Paragraaf 2. Tarieven grondkamers en Centrale Grondkamer
-
1 Voor de behandeling van een verzoek tot:
-
a. goedkeuring van een pachtovereenkomst of ontwerp-pachtovereenkomst,
-
b. goedkeuring van een overeenkomst tot wijziging van een pachtovereenkomst, waarbij
de tegenprestatie wordt gewijzigd, of een ontwerp van zodanige overeenkomst, of
-
c. herziening van de tegenprestatie,
wordt een recht geheven van 5% van de jaarlijkse door de grondkamer goedgekeurde,
gewijzigde of herziene tegenprestatie, met een minimum van € 250,–
[Red: per 1 januari 2018: € 255,–]
en een maximum van € 600,–
[Red: per 1 januari 2018: € 612,–]
.
Indien binnen twee maanden nadat een ontwerp-pachtovereenkomst of een ontwerp-overeenkomst
tot wijziging van een pachtovereenkomst is goedgekeurd een overeenkomst wordt ingezonden,
die gelijk is aan de reeds goedgekeurde ontwerp-overeenkomst, wordt voor de behandeling
van een verzoek tot goedkeuring daarvan een recht geheven van € 126,–
[Red: per 1 januari 2018: € 129,-]
.
In geval van toetