
Periode: 1958–1991
2. Rijksopleidingscentrum voor verloskundigen te Rotterdam (Reglement Rijksopleidingscentrum
voor verloskundigen te Rotterdam; Staatscourant 1988, nr. 151), art. 8)
Periode: 1988–1991
3. Centrale Raad voor de Volksgezondheid (Besluit Financieel Beheer Centrale Raad
voor de Volksgezondheid; Staatsblad 1959, 151), art. 22)
Periode: 1959–1991
4. De directeur van de Staatsloterij (Wet op de kansspelen; Staatsblad 1964, 483),
art. 10)
Periode: 1964–1991
De procedure van de persoonlijke dechargeverlening van de kasbeheerders is begin jaren
negentig in artikel 13, tweede lid, van het Besluit Taak FEZ opgenomen, nadat bij
de vijfde wijziging van de CW 1976 (Stb. 1992, 350) de (persoonlijke) rekenplicht
van rekenplichtigen (kasbeheerders) aan de Algemene Rekenkamer was komen te vervallen.
Een ‘rekenplichtige’ is nu nog slechts verantwoording schuldig aan zijn Minister.
Waardering: B (1)
Product: Verantwoordingen, correspondentie
Het maken van bezwaar
44
Handeling: Het maken van bezwaar tegen de verevening van een uitgaaf
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 80, tweede lid, art. 82 en 83;
Opmerking: Zie handeling 45.
Waardering: B (1)
Producten: Bezwaarbrief en verdere correspondentie met de betrokken Minister
45
Handeling: Het verlengen van de termijn waarbinnen de betrokken Minister voorstellen
kan doen tot opheffing van het bezwaar tegen verevening
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art.82, tweede lid
Opmerking: De termijn kan met tweemaal drie maanden worden verlengd.
Waardering: B (1)
Product: Correspondentie
46
Handeling: Het verlengen van de termijnen waarbinnen de betrokken Minister voorstellen
kan doen tot opheffing van het bezwaar tegen verevening
Periode: 1977–1987
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 71, tweede lid
Opmerking: De termijn kan met ten hoogste twee maanden worden verlengd.
Waardering: B (1)
Producten: Correspondentie
47
Handeling: Het maken van bezwaar tegen bepaalde (groepen van) uitgaven en ontvangsten
Periode: 1977–1992
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 71 en 72.
Opmerking: Zie handeling 45.
Waardering: B (1)
Producten: Bezwaarbrief en verdere correspondentie met de betrokken Minister, mededeling
aan de Staten-Generaal
48
Handeling: Het maken van bezwaar met betrekking tot het door de Minister gevoerde
financieel beheer, het materieelbeheer of de verantwoording daarover
Periode: 1992–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1992, art. 55 en 56
Comptabiliteitswet 2001, art. 88 en 89
Opmerking: Levert het onderzoek op grond van art. 82 Comptabiliteitswet 2001 bezwaar
op, dan is de procedure als volgt:
– de beslissing wordt medegedeeld aan de betrokken Minister (mededeling van bezwaar;
Comptabiliteitswet 2001, art. 88, eerste lid;
– de betrokken Minister is verplicht binnen een maand de Algemene Rekenkamer in kennis
te stellen van hetgeen tot opheffing van het bezwaar kan leiden (Comptabiliteitswet
2001, art. 88, tweede lid);
– de Algemene Rekenkamer neemt na afloop van de termijn haar eindbeslissing, waarvan
zij mededeling doet aan de betrokken Minister en, indien zij haar bezwaar handhaaft,
aan de Minister van Financiën (Comptabiliteitswet 2001, art. 88, derde en vierde lid);
– indien het bezwaar inhoudt dat bepaalde (groepen van) verplichtingen, uitgaven en
ontvangsten niet in overeenstemming met de begrotingswet of met andere wettelijke
regelingen tot stand zijn gekomen, dan dient de Minister te zorgen dat binnen twee
maanden na de eindbeslissing van de Algemene Rekenkamer een voorstel tot vaststelling
van een indemniteitswet aan de Tweede Kamer wordt gezonden (Comptabiliteitswet 2001
art. 89, eerste lid).
Als de Algemene Rekenkamer na afloop van de termijn niet van een zodanige indiening
is gebleken, doet zij daarvan mededeling aan de Tweede Kamer.
Indien het een ander bezwaar betreft dan bedoeld in het eerste lid van art. 89 (zogenaamd
bezwaar van de tweede soort), dan maakt de Algemene Rekenkamer daarvan melding in
het rapport bij het betreffende jaarverslag.
Tevens kan de Algemene Rekenkamer bij een bezwaar van de tweede soort een aantekening
plaatsen in haar rapport bij het Financieel jaarverslag van het Rijk.
De betrokken Minister zendt in een aanvulling op het betrokken jaarverslag zijn standpunt
inzake het in art. 89, derde lid bedoelde bezwaar zo spoedig mogelijk, maar in elk
geval vóór de behandeling van het jaarverslag door de Tweede kamer, aan de Tweede
Kamer, met de reden daarvan (Comptabiliteitswet 2001, art. 63, vierde lid).
De hiervoor beschreven bezwaarprocedure is in hoofdlijnen tot op heden niet gewijzigd.
Wel zijn sinds 1945 meerdere keren wijzigingen aangebracht. Die wijzigingen zijn hierna
te vinden. Actor is tevens de betrokken Minister.
Wijzigingen in het maken van bezwaar:
– 1945: de Algemene Rekenkamer maakt bezwaar tegen verevening van de uitgaaf. De betrokken
Minister moet binnen drie maanden de Algemene Rekenkamer in kennis stellen met hetgeen
tot opheffing van het bezwaar kan leiden. De Algemene Rekenkamer kan de termijn tweemaal
met ten hoogste drie maanden verlengen. Na afloop van de termijn neemt de Algemene
Rekenkamer haar eindbeslissing, waarvan zij, indien zij het bezwaar handhaaft, mededeling
doet aan de betrokken Minister. Als het bezwaar niet alsnog wordt opgeheven – hetzij
door storting van het bedrag door de Minister in ’s Rijks kas, hetzij een regeling
naar genoegen van het college van de Algemene Rekenkamer is getroffen – dan moet de
Minister zorgdragen dat binnen drie maanden bij de Staten-Generaal een voorstel van
wet (indemniteitswet) wordt ingediend, houdende de bepaling, dat de uitgaaf alsnog
door de Algemene Rekenkamer onder de Rijksuitgaven zal worden opgenomen met aanwijzing
van het dienstjaar en van het hoofdstuk der begroting, ten laste waarvan de uitgaaf
moet worden gebracht (art. 80, tweede lid, 82 en 83).
– Vanaf 1 juli 1977 (Comptabiliteitswet 1976): bezwaar wordt gemaakt op grond van
het rechtmatigheidonderzoek en betreft met name het in strijd met de Comptabiliteitswet,
de begrotingswet of ander wettelijk voorschrift/regeling doen van uitgaven; bezwaar
ook mogelijk tegen ontvangsten; (art. 71, tweede lid) de Minister heeft twee maanden
de tijd om op het bezwaar van de Algemene Rekenkamer te reageren i.p.v. drie maanden
(kan eenmaal met twee maanden worden verlengd); vervallen is de mogelijkheid om na
de eindbeslissing van de Algemene Rekenkamer het bedrag in ’s Rijks kas te storten.
Indien de betrokken Minister niet op tijd een Indemniteitswet indient, doet de Algemene
Rekenkamer daarvan mededeling aan de Staten-Generaal (vanaf 1 september 2001: aan
de Tweede Kamer);
– Vanaf 1 januari 1987: (art. 71, tweede lid) de Minister heeft één maand de tijd
om op het bezwaar van de Algemene Rekenkamer te reageren i.p.v. twee maanden; vervallen
de mogelijkheid om de termijn te verlengen; (art. 72, eerste lid): Minister moet Indemniteitswet
bij gehandhaafd bezwaar indienen binnen twee i.p.v. drie maanden. Als de Algemene
Rekenkamer na afloop van deze termijn niet van een zodanige indiening is gebleken,
doet zij daarvan mededeling aan de Tweede Kamer;
– Vanaf 1 januari 1992 (art. 55): bezwaar ook mogelijk tegen verplichtingen; (art.
56, derde lid) introductie tweede soort bezwaar (geen rechtmatigheidbezwaar; zgn.
financieel beheer bezwaar; zie handeling 45). Bezwaar met betrekking tot het gevoerde
financiële beheer of de verantwoording daarover. Het bezwaar moet inhouden dat bepaalde
(groepen van) verplichtingen, uitgaven en ontvangsten niet in overeenstemming met
de begrotingswet of met andere wettelijke regelingen tot stand zijn gekomen. Indien
de Algemene Rekenkamer bij de eindbeslissing haar bezwaar handhaaft, doet zij daarvan
tevens mededeling aan de Minister van Financiën.
Bezwaar van de tweede soort, art. 67, derde lid: mogelijkheid een aantekening te maken
bij de goedkeuring van de rekening (vanaf 1992 financiële verantwoording) van het
Rijk;
Vanaf 1 juli 2000 (art. 56, eerste lid): vervallen de mogelijkheid om na de eindbeslissing
van de Algemene Rekenkamer alsnog een regeling naar genoegen van het college te treffen.
Waardering: B (1)
Producten: Overzicht van potentiële bezwaargevallen, (concept)rapport bezwaaronderzoek,
correspondentie met de Ministers, besluit bezwaaronderzoeken, mededeling van bezwaar
en brief besluit handhaven/opheffen bezwaar, mededelingen aan de Minister van Financiën
inzake handhaving van bezwaar bij eindbeslissing, mededeling aan de Tweede Kamer inzake
het niet blijken van het indienen van een indemniteitswet
49
Handeling: Het doen van onderzoek voorafgaande aan het maken van bezwaar
Periode: 1992–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1992, art. 51
Comptabiliteitswet 2001, art. 82
Opmerking: Het is sinds 1994 beleid van de Algemene Rekenkamer om, alvorens bezwaar
te maken, een onderzoek te starten. Dit wordt meegedeeld aan de betrokken Minister.
Het onderzoek leidt tot bevindingen die worden meegedeeld aan de betrokken Minister.
De Minister kan een bezwaar voorkomen door tegemoet te komen aan de opmerkingen van
de Algemene Rekenkamer.
Waardering: B (1)
Producten: Rapport bezwaaronderzoek, overzicht potentiële bezwaargevallen
50
Handeling: Het doen van vervolgonderzoek naar aanleiding van een bezwaaronderzoek
Periode: 1992–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1992, art. 51
Comptabiliteitswet 2001, art. 82
Opmerking: Wanneer een bezwaaronderzoek niet tot bezwaar leidt wordt de voortgang
door de Algemene Rekenkamer gevolgd totdat het potentiële bezwaar van de lijst kan
worden afgevoerd, of totdat alsnog bezwaar wordt gemaakt.
Waardering: B (1)
Producten: Interne stukken (afvoeren van lijst potentiële bezwaargevallen)
Begrotingsfondsen
51
Handeling: Het onderzoeken van het financiële beheer en de financiële verantwoording
daarover van de begrotingsfondsen, alsmede het rapporteren daarover
Grondslag: 1945–1977: Comptabiliteitswet 1927, art. 87
1977–1991: Comptabiliteitswet 1976, art. 87
1992–2000: Comptabiliteitswet 1992, art. 2
2001– : Comptabiliteitswet 2001, art. 9
Periode: 1945–
Opmerking: Het onderzoek is in beginsel overeenkomstig het rechtmatigheidonderzoek,
leidend tot de goedkeuring (zie handelingen van subtaakgebied 1)
De begrotingsfondsen zijn:
– Scheepvaartfonds
– Rijkswegenfonds
– Landbouw-Egalisatiefonds (zie subtaakgebied 6)
– Gemeentefonds
– Provinciefonds
– Bezitsvormingsfonds
– Fonds ontwikkeling snelle kweekreactor
– Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (zie subtaakgebied 6)
– Infrastructuurfonds
– Fonds Economische Structuurversterking
– Spaarfonds AOW
– Diergezondheidsfonds
– BTW-compensatiefonds.
Waardering: B (1)
Product: O.a. rapportagevoorstel, verslag vierhoeksoverleg, conceptrapporten, bestuurlijke
schriftelijke reacties, rapporten bij het jaarverslag, rapport bij het Financieel
Jaarverslag van het Rijk en eventuele begeleidende rapporten.
Controle Staatsbedrijven
52
Handeling: Het ter plaatse, waar de boekhouding van het bedrijf wordt gevoerd, toezicht
houden op de juistheid van de bedragen, welke ten laste van en ten bate van het bedrijf
worden gebracht.
Grondslag: Bedrijvenwet 1928 (Staatsblad 1928, 249), art. 23
Periode: 1945–1994
Opmerking: De Algemene Rekenkamer onderzoekt ter plaatse de boeken, rekeningen, verantwoordingen,
bewijsstukken en verdere bescheiden, zoals zij dit nodig acht voor het uitvoeren van
de taak. Indien noodzakelijk voor het onderzoek kunnen bewijzen en bescheiden tijdelijk
naar de bureaus van de Algemene Rekenkamer worden overgebracht. De Algemene Rekenkamer
onderzoekt of het beheer van de Staatsbedrijven overeenkomstig de vastgestelde regelen
is gevoerd en of de gegeven voorschriften alle zijn nageleefd. De sanctie op deze
controle is in laatste instantie onthouding van goedkeuring.
Met ingang van het begrotingsjaar 1995 is de Bedrijvenwet niet meer van toepassing.
De Staatsbedrijven zijn, met aanduiding van de perioden waarin ze voorkomen:
1. Staatsmijnen in Limburg (Staatsblad 1928, 516)
Periode: 1945–1966
2. Staatsdrukkerij- en Uitgeverijbedrijf (Staatsblad 1928, 474)
Periode: 1945–1988
3. Staatsvissershavenbedrijf (Staatsblad 1928, 515)
Periode: 1945–1989
4. Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (Staatsblad 1928, 514)
Periode: 1945–1989
5. Staatsmuntbedrijf (Staatsblad 1928, 483)
Periode: 1945–1994
6. Staatsgasbedrijf (Staatsblad 1957, 73)
Periode: 1957–1963
7. Artillerie-Inrichtingen (Staatsblad 1958, 177)
Periode: 1959–1975
Waardering: B (1)
Product: Verslag en eventuele correspondentie met de Ministers en de Staten-Generaal
53 (22.73)
Handeling: a. Het beoordelen van rekeningen van alle aanmuntingen voor het Rijk of
zijn koloniën en bezittingen; het beoordelen van maandelijkse staten van ontvangsten
en uitgaven van de Munt; het beoordelen van jaarlijkse rekeningen van de Munt betreffende
de in elk der maanden van het laatst verlopen kalenderjaar gedane ontvangsten en uitgaven;
het beoordelen van jaarlijkse verantwoordingen van het in het laatstverlopen kalenderjaar
door de Munt ontvangen munt- en medaillemateriaal.
b. Het beoordelen van rekeningen van elke aanmunting, ontmunting of vervreemding van
muntmateriaal voor rekening van Nederland; het beoordelen van maandelijkse staten
van inkomsten en uitgaven van de Munt over de
voorafgaande maand; het beoordelen van jaarlijkse recapitulaties betreffende de in
elk der maanden van het het voorgaande jaar door de Munt ontvangen en
verzonden munten en van verantwoordingen door de Munt van het in het voorgaande jaar
ontvangen en afgeleverde munt- en medaillemateriaal.
Periode: 1945–1987
Grondslag: Besluit van 23 september 1909, Staatsblad 318, houdende regeling van de
inrichting van den dienst van ’s Rijks Munt, artt. 27, 28 en 30; Besluit van 24 december
1957, Staatsblad, 560, houdende nadere regelen omtrent de inrichting van de dienst
van ’s Rijks Munt, artt. 11, 12 en 13
Opmerking: RIO 22, handeling 73
Waardering: B (5)
Producten: Rapport
54
Handeling: Het onderzoeken en goedkeuren van de rekeningen van takken van rijksdienst,
bedoeld in artikel 88 (rekeningen van de Staatsbedrijven) en het aanbieden daarvan
aan de regering, onder bijvoeging van de opmerkingen
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 90, eerste lid, Bedrijvenwet (Staatsblad
1928, 249), art. 19, eerste lid derde lid. Comptabiliteitswet 1976, art. 73, 90; Vanaf
1992: art. 72
Periode: 1945–1994
Opmerking: Het betreft de rekeningen van de Staatsbedrijven, die in enig jaar bestaan.
Waardering: B (1)
Product: Verklaring van goedkeuring, alsmede het document waarin deze verklaring en
de opmerkingen zijn opgenomen
Staatsschuld en overige schulden
55 (43.67)
Handeling: Het registreren van de voor schatkistpromessen bestemde formulieren onder
vermelding van het bedrag en volgnummer.
Periode: 1945–1975
Grondslag: Wet schatkistpromessen 1881 (Staatsblad 185), art. 2.
Opmerking: RIO 43, handeling 67
Waardering: V (7) na beëindiging looptijd
Producten: Registers
56 (43.112)
Handeling: Het registreren van alle geldleningen ten laste of onder waarborg van de
Staat.
Periode: 1945–1991
Grondslag: Besluit van den 12den juni 1936, (Staatsblad 480), art. 33 en 74.
Comptabiliteitswet 1976, art. 81, tweede lid.
Opmerking: Bij de Wet van 24 juni 1992 (Staatsblad 350), vijfde wijziging Comptabiliteitswet,
kwam deze handeling per 1 januari 1992 te vervallen.
RIO 43, handeling 112
Waardering: B (5)
Producten: Registers
57 (43.113)
Handeling: Het vóór uitgifte registreren, en van een kenteken van registratie voorzien
van de schuldbewijzen ten laste van de Staat.
Periode: 1945–1991
Grondslag: Wet Schatkistbiljetten 1870 (Staatsblad 62), art. 1 en 2.
Leningwetten.
Comptabiliteitswet 1976, art. 81, tweede lid.
Opmerking: Bij de Wet van 24 juni 1992 (Staatsblad 350), vijfde wijziging Comptabiliteitswet,
kwam deze handeling per 1 januari 1992 te vervallen.
RIO 43, handeling 113
Waardering: V (7) na beëindiging looptijd
Producten: Registers
58 (43.114)
Handeling: Het opstellen van doubletten van de Grootboeken der Nationale Schuld.
Periode: 1945–1991
Grondslag: Grootboekwet 1913 (Staatsblad 123), art. 4, tweede lid.
Opmerking: Bij de Wet van 24 juni 1992 (Staatsblad 350), vijfde wijziging Comptabiliteitswet,
kwam deze handeling per 1 januari 1992 te vervallen.
RIO 43, handeling 114
Waardering: V (10)
Producten: Doubletten van de Grootboeken der Nationale Schuld.
59 (43.115)
Handeling: Het beoordelen van rekeningen die bij sluiting van de Grootboeken worden
opgemaakt.
Periode: 1945–1991
Grondslag: Grootboekbesluit 1913, art. 29 en 60.
Opmerking: Stukken m.b.t. toegekende subsidieaanvragen.
RIO 43, handeling 115
Waardering: B (5)
Producten: Correspondentie, rapport o.i.d.
60 (43.116)
Handeling: Het controleren en vaststellen van de rekening, afkomstig van de Minister
van Financiën, van het inwisselen tegen contant geld van schuldbewijzen voor elke
lening, aangegaan ten laste van de Staat.
Periode: 1945–1975
Grondslag: Leningwetten 1940-1993.
Opmerking: RIO 43, handeling 116
Waardering: B (5)
Producten: Vastgestelde rekening, correspondentie
61 (43.117)
Handeling: Het opstellen van een staat van gedurende een half jaar na de verschijndag
van de rentetermijn aangemaakte, afgegeven en ingetrokken stellen rentebewijzen.
Periode: 1945–1993
Grondslag: Grootboekbesluit 1913, art. 62, eerste lid.
Opmerking: RIO 43, handeling 117
Waardering: B (5)
Producten: Staten van rentebewijzen
62 (43.118)
Handeling: Het opstellen van een verantwoording van niet uitgegeven stellen rentebewijzen.
Periode: 1945–1993
Grondslag: Grootboekbesluit 1913, art. 62, tweede lid.
Opmerking: Deze handeling is na 1960 niet meer verricht.
RIO 43, handeling 118
Waardering: B (5)
Producten: Verantwoordingen
63 (86.101)
Handeling: Het registreren van schuldbewijzen voor uitgifte, alsmede het vernietigen
van terugontvangen schuldbewijzen.
Periode: 1945–1987
Grondslag: Machtigingswet spoorwegbedrijf 1937, Staatsblad 520, art. 4 (Uitvoeringsvoorschriften.
Rekening. Schulddelging.), lid c en f.
Opmerking: RIO 86, handeling 101
Waardering: V (20)
Producten: Registratie, correspondentie
64 (127.60)
Handeling: Het controleren, registreren en vernietigen van de te gelde gemaakte schuldbewijzen
van leningen.
Periode: 1950–
Grondslag: Wet Materiële oorlogs- en watersnoodschaden 1950, Staatsblad K 31, art.
119.2.
Opmerking: RIO 127, handeling 60
Waardering: B (5)
Product: Registraties en controleverklaringen
65 (127.431)
Handeling: Het voor uitgifte registreren en het vernietigen van terugontvangen opbouwobligaties.
Periode: 1950–c.a. 1980
Grondslag: Wet MOS 1950 Staatsblad 31, art. 53.8.9,
Opmerking: RIO 127, handeling 431
Waardering: V (20)
Product: Registratieverklaringen en Vernietigingsverklaringen
66 (151.206)
Handeling: Het controleren en goedkeuren van door de Minister van Financiën af te
leggen verantwoording over aangegane schuldverplichtingen ten laste van het Rijk i.v.m.
de consolidatie van Staatsschuld met behulp van geblokkeerde tegoeden.
Periode: 1946–
Grondslag: Besluit Grootboek 1946, Staatsblad F 268, art. 2.2,
Opmerking: RIO 151, handeling 206
Waardering: B (5)
Product: Controleverslagen en Goedkeuringen
67 (151.225)
Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die belast zijn met het toezicht op het vervaardigen
van lotingskaartjes en het verrichten van uitloting van rekeningen en schuldbewijzen
3%-Grootboekschuld 1946 welke aflosbaar gesteld zullen worden.
Periode: 1950–
Grondslag: Regeling van uitloting en aflossing van de inschrijvingen en schuldbewijzen
3%-Grootboekschuld 1946, Staatscourant 25-8-1950 no. 165, art. 2–6,
Opmerking: RIO 151, handeling 225
Waardering: V (20)
Product: Beschikkingen
68 (151.227)
Handeling: Het controleren van het uitloten van rekeningen en schuldbewijzen 3% Grootboek
1946 welke aflosbaar gesteld zullen worden en de opgemaakte processen verbaal.
Periode: 1950–1990
Grondslag: Regeling van uitloting en aflossing van de inschrijvingen en schuldbewijzen
3%-Grootboekschuld 1946, Staatscourant 25-8-1950 no. 165, art. 2-6,
Opmerking: RIO 151, handeling 227
Waardering: B (5)
Product: Goedkeuringen
69 (151.229)
Handeling: Het controleren en goedkeuren van een rekening van verantwoording ten behoeve
van de Staten-Generaal, betreffende de plaatsing van schuldbewijzen tegen inwisseling
van schuldbewijzen van te converteren leningen.
Periode: 1946–
Grondslag: Conversieleningwet 1946, Staatsblad G 407, art. 2 lid 2,
Conversieleningwet 1948, Staatsblad I 115, art. 2 lid 2,
Opmerking: vgl. PIVOT-rapportage betreffende de zorg voor de financiering en beheersing
van de Staatsschuld ‘Die zijn schuld betaalt, verarmt niet’ handeling nr. 115,
de conversielening gaat het niet om omwisseling van contant geld maar tegen eerder
uitgegeven schuldbewijzen
RIO 151, handeling 229
Waardering: B (5)
Product: Controle en goedkeuringen
70 (151.230)
Handeling: Het vernietigen van wegens schulddelging terugontvangen schuldbewijzen.
Periode: 1946–
Grondslag: Conversiegeldleening 1946, Staatsblad G 407, art. 2, vijfde lid,
Conversieleningwet 1948, Staatsblad I 115, art. 2, vijfde lid,
Opmerking: RIO 151, handeling 230
Waardering: V (20)
Product: Verklaringen van vernietiging
Subtaakgebied 5: Handelingen voortvloeiend uit overige taken en bevoegdheden in de
Comptabiliteitswet
Periode 1945–1977
96
Handeling: Het dienen van advies en consideratieën op alle stukken, die door de regering
aan de Algemene Rekenkamer worden toegezonden
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 58 en 73
Opmerking: Ieder lid van het college mag zijn afwijkende mening afzonderlijk bij het
advies ter kennis brengen van de regering. Art. 73 betreft het geven van advies over
de algemene maatregel van bestuur als bedoeld in dit artikel.
Waardering: B (1)
Producten: Correspondentie, rapport e.d.
97
Handeling: Het opstellen van een verslag
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 59
Opmerking: Het verslag van werkzaamheden wordt vóór 1 april van elk jaar aan de regering
aangeboden. Het verslag wordt toegezonden aan de Staten-Generaal voor de opening van
de volgende gewone zitting.
Waardering: B (1)
Product: Verslag
98
Handeling: Het verplicht verstrekken van inlichtingen aan de vakMinisters
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 61, eerste lid
Opmerking: Dit betreft het verstrekken van inlichtingen anders dan op grond van gedaan
onderzoek en op grond van overige artikelen van de Comptabiliteitswet.
Ook het mededelen aan de Algemene Rekenkamer van bestraffingen bij de Belastingdienst.
Betreft brieven met bijlage die de Algemene Rekenkamer van de staatssecretaris van
Financiën ontvangt. en die met een begeleidende notitie ter afdoening worden voorgebracht
bij het College.
Waardering: B (5)
Product: Te bewaren neerslag: afdoening, correspondentie.
Periode 1977–1991
99
Handeling: Het komen tot een voorstel voor onderzoek op verzoek van een of beide Kamers
der Staten-Generaal
Periode: 1977–1991
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 74, tweede lid
Opmerking: Voordat het eventuele onderzoek start, wordt met de verzoeker overlegd
om tot een onderzoeksvoorstel te komen. In de praktijk betreft het verzoek van de
Staten-Generaal niet alleen rechtmatigheidsonderzoek, maar ook doelmatigheidsonderzoek.
Waardering: B (1)
V (7)
Product: Te bewaren neerslag: correspondentie, onderzoeksvoorstel e.d.
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
100
Handeling: Het doen van mededelingen aan de vakMinister, de Minister van Financiën
en de Staten-Generaal, alsmede het naar aanleiding daarvan plegen van overleg met
hen
Periode: 1977–1991
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 75, tweede lid
Opmerking: Het betreft mededelingen en het voeren van overleg anders dan op grond
van onderzoek. Zie handeling 80.
Waardering: B (5)
Product: Correspondentie o.i.d.
101
Handeling: Het verzoeken aan de regering om zich als AR met andere activiteiten bezig
te houden.
Periode: 1977–1991
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 76, tweede lid
Opmerking:
Waardering: B (5)
Product: Correspondentie o.i.d.
102
Handeling: Het desgevraagd aan de vakMinister verstrekken van inlichtingen
Periode: 1977–1991
Grondslag: Comptabiliteitswet 1977, art. 77, eerste lid
Opmerking: Het betreft het verstrekken van inlichtingen buiten de reguliere onderzoeken
om.
Onder andere de afspraak het beoordelen van de samenvattende rekening en het verslag
van de Minister van Financiën betreffende de vaststelling en controle voor de Europese
Commissie betreffende de toepassing van het Eigen middelen besluit. Zie ook RIO 126.33.
Dit rapport wordt bij het verslag van de Minister van Financiën betreffende de toepassing
van het Eigen middelen besluit gevoegd.
Waardering: B (1)
Product: Te bewaren neerslag: correspondentie, rapport o.i.d., afdoening.
103
Handeling: Het opstellen van een verslag van werkzaamheden waarin mede melding wordt
gemaakt van hetgeen haar bij onderzoeken gebleken is en die voor de beoordeling door
de Staten-Generaal van het gevoerde beleid nuttig kan zijn
Periode: 1977–1991
Grondslag: Comptabiliteitswet art. 82
Opmerking: In het verslag komen tevens de bevindingen van gedane onderzoeken voor.
Waardering: B (1)
Product: Verslag
Periode 1991–
104
Handeling: Het instellen van bepaalde onderzoeken op verzoek van elk van de beide
kamers van de Staten-Generaal
Periode: 1991–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 58
Comptabiliteitswet 2001, art. 90
Opmerking: Voordat het eventuele onderzoek start, wordt met de verzoeker overlegd
om tot een onderzoeksvoorstel te komen. De handelingen inzake het onderzoek zijn te
vinden bij het recht- doelmatigheidsonderzoek en doeltreffendheidsonderzoek.
In de praktijk verzoeken ook bewindslieden de Algemene Rekenkamer om bepaalde onderzoeken
uit te voeren. Hoewel de CW daarover niets zegt, behandelt de Algemene Rekenkamer
dergelijke verzoeken op dezelfde wijze als de verzoeken van een van de kamers van
de Staten-Generaal.
Waardering: B (1)
V (7)
Product: Te bewaren neerslag: correspondentie, onderzoeksvoorstel, conceptrapport,
managementletter (aanbiedingsbrief met rapport), stukken m.b.t. antwoorden op vragen
van de Tweede Kamer e.d.
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
105
Handeling: Het naar aanleiding van haar werkzaamheden aan de betrokken Ministers meedelen
van opmerkingen en bedenkingen, alsmede het doen van voorstellen ter zake.
Grondslag: Comptabiliteitswet 1992 art. 61, eerste lid
Comptabiliteitswet 2001, art. 94, eerste lid
Periode: 1992–
Opmerking: Het betreft onder ander de beoordeling van de samenvattende rekening en
het verslag van de Minister van Financiën betreffende de vaststelling en controle
voor de Europese Commissie betreffende de toepassing van het Eigen middelen besluit.
Zie ook RIO 126.33. Dit rapport wordt bij het verslag van de Minister van Financiën
betreffende de toepassing van het Eigen middelen besluit gevoegd.
Waardering: B (1)
V (7)
Product: Te bewaren neerslag: correspondentie, notities
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
106
Handeling: Het verstrekken van mededelingen aan de betrokken Minister, de Minister
van Financiën en de Staten-Generaal en het eventueel plegen van nader overleg.
Grondslag: Comptabiliteitswet 1992 art. 61, tweede lid
Comptabiliteitswet 2001, art. 94, tweede lid
Periode: 1992–
Opmerking:
Waardering: B (1)
V (7)
Product: Te bewaren neerslag: correspondentie, notities
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
107
Handeling: Het opstellen van een verslag van werkzaamheden
Grondslag: Comptabiliteitswet 1992, art. 62
Comptabiliteitswet 2001, art. 95, tweede lid;
Periode: 1992–
Opmerking: Het verslag van werkzaamheden verschijnt vóór 1 april. De Algemene Rekenkamer
is verplicht dit verslag jaarlijks uit te brengen.
De onderzoeksresultaten zijn te vinden bij de handelingen inzake het recht- en doelmatigheidsonderzoek.
Het betreft hier de overige werkzaamheden
Waardering: B (1)
Product: Verslag
108
Handeling: Het toetsen van bepaalde (wets)voorstellen door de Algemene Rekenkamer
Grondslag: Comptabiliteitswet 1992 art. 63, eerste lid (vanaf 1995 ook tweede lid)
Comptabiliteitswet 2001, art. 96, eerste en tweede lid
Periode: 1992–
Opmerking: De (wets)voorstellen betreffen veelal de instelling respectievelijk oprichting
van een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon, waar de Algemene Rekenkamer
onderzoeksbevoegdheden krijgt (of waar deze een wijziging ondergaan of verdwijnen).
Waardering: B (1)
Product: Briefwisseling tussen de vakMinister en de Algemene Rekenkamer, alsmede afdoening
109
Handeling: Het voeren van overleg met de Minister van Financiën inzake het stellen
van regels bij of krachtens de Comptabiliteitswet
Grondslag: Comptabiliteitswet 1992, art. 63, tweede lid (vanaf 1995 derde lid)
Comptabiliteitswet 2001 art. 96, derde lid;
Periode: 1992–
Opmerking: Het betreft het adviseren door de Algemene Rekenkamer over wijzigingen
van de Comptabiliteitswet of lagere regelgeving op grond van de Comptabiliteitswet.
Waardering: B (1)
Product: Correspondentie o.i.d.
Overige handelingen vanaf 1945
110
Handeling: Het vervaardigen van een aanbevelingslijst voor de Tweede Kamer inzake
benoeming van de leden van de Algemene Rekenkamer
Periode: 1945–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 47, eerste en tweede lid;
Comptabilitetiswet 1976, art. 49;
Comptabiliteitswet 2001, art. 70, tweede en derde lid
Opmerking: Deze procedure geldt niet alleen voor de leden van het college, maar ook
voor de leden in buitengewone dienst
Waardering: B (4)
Producten: Correspondentie
111
Handeling: Het uitvoeren van activiteiten betreffende benoeming, eeds- c.q. belofteaflegging,
schorsing en ontslag van de secretaris
Periode: 1945–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 45, tweede lid en 49;
Comptabilitetiswet 1976, art. 45, tweede lid en 50;
Comptabiliteitswet 2001, art. 72 en 75
Opmerking:
Waardering: V (20)
Producten: Beschikking en correspondentie
112
Handeling: Het verlenen van ontheffing aan de leden ten aanzien van het vervullen
van andere (openbare) functies, zwangerschap of overige onverenigbaarheid
Periode: 1945–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 46, vierde lid;
Comptabilitetiswet 1976, art. 47, tweede, derde en vierde lid;
Comptabiliteitswet 2001, art. 73, tweede en derde lid
Opmerking:
Waardering: V (20)
Producten: Beschikking en correspondentie
113
Handeling: Activiteiten van het college inzake het verlenen van verlof aan collegeleden
en de secretaris
Periode: 1945–1977
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 50, vierde lid
Opmerking:
Waardering: V (20)
Producten: Schriftelijke neerslag
114
Handeling: Activiteiten inzake het ontslaan en schorsen van leden van het college
Periode: 1945–
Grondslag: Grondwet art. 77, derde lid
Comptabiliteitswet 1927, art. 47, derde lid;
Comptabiliteitswet 1976, art. 48, tweede lid;
Comptabiliteitswet 2001, art. 74, tweede lid
Opmerking:
Waardering: V (20)
Producten: Correspondentie en overige schriftelijke neerslag
115
Handeling: Het vaststellen van een reglement van orde voor de werkzaamheden
Periode: 1945–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 51;
Comptabilitetiswet 1976, art. 51;
Comptabiliteitswet 2001, art. 76
Opmerking:
Waardering: B (4)
Producten: Besluit Reglement van Orde
116
Handeling: Het vaststellen van instructies voor de secretaris en de overige ambtenaren
Periode: 1945–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 45, vijfde lid;
Comptabiliteitswet 1976, art. 55, tweede lid;
Comptabiliteitswet 2001, art. 81, eerste lid
Opmerking:
Waardering: B (4)
Subtaakgebied 6: Handelingen voortvloeiend uit overige wetten
Algemeen
117
Handeling: Het vastleggen van onderzoeksbevindingen naar de rechtmatigheid en/of doelmatigheid
van de uitgaven en ontvangsten van:
1. Benelux Economische Unie
2. Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen in Nederland
3. Stichting Duits-Nederlandse Windtunnel/Stiftung Deutsch-Niederländischer Windkanal
4. Nederlandse Taalunie
5. Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)
6. Stichting bureau architectenregister
7. Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij
8. Ziekenfondswet
9. Organisaties die een of meer uitkeringsregelingen ter zake van ziekte, ontslag
of werkloosheid van overheidswerknemers of gewezen overheidswerknemers uitvoert
10. Stichting Waterbouwkundig Laboratorium
11. Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR)
12. Geologische Stichting
13. Stichting Nederlands-Belgische Culturele samenwerking
14. Stichting Nederlands-Franse Culturele Samenwerking
15. Nederlandse Kastelenstichting
16. Stichting Administratie Indonesische Pensioenen
17. Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (KLM)
18. Stichting Nationaal Lucht- en Ruimtevaartgeneeskundig Centrum
19. Jachtfonds
20. Stichting Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR)
21. Naamloze Vennootschappen voor de luchtvaartterreinen Eelde, Zuid-Limburg en Texel
22. Pensioenfonds Koninklijk Conservatorium
23. Havenschap Delfzijl
24. Stichting Industrieel Garantiefonds
25. Naamloze Vennootschap Luchthaven Schiphol
26. Landbouw-Egalisatiefonds
27. Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij
28. Waarborgfonds Motorverkeer
29. Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP)
30. Emigratiebestuur
31. Omroepinstellingen
32. Havenschap Vlissingen
33. Havenschap Terneuzen
34. Fonds Luchtverontreiniging
35. Schadefonds geweldmisdrijven
36. Organen voor postacademische onderwijs
37. Bureau Beheer Landbouwgronden
38. Open Universiteit
39. Wetenschappelijk Onderwijs (inclusief academische ziekenhuizen)
40. Hoger Beroepsonderwijs
41. Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)
42. Arbeidsvoorzieningsorganisatie + gesubsidieerde instellingen
43. Experimenten activering van uitkeringsgelden
44. Samenwerkingsverbanden minderheidsgroepen
45. Stichting USZO (Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en onderwijs)
46. Stichting Mr. J.J. van Walsem-Fonds ‘pro Universitate’(VWF)
Grondslag: 1. Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie (Tractatenblad
1958, 18), art. 37.2; Overeenkomst van 14 jan. 1964 ter uitvoering van art. 37, tweede
lid (Traktatenblad 1964, 32), art. 9.
2. Wet op de kansspelen (Staatsblad 1964, 483), art. 27l zoals nadien gewijzigd (zie
Staatsblad 1981, 154, art. 27z en Staatsblad 1995, 300, art. 27l) en Organisatiebeschikking
Casinospelen (Staatscourant 1975, 252) zoals nadien gewijzigd.
3. Statuten Stichting 30 juni 1976, art. 11, vierde lid.
4. Rijkswet (Staatsblad 1981, 453), Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en het Koninkrijk België inzake de Nederlandse Taalunie (Traktatenblad 1980, 147)
en Regeling Financieel beheer van de Nederlandse Taalunie, art. 24.
5. TNO-wet (Staatsblad 1985, 762), art. 26 lid 3 en 4.
6. Wet op de architectentitel (Staatsblad 1987, 347), art. 8 lid 1.
7. Wet op de Kansspelen (Staatsblad 1992, 282), art. 12.
8. Ziekenfondswet (Staatsblad 2001, 23), art. 1x14, achtste lid
9. Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen (Staatsblad 1997, 768),
art. 81
10. Wet van 4 augustus 1938, tot vaststelling van een regeling, als bedoeld in artikel
89a der Comptabiliteitswet 1927 (Staatsblad no. 259), ten aanzien van de Stichting
Waterbouwkundig Laboratorium (Staatsblad 1938, 522), art. 2
11. Wet van den 31sten Mei 1937 tot omzetting van den Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart
in een Stichting, alsmede vaststelling van een regeling, als bedoeld in art. 89a van
de Comptabiliteitswet 1927 (Staatsblad, 259) ten aanzien van de Stichting art. 4 (Staatsblad
1937, 523). Zie ook Staatsblad 1955, 105.
12. Wet van 22 december 1939, houdende goedkeuring van de oprichting van de Geologische
Stichting, alsmede vaststelling van een regeling als bedoeld in artikel 89a van de
Comptabiliteitswet 1927 (Staatsblad No. 259) ten aanzien van die Stichting (Staatsblad
1939, 1522), art. 3
13. Wet van 3 maart 1948, houdende regelen betreffende de geldelijke aansprakelijkheid
van het Rijk voor het beheer van de Stichting voor Nederlands-Belgische Culturele
Samenwerking, gevestigd te ’s-Gravenhage, art. 3 (Staatsblad 1948, I 82).
14. Wet van 9 juni 1949, houdende regelen betreffende de geldelijke aansprakelijkheid
van het Rijk voor het beheer van de Stichting voor Nederlands-Franse Culturele Samenwerking,
art. 3 (Staatsblad 1949, J 235).
15. Wet van 30 december 1949, betreffende de regeling van de geldelijke aansprakelijkheid
van het Rijk voor het beheer van de Nederlands Kastelenstichting gevestigd te ’s-Gravenhage,
art. 3 (Staatsblad 1949, J 618).
16. Wet van 21 april 1955, houdende vaststelling van een regeling, als bedoeld in
art. 89a van de Comptabiliteitswet (Staatsblad 1927, No. 259), ten aanzien van de
‘Stichting tot verzorging en afwikkeling van pensioensaangelegenheden betreffende
gewezen overheidspersoneel van Indonesië en hun nagelaten betrekkingen’, art. 4, tweede
lid (Staatsblad 1955, 189). Staatscourant 1955, nr. 254 (wijziging van de Statuten
der Stichting: o.a. naam wordt ‘Stichting Administratie Indonesische Pensioenen’)
17. Wet van 21 augustus 1950, houdende nadere regeling van de verhouding tussen het
Rijk en de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (Staatsblad 1950, K 366), Bijlage
I, art. 7. Brief Minister van Verkeer en Waterstaat dd. 28 april 1954 aan de Tweede
Kamer (niet gedrukt). Tweede Kamer, zitting 1952-1953 – 2575, par. 3.
18. Wet van 12 maart 1953, houdende vaststelling van een regeling, als bedoeld in
art. 89a van de Comptabiliteitswet (Staatsblad 1927, 259), ten aanzien van de Stichting
Nationaal Luchtvaartgeneeskundig Centrum (Staatsblad 1953, 149), art. 4.
19. Jachtwet (Staatsblad 1954, 523), art. 34.
20. Wet van 24 februari 1955, houdende bekrachtiging van de oprichting van de Stichting
Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling, alsmede vaststelling van een regeling
als bedoeld in art. 89a van de Comptabiliteitswet 1927 (Staatsblad 259) ten aanzien
van deze Stichting, art. 4 (Staatsblad 1955, 107), art. 4 + bijlage I, art. 3.
21. Wet van 21 december 1955, houdende oprichting van Naamloze Vennootschappen voor
de luchtvaartterreinen Eelde, Zuid-Limburg en Texel (Staatsblad 1955, 622)
22. Wet Pensioenfonds Koninklijk Conservatorium (Staatsblad 1955, 131), art. 6.
23. Wet Havenschap Delfzijl (Staatsblad 1957, 373), art. 37, vijfde lid, 39
24. Wet Stichting Industrieel Garantiefonds (Staatsblad 1957, 295), Statuten, art.
13
25. Wet van 11 december 1957, houdende oprichting van een Naamloze Vennootschap Luchthaven
Schiphol (Staatsblad 1957, 529)
26. Landbouwwet (Staatsblad 1957, 342), 3, derde lid, onderdeel c, 11 en 12. Zie ook
wijziging in Staatsblad 1973, 269 en Staatsblad 1979, 323.
27. Visserijwet 1963 (Staatsblad 1963, 312), art. 44 tweede en derde lid.
28. Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Staatsblad 1963, 228), art.
23, negende lid
29. Algemene burgerlijke pensioenwet (Staatsblad 1966, 6), art. M5. Ook wijziging
bij wet van 17 december 1987 (Staatsblad 1987, 568), art. L27, M4 en M6.
30. Emigratiewet (Staatsblad 1967, 659), art. 13 lid 2.
31. Omroepwet (Staatsblad 1967, 176), art. 59, vierde lid, Mediawet (Staatsblad 1987,
249), art. 169
32. Gemeenschappelijke regeling tot oprichting van het havenschap Vlissingen, art.
34 (bijlage bij de Wet Havenschap Vlissingen, Staatsblad 1970, 457).
33. Gemeenschappelijke regeling tot oprichting van het Havenschap Terneuzen, art.
34 (bijlage bij de Wet Havenschap Terneuzen, Staatsblad 1971, 252).
34. Wet inzake de Luchtverontreiniging (Staatsblad 1970, 580), art. 64; Wet algemene
bepalingen milieuhygiëne (Staatsblad 1979, 442), art. 61ai; Wet milieubeheer (tekstplaatsing
Staatsblad 1992, 551), art. 15.28.
35. Wet voorlopige regeling schadefonds geweldmisdrijven (Staatsblad 1975, 382), art.
19 lid 2.
36. Besluit van 2 september 1977, houdende uitvoering van de artikelen 143bis, tweede
en derde lid, en 143ter, eerste en tweede lid, van de Wet op het wetenschappelijk
onderwijs (Staatsblad 1977, 525), art. 18, zevende lid
37. Wet agrarisch grondverkeer (Staatsblad 1981, 248), art. 35 lid 2.
38. Wet op de Open Universiteit (Staatsblad 1984, 573), art. 52 lid 3 en 6.
39. Wet op het wetenschappelijk onderwijs art. 188 lid 3, 6; art. 204 lid 3, 6 en
art. 208, zoals deze is gewijzigd bij de Wet van 26 juni 1986 (Staatsblad 1986, 388).
40. Wet op het hoger beroepsonderwijs (Staatsblad 1986, 289), art. 146, derde, vierde
en vijfde lid; Wijziging van de Wet op het hoger beroepsonderwijs (Staatsblad 1991,
666), art. 146, derde, vierde en vijfde lid.
41. Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Staatsblad
1987, 369), art. 25 lid 3 en art. 27.
42. Arbeidsvoorzieningswet 1990 (Staatsblad 1990, 402), art. 114 (Arbeidsvoorzieningsorganisatie
+ gesubsidieerde instellingen; Arbeidsvoorzieningswet 1996 (Staatsblad 1996, 618),
art. 89 (gesubsidieerde instellingen, Arbeidsvoorzieningsorganisatie rwt)
43. Tijdelijk besluit subsidiëring experimenten activering van uitkeringsgelden (Staatsblad
1997, 79), art. 8
44. Regeling subsidiëring samenwerkingsverbanden minderheidsgroepen (Staatscourant
1994, nr. 247), art. 7
45. Wet Stichting USZO (Staatsblad 1995, 641), art. 15.
46. Statuten van het fonds, art. 7
Periode:
1. 1964–
2. 1981–
3. 1976–
4. 1986–
5. 1986–
6. 1988–
7. 1992–
8. 2001–
9. 2002–
10. 1945–1990
11. 1945–1995
12. 1945–1997
13. 1948–1995
14. 1949–1995
15. 1949–1995
16. 1950–1995
17. 1950–1995
18. 1953–1996
19. 1954–2001
20. 1955–1995
21. 1955–1995
22. 1955–niet meer van toepassing
23. 1957–1989
24. 1957–1992
25. 1957–1995
26. 1958–2000
27. 1964–1999
28. 1965–1989
29. 1966–1995
30. 1968–2000
31. 1969–1989
32. 1970–1997
33. 1971–1997
34. 1972–1992
35. 1976–1995
36. 1977–1993
37. 1981–1995
38. 1984–1993
39. 1985–1993
40. 1986–1993
41. 1987–2001
42. 1990–1996 (Arbeidsvoorzieningsorganisatie); de gesubsidieerde instellingen tot
en met 2001
43. 1995–1998
44. 1995–1999
45. 1996–1998
46. 1975–1996
Opmerking: 1. De Algemene Rekenkamer ontvangt het rapport van commissarissen en kan
zich door onderzoek ter plaatse alle nadere gegevens verschaffen.
2. De Algemene Rekenkamer oefent controle uit op het financieel beheer van de stichting.
De stichting geeft inzage van de boeken en bescheiden en verstrekt de Algemene Rekenkamer
alle inlichtingen welke deze nodig acht. Bij haar controle kan de Algemene Rekenkamer
gebruik maken van de resultaten van door anderen verrichte controles. De Algemene
Rekenkamer kan naar aanleiding van de controle overleg plegen met de Raad voor Casinospelen.
De Algemene Rekenkamer wijdt aandacht aan de doelmatigheid van het beheer, de organisatie
en de functionering van de stichting. De Algemene Rekenkamer deelt aan de Ministers
van Justitie, Economische Zaken de opmerkingen en bedenkingen mee die zij, naar aanleiding
van de verrichtte controle, van belang acht. Tevens deelt zij aan de Ministers van
Justitie, Economische Zaken en Financiën en aan de Staten-Generaal mee wat zij in
’s Rijks belang nodig oordeelt; zij kan naar aanleiding daarvan nader overleg met
hen plegen.
3. De nationale controle-organen kunnen hun wensen ten aanzien van het controleprogramma
aan de accountants voorleggen, alsmede aan de accountants nadere vragen stellen met
betrekking tot hun verslag. Indien bepaalde zaken nog nader onderzoek behoeven, hebben
de nationale controle-organen toegang tot de boeken van de Stichting.
4. De Algemene Rekenkamer heeft het recht van controle op de rechtmatigheid van het
financiële beheer en op de doelmatigheid van het beleid, de organisatorische structuur
en het functioneren van de Nederlandse Taalunie.
5. TNO geeft inzage van boeken en bescheiden en verstrekt alle inlichtingen, welke
de Algemene Rekenkamer nodig acht om een juist inzicht te verkrijgen in het financieel
beheer. De Algemene Rekenkamer wijdt aandacht aan de doelmatigheid van het beheer,
van de organisatorische structuur en van het functioneren. De Algemene Rekenkamer
deelt aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen en aan de Raad van bestuur de
opmerkingen en bedenkingen mee die zij van belang acht. De Algemene Rekenkamer verstrekt
aan de Minister van Financiën en de Staten-Generaal de mededelingen die zij in; ’s
Rijks belang nodig oordeelt; zij kan naar aanleiding daarvan nader overleg met hen
plegen.
Het verstrekken van inlichtingen blijft achterwege voorzover het betreft in opdracht
uit te voeren dan wel uitgevoerd onderzoek, waarover geheimhouding is overeengekomen
en voorzover het betreft gegevens die door natuurlijke of rechtspersonen vertrouwelijk
aan de Organisatie zijn meegedeeld.
6. De stichting geeft inzage van de boeken en bescheiden en verstrekt alle inlichtingen
die de Algemene Rekenkamer nodig acht om een juist inzicht te krijgen in het geldelijk
beheer van het bureau.
7. De Algemene Rekenkamer kan het financiële beheer dat door de stichting gevoerd
is en de jaarlijkse financiële verantwoording daarover onderzoeken.
8. Het derde en vierde lid van art. 1×14 geven bepalingen over (de omvang met) vertrouwelijke
gegevens. Het achtste lid bepaalt dat deze bepalingen, de bevoegdheden van de Algemene
Rekenkamer ingevolgde art. 59 van de Comptabiliteitswet onverlet laten. De Algemene
Rekenkamer is verplicht tot geheimhouding met betrekking tot dergelijke gegevens.
9. De Algemene Rekenkamer heeft met betrekking tot de uitkeringsregelingen ter zake
van ziekte, ontslag en werkloosheid ten aanzien van de organisaties die een of meer
uitkeringsregelingen ter zake van ziekte, ontslag of werkloosheid van overheidswerknemers
of gewezen overheidswerknemers uitvoert, de in art. 91 van de Comptabiliteitswet 2001
vermelde bevoegdheden (rwt’s).
10. Inzage in de boekhouding en daaromtrent verstrekken van alle inlichtingen.
11. De stichting geeft inzage in de boeken en verstrekt alle daaromtrent gevraagde
inlichtingen.
12. Inzage in de boekhouding en daaromtrent verstrekken van alle inlichtingen
13. De stichting geeft inzage in de boeken en bescheiden en verstrekt die inlichtingen,
welke nodig worden geacht om een juist inzicht te krijgen in de financiële toestand
der stichting.
14. De stichting geeft inzage in de boeken en bescheiden en verstrekt die inlichtingen,
welke nodig worden geacht om een juist inzicht te krijgen in de financiële toestand
der stichting.
15. De stichting geeft inzage in de boeken en bescheiden en verstrekt die inlichtingen,
welke nodig worden geacht om een juist inzicht te krijgen in de financiële toestand
der stichting.
16. De stichting geeft inzage in de boeken en in de daaraan ten grondslag liggende
bescheiden, verstrekt alle voor de controle nodige inlichtingen en geeft gelegenheid
voor het opnemen van kasgelden en andere vermogensbestanddelen.
17. De Algemene Rekenkamer is door de Minister van Verkeer en Waterstaat uitgenodigd
op een nader overeen te komen wijze controle op het financieel beheer uit te oefenen;
de K.L.M. aanvaardt deze controle. De Algemene Rekenkamer keurt de controleprogramma’s
van de accountant goed, ontvangt de rapporten inzake de controle van de jaarrekeningen,
de jaarlijkse balans en verlies- en winstrekening, alsmede het verslag van de directie
over de toestand van de N.V. De Algemene Rekenkamer is bevoegd zelfstandig inlichtingen
in te winnen bij de directie en het personeel van de N.V., indien daartoe in van de
normale gang van zaken afwijkende gevallen aanleiding bestaat.
18. De stichting geeft inzage in de boekhouding en verstrekt alle daaromtrent gevraagde
inlichtingen. Het onderzoeken van de ontwerpbalans, de winst- en verliesrekening en
het verslag.
19. Het fonds geeft inzage in de boeken en bescheiden. Alle inlichtingen worden verstrekt,
welke de Algemene Rekenkamer voor een juist inzicht in het financieel beheer van het
Jachtfonds nodig acht. Het beoordelen van het financieel verslag met daarbijbehorende
balans en verlies- en winstrekening. Het meedelen van haar gevoelen aan de Minister
over deze stukken.
20. De stichting geeft inzage in de boekhouding en verstrekt alle daaromtrent gevraagde
inlichtingen.
21. De Algemene Rekenkamer keurt de controleprogramma’s van de accountant goed, ontvangt
de rapporten inzake de controle van de jaarrekeningen, de jaarlijkse balans en verlies-
en winstrekening, alsmede het verslag van de directie over de toestand van de N.V.
De Algemene Rekenkamer is bevoegd zelfstandig inlichtingen in te winnen bij de directie
en het personeel van de N.V., indien daartoe in van de normale gang van zaken afwijkende
gevallen aanleiding bestaat.
22. De Commissie van Toezicht verstrekt aan de Algemene Rekenkamer alle door hen gevraagde
inlichtingen met betrekking tot het beheer van het fonds en verleent desgewenst inzage
in de boekhouding van het fonds. (Mede) goedkeuring van het verslag en de rekening
en verantwoording.
23. Het onderzoeken van het geldelijk beheer en de boekhouding. Alle inlichtingen
worden desgevraagd verstrekt.
24. Inzage in de boekhouding en het verstrekken van alle inlichtingen omtrent aangelegenheden
de stichting rakende. Ook het ter kennisneming toezenden van een exemplaar van het
verslag en van de rekening en verantwoording (Statuten, art. 17, derde lid).Na liquidatie
van de stichting wordt rekening en verantwoording afgelegd, onder bijvoeging van een
rapport van de controlerende accountant, aan o.a. de Algemene Rekenkamer (Statuten,
art. 19, derde lid).
25. De Algemene Rekenkamer keurt de controleprogramma’s van de accountant goed, ontvangt
de rapporten inzake de controle van de jaarrekeningen, de jaarlijkse balans en verlies-
en winstrekening, alsmede het verslag van de directie over de toestand van de N.V.
De Algemene Rekenkamer is bevoegd zelfstandig inlichtingen in te winnen bij de directie
en het personeel van de N.V., indien daartoe in van de normale gang van zaken afwijkende
gevallen aanleiding bestaat.
26. De Algemene Rekenkamer controleert de rekeningen van afdeling B van het fonds
en brengt haar bevindingen ter kennis van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij en de Minister van Financiën. Tevens houdt de Rekenkamer toezicht op de juistheid
der bedragen, welke ten laste en ten bate van het fonds worden gebracht. De Algemene
Rekenkamer onderzoekt de boeken, andere bewijzen en overige bescheiden zoals zij dat
nodig acht.
27. De organisatie geeft inzage van boeken en bescheiden en verstrekt alle inlichtingen
welke de Algemene Rekenkamer nodig acht om een juist inzicht te krijgen in het financieel
beheer. De Algemene Rekenkamer beoordeelt het financieel verslag, de balans en winst-
en verliesrekening en deelt de Minister haar gevoelen mee over deze stukken.
28. Inzage van de boeken en bescheiden en het verstrekken van alle inlichtingen welke
de Algemene Rekenkamer nodig acht om een juist inzicht te krijgen in het financiële
beheer van het fonds.
29. De Algemene Rekenkamer controleert het fonds. Vanaf 1988 ook art. M6: het kenbaar
maken van wensen aan de vakMinister of het bestuur van het fonds; het controleren
van de jaarrekening, onder bijvoeging van opmerkingen aan de vakMinister, de Minister
van Financiën en de Staten-Generaal.
30. Het bestuur geeft inzage van de boeken en bescheiden.
31. Omroepwet: inzage van de op de omroeptaak betrekking hebbende boekhouding en de
daarbij behorende bescheiden en het inwinnen van alle inlichtingen. Toegang tot de
gebouwen en de inrichtingen, die ten behoeve van de omroep in gebruik zijn. Mediawet:
de bevoegdheden van art. 80 Comptabiliteitswet 1976 gelden voor het Commissariaat
voor de Media, het Bedrijfsfonds voor de pers, het Nederlands Omroep Produktiebedrijf
N.V., uitgevers van persorganen waaraan met toepassing van de Mediawet steun wordt
verleend voor zover het betreft steun gericht op afdekking of financiering van exploitatielasten,
de Beheerstichting, de Wereldomroep en instellingen die zendtijd hebben verkregen
voor landelijke omroep met uitzondering van kerkgenootschappen, genootschappen op
geestelijke grondslag en politieke partijen en groeperingen.
32. De Algemene Rekenkamer kan het geldelijk beheer en de boekhouding onderzoeken.
Alle nodige inlichtingen moeten daarvoor door het havenschap worden verstrekt.
33. De Algemene Rekenkamer kan het geldelijk beheer en de boekhouding onderzoeken.
Alle nodige inlichtingen moeten daarvoor door het havenschap worden verstrekt.
34. Het fonds geeft inzage van de boeken en bescheiden en verstrekt alle inlichtingen
die de Algemene Rekenkamer nodig acht.
35. Het fonds geeft inzage van boeken en bescheiden en geeft alle inlichtingen die
de Algemene Rekenkamer nodig acht om een juist inzicht te krijgen in het beheer van
het fonds.
36. De instelling geeft inzage van de boeken en bescheiden en verstrekt alle inlichtingen,
die de Algemene Rekenkamer nodig oordeelt.
37. Het bureau geeft inzage van boeken en bescheiden en geeft alle inlichtingen die
de Algemene Rekenkamer nodig acht om een juist inzicht te krijgen in het financieel
beheer van het bureau.
38. De Open Universiteit geeft inzage in de boeken en bescheiden en geeft alle inlichtingen,
die de Algemene Rekenkamer nodig oordeelt. De Rekenkamer wijdt aandacht aan de doelmatigheid
van het beheer, van de organisatorische structuur en van het functioneren van de Open
Universiteit. De Algemene Rekenkamer deelt aan de Minister van Onderwijs en Wetenschappen
en aan het College van Bestuur de opmerkingen en bedenkingen mee die zij van belang
acht. De Algemene Rekenkamer verstrekt aan de Ministers van Onderwijs en Wetenschappen
en Financiën en de Staten-Generaal de mededelingen die zij in ’s Rijks belang nodig
oordeelt; zij kan naar aanleiding daarvan nader overleg met hen plegen.
39. De instellingen geven inzage in de boeken en bescheiden en geven alle inlichtingen,
die de Algemene Rekenkamer nodig oordeelt. De Algemene Rekenkamer wijdt aandacht aan
de doelmatigheid van het beheer, van de organisatorische structuur en van het functioneren
van de instellingen. De Algemene Rekenkamer deelt aan de Minister van Onderwijs en
Wetenschappen en aan het College van Bestuur de opmerkingen en bedenkingen mee die
zij van belang acht. De Algemene Rekenkamer verstrekt aan de Ministers van Onderwijs
en Wetenschappen en Financiën en de Staten-Generaal de mededelingen die zij in ’s
Rijks belang nodig oordeelt; zij kan naar aanleiding daarvan nader overleg met hen
plegen.
40. De instelling geeft inzage in de boeken en bescheiden en verstrekt alle inlichtingen.
De Algemene Rekenkamer wijdt aandacht aan de doelmatigheid van het beheer van de organisatorische
structuren en van het functioneren van de instelling. Zij deelt aan het bevoegd gezag
en aan de betrokken Minister de opmerkingen en bedenkingen mee, die zij van belang
acht. Zij verstrekt aan de betrokken Minister, de Minister van Financiën en de Staten-Generaal
zodanige mededelingen als zij in ’s Rijks belang nodig oordeelt; Zij kan naar aanleiding
daarvan met hen nader overleg plegen. Na de wijziging met ingang van de jaarrekening
1990 kan de Algemene Rekenkamer vragen om de controlerapporten van de registeraccountant.
De bevoegdheden volgen verder uit de Comptabiliteitswet, art. 59, respectievelijk
91.
41. De organisatie geeft inzage in de boeken en bescheiden en verstrekt alle informatie,
die de Algemene Rekenkamer nodig oordeelt. De Algemene Rekenkamer wijdt aandacht aan
de doelmatigheid van het beheer, van de organisatorische structuur en van het functioneren
van de organisatie. De Algemene Rekenkamer deelt aan de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschappen en aan het algemeen bestuur de opmerkingen en bedenkingen mee die
zij van belang acht. De Algemene Rekenkamer verstrekt aan de Ministers van Onderwijs
en Wetenschappen en Financiën en de Staten-Generaal de mededelingen die zij in ’s
Rijks belang nodig oordeelt; zij kan naar aanleiding daarvan nader overleg met hen
plegen.
42. De Algemene Rekenkamer oefent controle uit op het financieel beheer van de organisatie.
De organisatie geeft inzage van de boeken en bescheiden en verstrekt alle inlichtingen
die de Algemene Rekenkamer nodig acht. De Algemene Rekenkamer wijdt aandacht aan de
doelmatigheid van het beheer, de organisatie en de functionering van de organisatie.
De Algemene Rekenkamer deelt de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de
organisatie de opmerkingen en bedenkingen mee die zij van belang acht. De Algemene
Rekenkamer verstrekt de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën
en de Staten-Generaal de mededelingen die zij in ’s Rijks belang nodig oordeelt; zij
kan daarover met hen overleg plegen. De gesubsidieerde instellingen geven te allen
tijde toegang tot boeken en bescheiden, verstrekken kosteloos inlichtingen en verlenen
alle medewerking voor zover de Algemene Rekenkamer dit nodig acht voor haar taak.
43. De Algemene Rekenkamer heeft inzage in de administratie en kan alle inlichtingen
ontvangen die zij nodig acht om een juist inzicht te krijgen in de uitvoering van
het project en de aanwending van de subsidie.
44. Op eerste vordering wordt alle informatie verstrekt. Het inwinnen van informatie
bij de registeraccountant, die met de controle is belast. De Algemene Rekenkamer heeft
met betrekking tot de uitvoering van de uitkeringsregelingen ter zake van ontslag
en werkloosheid in de periode totdat de Stichting onder de werking van de Organisatiewet
sociale verzekeringen valt, ten aanzien van de Stichting ingevolge art. 59 van de
Comptabiliteitswet vermelde bevoegdheden.
Het betreft de controle op de jaarstukken en het verlenen van décharge aan het bestuur
van de stichting.
Waardering: B (5)
Product: Rapport, correspondentie
118
Handeling: Het overeenstemmen met de betrokken Minister inzake de aanwijzing van een
accountant, die wordt belast met de controle van de jaarrekening van:
1. Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)
2. Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
3. Waarborgfonds Motorverkeer
4. Fonds Luchtverontreiniging
5. Open Universiteit
6. Wetenschappelijk Onderwijs
7. Hoger Beroepsonderwijs
8. Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek
Periode: 1. 1975–
2. 1950–1995
3. 1965–1989
4. 1972–1992
5. 1984–1993
6. 1985–1993
7. 1986–1993
8. 1987–2001
Grondslag: 1. Besluit van 9 juli 1975 (Staatsblad 1975/411): art. I, TNO-besluit 1980
(Staatsblad 1980, 764): art. 26 lid 5, TNO-wet (Staatsblad 1985, 762): art. 26 lid
2.
2. Wet van 21 augustus 1950, houdende nadere regeling van de verhouding tussen het
Rijk en de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. (Staatsblad 1950, K 366), Bijlage
I, art. 7.
3. Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Staatsblad 1963, 228), art. 23,
negende lid
4. Besluit fonds luchtverontreiniging (Staatsblad 1972, 471), art. 12; Besluit Fonds
Luchtverontreiniging 1990 (Staatsblad 1990, 569), art. 15.
5. Wet op de Open Universiteit (Staatsblad 1984, 573), art. 52 lid 3
6. Wet op het wetenschappelijk onderwijs (Staatsblad 1985, 562), art. 188 lid 3, art.
204 lid 3 en art. 208, zoals deze is gewijzigd bij de Wet van 26 juni 1986 (Staatsblad
1986, 388).
7. Wet op het hoger beroepsonderwijs (Staatsblad 1986, 289), art. 146, derde en vierde
lid.
8. Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (Staatsblad 1987,
369), art. 25 lid 2.
Opmerking: 3. zie ook RIO 111.29.
De vakMinister brengt de Algemene Rekenkamer schriftelijk op de hoogte van de aanwijzing
respectievelijk intrekking.
Waardering: V (10) na intrekking van de aanwijzing
Producten: Correspondentie
Geldwezen
119 (22.149)
Handeling: Het doen vernietigen van door de Minister van Financiën ingetrokken zilverbon
Periode: 1945–
Grondslag: Wet tot uitgifte van zilverbons, art 6; gewijzigd in 1918, Staatsblad 782
Opmerking: RIO 22, handeling 149. Zilverbons is een geldwaardig papier in tijden van
schaarste aan zilver als wettig betaalmiddel uitgegeven
Waardering: B (5)
Producten: Correspondentie, verklaringen van vernietiging
Regulering van en toezicht op de centrale bank
120 (40.65)
Handeling: Het beoordelen van de rekening van ’s Rijks kas, respectievelijk van de
rekening van De Nederlandsche Bank als rijkskassier.
Periode: 1945–1976
Grondslag: Bankwet 1937, art. 14.3.; Bankwet 1948, art. 19.3.
Opmerking: RIO 40, handeling 65
Waardering: B (5)
Producten: Rapporten/verslagen
Wet aansprakelijkheidsverzekeringen
121 (111.28)
Handeling: Het instemmen met de aanwijzing, door de Minister van Financiën, van een
accountant belast met de controle van de jaarrekening van het Waarborgfonds Motorverkeer
Periode: 1967–1989
Grondslag: Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen zoals gewijzigd bij wet
(Staatsblad 1966, nr. 559), artikel 23 lid 9
Opmerking: RIO 111, handeling 28. Aan de accountant en aan de Algemene Rekenkamer
wordt inzage gegeven van de boeken en bescheiden en worden alle inlichtingen verstrekt
welke zij nodig achten om een juist inzicht te krijgen in het financiële beheer van
het fonds.
Waardering: V (10) na vaststelling jaarrekening
Product: Correspondentie
Internationaal financieel en monetair beleid
122 (126.33)
Handeling: Het beoordelen van de samenvattende rekening en het verslag van de Minister
van Financiën betreffende de vaststelling en controle voor de Europese Commissie betreffende
de toepassing van het Eigen middelen besluit.
Periode: 1970–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 77
Comptabiliteitswet 2001, art. 94 en de voorloper art. 61
Opmerking: Dit rapport wordt bij het verslag van de Minister van Financiën betreffende
de toepassing van het Eigen middelen besluit gevoegd.
RIO 126, handeling 33
Waardering: B (1)
Product: Rapport
Subtaakgebied 7: Handelingen voortvloeiend uit betrekkingen met andere lichamen (onder
meer in het buitenland)
123
Handeling: Het voeren van overleg met de vakMinisters over het stellen van regels
bij rijkswet omtrent de samenwerking met Suriname, de Nederlandse Antillen, de eilandgebieden
of Aruba
Periode: 1954–
Grondslag: Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (Staatsblad 1954, 503), art.
53.
Opmerking: Zie ook Werkprogramma 2001 Algemene Rekenkamer, Tweede Kamer, vergaderjaar
2000-2001, 27 655, nr. 3
Waardering: B (1)
Product: Correspondentie
124
Handeling: Het voeren van overleg over de opdracht om controle uit te voeren als onafhankelijk
controle-orgaan op de Nederlandse Antillen
Periode: 1953–
Grondslag: Wet van 7 augustus 1953, houdende machtiging van de Algemene Rekenkamer
om op te treden als onafhankelijk controle-orgaan voor de Nederlandse Antillen (Staatsblad
1953, 424, Landsregeling van de Nederlandse Antillen, art. 163
Opmerking: Zie ook Werkprogramma 2001 Algemene Rekenkamer, Tweede Kamer, vergaderjaar
2000-2001, 27 655, nr. 3
Waardering: B (1)
Product: Correspondentie
125
Handeling: Het uitvoeren van activiteiten gericht op samenwerking tussen de Algemene
Rekenkamers binnen het Koninkrijk der Nederlanden
Periode: 2000–
Grondslag: Het Protocol van 24 november 2000 inzake samenwerking tussen de Algemene
Rekenkamers binnen het Koninkrijk der Nederlanden
Opmerking: Zie ook Werkprogramma 2001 Algemene Rekenkamer, Tweede Kamer, vergaderjaar
2000-2001, 27 655, nr. 3.
Sinds 1997 is eraan gewerkt om de bijzondere relatie van de drie rekenkamers in Koninkrijksverband
uit te werken in een samenwerkingsverband. Dit heeft eind 2000 geresulteerd in de
ondertekening van een gezamenlijk protocol. Het Protocol biedt de grondslag voor een
ondersteuning door de Nederlandse Algemene Rekenkamer van de Algemene Rekenkamers
van Aruba en de Nederlandse Antillen bij opleiding van personeel en uitvoering van
onderzoeken naar besteding van de overheidsfinanciën. Van belang is dat elke rekenkamer
haar eigen onafhankelijkheid behoudt.
Waardering: B (1)
V (20): na beëindiging van het onderzoek
Producten:
Te bewaren neerslag: protocol, afdoeningen, rapporten
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
126
Handeling: Het desgevraagd uitvoeren van audits als gevolg van het Nederlandse lidmaatschap
van organisaties, waarvan de audits moeten worden uitgevoerd door een rekenkamer van
een lidstaat.
Periode: 1945–
Grondslag: Verschillende verdragen
Opmerking: Werkprogramma 2001 Algemene Rekenkamer, Tweede Kamer, vergaderjaar 2000-2001,
27 655, nr. 3
Waardering: B (1)
V (20): na beëindiging van het onderzoek
Producten: Te bewaren neerslag: afdoeningen, rapporten
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
127
Handeling: Het ondersteunen van en het uitwisselen van vaktechnische kennis met zusterinstellingen.
Periode: 1945–
Grondslag: Werkprogramma 2001 Algemene Rekenkamer, Tweede Kamer, vergaderjaar 2000-2001,
27 655, nr. 3
Opmerking: Handeling vloeien voort uit het lidmaatschap van internationale organisaties
van rekenkamers.
Bijv. INTOSAI en EUROSAI
Waardering: B (1)
V (20)
Producten: Te bewaren neerslag: stukken m.b.t. bijeenkomsten waar Nederland als gastland
/ voorzitter optreedt
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
128
Handeling: Handelingen die voortvloeien uit bilaterale en multilaterale contacten
met andere rekenkamers. Het gaat om:
– vaktechnische kennisuitwisseling tussen zusterinstellingen;
– het meewerken aan onderzoek in Nederland door de Europese Rekenkamer;
– onderzoek in samenwerking met zusterinstellingen (valt
onder gewoon onderzoek; het gaat hier om de internationale dimensie);
– het desgevraagd uitvoeren van een visitatie bij een zusterinstelling.
Periode: 1995–
Grondslag: EG-verdrag, art. 248, lid 3, voorheen art. 188C
Werkprogramma 2001 Algemene Rekenkamer, Tweede Kamer, vergaderjaar 2000-2001, 27 655,
nr. 3
Opmerking:
Waardering: B (1)
V (20)
Producten: Te bewaren neerslag: contracten, afdoeningen, rapporten, de Nederlandse
inbreng.
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
129
Handeling: Het onderhouden van contacten met en het begeleiden van lokale en regionale
rekenkamers en rekenkamercommissies
Periode: 2000–
Grondslag: Verslag 2000 Algemene Rekenkamer
Opmerking: Onder begeleiding van de Algemene Rekenkamer krijgen gemeenten tijdens
de workshop ‘Bouw je eigen rekenkamer’ de mogelijkheid om kennis te maken met het
fenomeen gemeentelijke rekenkamer. T.b.v. de begeleiding van provinciale rekenkamers
worden in samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voorlichtingsbijeenkomsten
georganiseerd.
Waardering: B (1)
V (10): na beëindiging van de activiteit
Producten: Te bewaren neerslag: afdoeningen, inbreng van de Algemene Rekenkamer
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
130
Handeling: Het voeren van het secretariaat van de Vereniging van rekenkamers en rekenkamercommissies
Periode: 2004–
Grondslag: Verslag 2004 Algemene Rekenkamer
Opmerking: Zie ook verslag Staatscommissie dualisme en lokale democratie
Waardering: B (1)
V (7): na beëindiging van de activiteit
Producten: Te bewaren neerslag: afdoeningen, inbreng van de Algemene Rekenkamer, handboek
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
131
Handeling: Het begeleiden en ondersteunen van onderzoeken van de Europese Rekenkamer
in Nederland
Periode: 1977–
Grondslag: EG-Verdrag, artikel 248, lid 3
Opmerking: Dit omvat ook het doorsturen van afschriften aan betrokkenen van brieven
van de Europese Rekenkamer en de nationale departementen inzake de door de Europese
Rekenkamer uit te voeren controles.
Waardering: B (1)
V (7)
Product: Te bewaren neerslag: correspondentie, originele onderzoeksstukken en originele
brieven van de Europese Rekenkamer
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
132
Handeling: Het voorbereiden van de samenwerking van de presidenten van de rekenkamers
van de EU-lidstaten en de Europese Rekenkamer in het Contact Comité van Presidenten
o.m. in vergaderingen van Liaison Officers (verbindingsagenten) van de rekenkamers
Grondslag: Artikel 248 lid 3 van het EU-verdrag
Periode: 1977–
Opmerking: Het doel van de Liaison Officers vergadering is ambtelijke voorbereiding
en voortgangsbewaking van alle onderwerpen die spelen in het Contact Comité. Ieder
voor- en najaar komen de Liaison Officers bij elkaar. De voorjaarsbijeenkomst wordt
in een lidstaat georganiseerd, de najaarsbijeenkomst (een maand voor het Contact Comité)
bij de Europese Rekenkamer in Luxemburg.
Waardering: B (1)
Product: Vergaderstukken, verslagen, rapporten, presentaties, correspondentie.
133
Handeling: Deelnemen aan EU-werkgroepen van het Contact Comité
Grondslag: Artikel 248 lid 3 van het EU-verdrag
Periode
Opmerking:
Waardering: B (1)
Product: Rapporten, presentaties, correspondentie
Subtaakgebied 8: Handelingen voortvloeiend uit interne bedrijfsvoering / ondersteunende
processen:
(1) handelingen voortvloeiend uit instelling, ontwikkeling en opheffing
134
Handeling: Het uitvoeren van activiteiten betreffende wijziging van de organisatie
en de vaststelling van de taakstelling van de diverse organisatie-eenheden
Periode: 1977–
Grondslag: Onderzoek naar de structurele organisatie van het apparaat van de Algemene
Rekenkamer, Collegebesluit van 22 juni 1976
Collegebesluit van 27 februari 1989
Herstructureringsnota, Collegebesluit van 27 februari 1991
Opmerking: Bijvoorbeeld:
Centrale Staf- en Ontwikkelingsafdeling
Interne Dienstverlening
Waardering: B (4)
Producten: Notulen, beschikkingen, nota’s
135
Handeling: Het plegen van overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
inzake de bezoldiging van de president en overige leden in gewone dienst van de Algemene
Rekenkamer, alsmede de vergoeding van de leden in buitengewone dienst (voorheen: plv
leden)
Periode: 1945–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927, art. 48 (Staatblad 1927, 259); Wet van 13 maart
1963 tot herziening van de salarissen van de vice-president en de leden van de Raad
van State, alsmede van de ambtswedden van de voorzitter en de leden van de Algemene
Rekenkamer, en tot het stellen van regelen ten aanzien van vergoedingen voor staatsraden
in buitengewone dienst, art. I t/m III (Staatsblad 1963, 110);
Wet van 11 september 1964, houdende vaststelling van een nieuwe regeling van de bezoldiging
van de vice-president en de leden van de Raad van State, alsmede van de voorzitter
en de leden van de Algemene Rekenkamer, art. 4 t/m 11 (Staatsblad 1964, 387); Besluit
van 31 maart 1993, houdende regeling van een vergoeding voor de vice-president van
de Raad van State en de staatsraden, alsmede de president en de overige leden in gewone
dienst van de Algemene Rekenkamer voor de kosten die aan de vervulling van het ambt
zijn verbonden, art. 2 t/m 4 (Staatsblad 1993, 219);
Besluit van 4 maart 2005 tot wijziging van het besluit van 19 november 1990, houdende
nadere regeling van de rechtspositie van de Nationale ombudsman (Stb. 581) en van
het besluit van vergoeding voor de vice-president van de Raad van State en de staatsraden,
alsmede de president en de overige leden in gewone dienst van de Algemene Rekenkamer
voor de kosten die aan de vervulling van het ambt zijn verbonden (Stb. 219) in verband
met de ordening en modernisering van voorzieningen, art. II.2 t/m III (Staatsblad
2005, 132)
Opmerking: De kostenvergoedingsregeling van 31 maart 1993 betreft een element van
de rechtspositie van de leden van de Raad van State en van de Algemene Rekenkamer,
waarvan de regeling ingevolge de art. 74 en 77 Grondwet een wettelijke grondslag behoeft.
De wijziging van 4 maart 2005 heeft plaatsgevonden in het bredere kader van de invoering
van een voorzieningenstelsel voor ambtsdragers in het openbaar bestuur. Achtergrond
hiervan is zowel stroomlijning van de voorzieningen voor de diverse ambtsdragers als
de wijzigingen van het belastingstelsel in 2001 en de fiscale aanpassingen in 2002
en 2004. De leden in buitengewone dienst (voorheen: plaatsvervangende leden) van de
Algemene Rekenkamer genieten als zodanig geen bezoldiging. Zij ontvangen een bij algemene
maatregel van bestuur vast te stellen vergoeding voor elke werkdag, dat zij als plaatsvervanger
in functie zijn (Wet van 11 september 1964, art. 5)
Waardering: B (4)
Producten: Correspondentie
136
Handeling: Het deelnemen aan een onderzoek samenwerking facilitaire diensten van Hoge
Colleges van Staat
Periode: 1995–
Grondslag:
Opmerking:
Waardering: V (10)
Producten: Notitie, eventueel contract
(2) handelingen voortvloeiend uit beleidsbepaling en het uitvoeren van de bestuurs-
en beheerstaak
137
Handeling: Het vastleggen van de besluitvorming van het college
Periode: 1945–
Grondslag: Reglement van orde van de Algemene Rekenkamer (Staatscourant 2004, nr.
173) + eerdere richtlijnen zoals:
(Staatscourant 1930, 18/22 september)
(Staatscourant 1977, nr. 84)
(Staatscourant 1992, nr. 133)
Opmerking:
Waardering: B (1)
Producten: Notulen van de collegevergaderingen
138
Handeling: Het voeren van overleg met door de vakbonden aangewezen vertegenwoordigers,
het Georganiseerd Overleg (GO)
Grondslag: A.R.A.R.
Periode: 1978–
Opmerking: Medezeggenschapsorgaan met door vakbonden aangewezen vertegenwoordigers.
Bij Koninklijk Besluit van 1 september 1978 (Stb. 482) is een Bijzondere Commissie
van Overleg ingesteld bij de Algemene Rekenkamer. Met ingang van 1 januari 1998 is
deze Bijzondere Commissie opgeheven en is in plaats daarvan het Georganiseerd Overleg
bij de Algemene Rekenkamer geïnstalleerd.
Waardering: B (1)
V (7)
Product: Te bewaren neerslag: Samenstelling georganiseerd overleg, notulen, correspondentie
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
139
Handeling: Het voeren van overleg met het door werknemers gekozen medezeggenschapsorgaan,
de Dienstcommissies
Grondslag: Besluit College
Periode: 1986–1995
Opmerking: Door werknemers gekozen medezeggenschapsorgaan van de Algemene Rekenkamer
Waardering: B (1)
V (7)
Product: Te bewaren neerslag: Processen-verbaal verkiezingsuitslagen, samenstellingen
dienstcommissies, correspondentie, notulen
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
140
Handeling: Het voeren van overleg met de Ondernemingsraad (OR)
Grondslag: Wet op de Ondernemingsraden
Periode: 1995–
Opmerking: Medezeggenschapsorgaan van de Algemene Rekenkamer. Opvolger van de Dienstcommissie.
Waardering: B (1)
V (7)
Product: Te bewaren neerslag: Processen-verbaal verkiezingsuitslagen, samenstellingen
ondernemingsraden, correspondentie, notulen
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
141
Handeling: Het vaststellen van instructies voor de planning en vooronderzoeken
Periode: 1981–
Grondslag: Besluit college van 9 november 1981
Opmerking:
Waardering: B (5)
Producten: Notulen, Werkprogramma
142
Handeling: Het uitvoeren van activiteiten ten behoeve van de programmering van het
werkprogramma van de AR
Periode: 1981–
Grondslag:
Opmerking:
Waardering: B (3)
V (7)
Producten: Te bewaren neerslag: werkprogramma, afdoening en rapportage Algemene Rekenkamer
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
143
Handeling: Het voorbereiden, mede-vaststellen, coördineren van het beleid
Periode: 1945–
Grondslag:
Opmerking: De uiteindelijke vaststelling van het beleid vindt plaats in ofwel het
Strategisch Beraad (college + managementteam) dan wel in een collegevergadering
Waardering: B (1)
Producten: Beleidsnota’s, missie, notulen
144
Handeling: Het evalueren van het beleid
Periode: 1945–
Grondslag:
Opmerking:
Waardering: B (2)
Producten: Evaluatieverslagen, notulen
145
Handeling: Het opstellen van het Verslag
Periode: 1945–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1927; Comptabiliteitswet 1976, vierde wijziging
Opmerking: Rapport wordt vóór 1 april uitgebracht. Deze handeling heeft betrekking
op de bedrijfsvoeringsverslagen zoals deze vooral na 1 januari 1992 zijn opgesteld.
Onderzoeksresultaten, voorheen in dit Verslag opgenomen, zijn na 1992 als separate
publicaties uitgebracht.
Waardering: B (3)
Producten: Verslag
146
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel
informeren van leden van of commissies uit de Kamers der Staten Generaal
Periode: 1945–
Grondslag: Grondwet 1938/46/48, art. 97; Grondwet 1953/56/72, art. 104; Grondwet 1983/87/95,
art. 68
Opmerking:
Waardering: B (1)
Producten: Correspondentie, notities
147
Handeling: Het informeren van de Commissies voor de Verzoekschriften en andere tot
onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en
de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen
van het beleid
Periode: 1945–
Grondslag:
Opmerking:
Waardering: B (1)
Producten: Correspondentie, notities
148
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
Periode: 1945–
Grondslag:
Opmerking:
Waardering: V (20)
Producten: Correspondentie, notities
149
Handeling: Het invullen van een A4-personeelsformulier bij het bereiken van de leeftijd
van 75 jaar van een ex-medewerker
Grondslag:
Periode
Opmerking: Volgens het BSD P-direct wordt het personeelsdossier van een ex-medewerker
van de Algemene Rekenkamer na het bereiken van de leeftijd van 75 jaar vernietigd.
Om praktische redenen worden naast de naw-gegevens, ook gegevens zoals datum indiensttreding
en carrièreverloop van (nog levende) ex-medewerkers van de Algemene Rekenkamer op
een personeelsformulier bijgehouden
Waardering: V (10) na overlijden ex-medewerker
Product: A-4 personeelsformulier
150
Handeling: Het begeleiden van het drukken van rapporten, brochures en folders
Grondslag:
Periode: 1945–
Opmerking:
Waardering: V (7)
Product: Ontwerpen, drukproeven, adressenbestanden
151
Handeling: Het uitvoeren van communicatie- en voorlichtingsactiviteiten
Grondslag:
Periode: 1945–
Opmerking:
Waardering: V (7), m.u.v. 1 exemplaar eindproduct
Product: Folders, brochures, verslagen, strategienota’s, speeches, presentaties, personeelsblad
Reken Maar.
152
Handeling: Het financieren van extern (wetenschappelijk) onderzoek
Periode: 1945–
Grondslag:
Opmerking:
Waardering: V (7)
Producten: Rekeningen, declaraties
(3) handelingen voortvloeiend uit privaatrechtelijke rechtshandelingen en materieel
beheer
153
Handeling: Het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen voor zover die
voortvloeien uit het beheer van de begroting
Periode: 1995–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, art. 45 (Staatsblad 1992, 351), Comptabiliteitswet
2001, art, 32, derde lid, art. 76, eerste lid en art. 81, eerste lid (Staatsblad 2002,
413)
Opmerking:
Waardering: B (1)
V (7)
Producten: Te bewaren neerslag: overeenkomsten
Te vernietigen neerslag na 7 jaar: aanbesteding van door derden uit te voeren werken,
voor zover niet gegund
154
Handeling: Het verlenen van (bijzondere) volmachten aan (rechts)personen voor het
verrrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen namens de Staat
Periode: 1996–
Grondslag: Besluit privaatrechtelijke rechtshandelingen 1996, art. 1, vierde lid (Staatsblad
1996, 24)
Advies Algemene Rekenkamer 12 juni 1995, nr. 625 R
Opmerking: De Algemene Rekenkamer houdt een openbaar register bij waaruit blijkt aan
welke (rechts)personen een volmacht is verleend en waarover deze zich uitstrekt
Waardering: V (7) m.u.v. register
Product: Register
155
Handeling: Het overdragen van overtollige rijksgoederen aan de dienst Domeinen
Periode: 1995–
Grondslag: Besluit beheer overtollige rijksgoederen
Opmerking:
Waardering: V (7)
Producten: Correspondentie
156
Handeling: Het in bruikleen verkrijgen van kunstvoorwerpen
Periode: 1995–
Grondslag:
Opmerking:
Waardering: V (7): nadat de betreffende kunstvoorwerpen zijn teruggegaan naar de bruikleengever
Producten: O.a. overeenkomst en processen-verbaal
157
Handeling: Het uitvoeren van activiteiten betreffende materieel beheer van inventarisgoederen
Periode: 1995–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 25, tweede lid
Opmerking:
Waardering: V: verouderde inventarislijsten vernietigen nadat een nieuwe inventarislijst
is opgemaakt
Producten: O.a. inventarislijsten
158
Handeling: Het voorbereiden van nieuwbouwplannen voor de Algemene Rekenkamer
Periode: 1987–
Grondslag: Besluit College van 18 december 1987
Opmerking:
Waardering: B (1)
Producten: (Beleids)plannen rond de nieuwbouw
159
Handeling: Het vervaardigen van plannen voor aanvullende investeringen in het gebouw
van de Algemene Rekenkamer
Periode: 1987–
Grondslag:
Opmerking:
Waardering: B (1)
Producten: Investeringsplan, contracten, fakturen
160
Handeling: Het inkopen van gebruiks- en verbruiksgoederen
Periode: 1995–
Grondslag: Begrotingswet
Opmerking:
Waardering: B (1)
V (7)
Producten: Te bewaren neerslag: contracten
Te vernietigen neerslag: facturen, kassabonnen, correspondentie
161
Handeling: Het verzorgen van de magazijn- en voorraadadministratie
Periode: 2001–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 25, tweede lid
Opmerking:
Waardering: V (7)
Producten: Magazijn- en voorraadadministratie
(4) handelingen voortvloeiend uit de uitoefening van de dienst
162
Handeling: Het opstellen en uitvoeren van een bedrijfszelfbeschermingsplan / bedrijfshulpverleningsplan
Periode: 1958–
Grondslag: Besluit Bedrijfszelfbescherming 1958
Opmerking:
Waardering: V: na vaststellen van een nieuw bedrijfszelfbeschermingsplan / bedrijfshulpverleningsplan
V (1)
Producten: Te vernietigen neerslag na vaststellen: plannen
Te vernietigen neerslag na 1 jaar: overige neerslag
163
Handeling: Het ontwikkelen en uitvoeren van bedrijfsvoeringsprojecten
Periode: 2001–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 21, vijfde lid
Opmerking: Project als Planning- en tijdschrijfsysteem Documentmanagement, etc.
Waardering: V (7): na beëindiging project
Producten: O.a. logboeken, notulen, actie- en besluitenlijst, implementatieplan, communicatieplan,
cursusmateriaal, notities, plan van aanpak, voortgangsrapportage, andere communicatiemiddelen
en evaluatierapport
164
Handeling: Het uitvoeren van functioneel beheer op de bedrijfsvoeringsinstrumenten
Periode: 2001–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 21, vijfde lid
Opmerking:
Waardering: V (7): na invoering update
Producten: O.a. handleiding, notities, wijzigingsvoorstellen en plan van aanpak
165
Handeling: Het monitoren over een langere periode van aanbevelingen aan Ministers
in de onderzoeksrapporten en de toezeggingen hierop door de bewindspersonen.
Periode: 2005–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 65
Opmerking:
Waardering: B (2)
V (7)
Producten: Te bewaren neerslag: correspondentie, rapporten
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
166
Handeling: Het ontwikkelen van methoden, technieken, normen, en richtlijnen, handelingen
of andere producten voor de uitvoering van de taken van de AR.
Periode: 1986–
Grondslag: Besluit College van 17 januari 1986
Opmerking:
Waardering: B (5)
V (7)
Producten: Te bewaren neerslag: eindproduct
Te vernietigen neerslag: (na totstandkoming van bv nieuwe procesbeschrijving of handleiding)
167
Handeling: Het monitoren van belangrijke ontwikkelingen in de omgeving van de Algemene
Rekenkamer.
Periode: 1945–
Grondslag:
Opmerking:
Waardering: B (1)
V (7)
Producten: Te bewaren neerslag: eindproduct
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
168
Handeling: Het maken van afspraken met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
met betrekking tot het begrotingsbeheer van de Algemene Rekenkamer
Periode: 1992–
Grondslag: Comptabiliteitswet 1992, art. 16, tweede lid; Comptabiliteitswet 2001,
art. 19, vijfde lid
Opmerking:
Waardering: B (1)
Producten: Correspondentie met de Minister
169
Handeling: Het opstellen van een concept (of een wijziging daarin) tot vaststelling
van (het deel van) het hoofdstuk van de begroting van de Algemene Rekenkamer, alsmede
de ramingen met betrekking tot de vier op het betrokken jaar volgende jaren.
Periode: 1991–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 19, vijfde lid, 12 en 14, voorheen: Comptabiliteitswet
1976 (vierde wijziging), art. 16, tweede lid
Opmerking: Vóór de vierde wijziging van de Comptabiliteitswet 1976 bestond geen wettelijke
bepaling tot het maken van afspraken. Het was wel praktijk om met het Ministerie van
Binnenlandse Zaken te overleggen over de nieuwe begroting.
Waardering: B (1)
V (7): 7 jaar na het betreffende begrotingsjaar, mits de rijksrekening is goedgekeurd
door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Producten: Te bewaren neerslag: aanschrijving, concept begroting, correspondentie
Te vernietigen neerslag: Overige neerslag
170
Handeling: Het voeren van het financieel beheer
Periode: 1991–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 21, vijfde lid en 22, tweede lid
Comptabiliteitswet 1927 art. 14
Comptabiliteitswet 1976 art. 19, eerste lid
Comptabiliteitswet (1991) art. 17, tweede lid
Opmerking: Het beschikken over de bedragen die voor het aangaan van verplichtingen
en voor het verrichten van uitgaven zijn toegestaan (aangaan van verplichtingen; verrichten
van betalingen; ontvangen van betalingen; en de administratieve verwerking daarvan).
Waardering: V (7): neerslag met fiscaal verantwoordingsbelang
Producten: Financiële verantwoording
171
Handeling: Het zorgdragen voor het aanwijzen en het intrekken van de aanwijzing van
een kasbeheerder
Periode: 1992–
Grondslag: Besluit van 19 december 1991, houdende nadere regelen omtrent de taak van
de centrale directie Financieel-Economische Zaken bij de Ministeries (Besluit taak
FEZ), art. 12 en 13 (Staatsblad 1992, 1);
Comptabiliteitswet 1976, art. 19, vijfde lid (5e wijziging Staatsblad 1995, 375);
Besluit van 22 december 1995, houdende wijziging van het besluit taak FEZ en van het
besluit verlening voorschotten 1994, artikel II (Staatsblad 1996, 25); Besluit kasbeheer
1998, art. 1, tweede lid, onder i (Staatsblad 1998, 53);
Besluit van 13 juli 2002, houdende de aanpassing van een aantal algemene maatregelen
van bestuur aan de Comptabiliteitswet 2001, artikel XII, onder H (Staatsblad 2002,
415)
Opmerking: De aanwijzing respectievelijk intrekking van de aanwijzing geschiedt bij
de Algemene Rekenkamer op voorstel van het betrokken hoofd van dienst door de president.
Bij de Algemene Rekenkamer is het hoofd van de afdeling Facilitaire Zaken kasbeheerder
Waardering: V (7)
Product: Beschikking
172
Handeling: Het jaarlijks opstellen van verantwoordingsstukken
Periode: 1991–
Grondslag: Comptabiliteitswet 2001, art. 51, 52, 53 en 54, voorheen:
Comptabiliteitswet 1927 art. 84, tweede lid
Comptabiliteitswet (derde wijziging), art. 84
Comptabiliteitswet (vierde wijziging), art. 65
Opmerking:
Waardering: B (1)
V (7) termijn: 7 jaar na het betreffende begrotingsjaar, mits de rijksrekening is
goedgekeurd.
Producten: Te bewaren neerslag: aanschrijving, concept-wetsvoorstel,wet, correspondentie,
jaarrekening, saldibalans, toelichting op saldibalans, rapportage, jaarverslag
Te vernietigen neerslag: overige neerslag
173
Handeling: Het behandelen van aangelegenheden, betreffende het interne controlebeleid,
de administratieve organisatie, de financiële verslaglegging en de informatieverwerking
bij de Algemene Rekenkamer en het daaromtrent uitbrengen van adviezen aan het College,
alsmede het jaarlijks vaststellen van een door de interne accountant voorbereid en
door het College goed te keuren controleplan
Grondslag: Comptabiliteitswet 1976, artikel 26;
Beschikking van de Algemene Rekenkamer inzake de instelling van een Audit Committee
van de Algemene Rekenkamer, 30 januari 1989, nr. 181;
Besluit van de Algemene Rekenkamer tot uitbreiding van het Audit Committee met de
chef van de afdeling Personeelszaken, 27 juni 1989, nr. 970 R; Comptabiliteitswet
2001, art. 77, eerste lid en art. 81, eerste lid (Staatsblad 2002, 413)
Periode: 1989–
Opmerking: Het Audit Committee bespreekt belangrijke controlebevindingen, adviseert
over de noodzakelijk geachte verbeteringen en initieert en bewaakt maatregelen ter
zake. Tevens ziet het toe op het tijdig (doen) informeren van de interne accountant
over (voorgenomen) beleidsbeslissingen, die de controle kunnen beïnvloeden. In beginsel
komt het Audit Committee drie keer per jaar bijeen en verder voor zover één der leden
de noodzaak daartoe aanwezig acht.
Waardering: B (1)
Product: Adviezen aan het College, notulen, correspondentie.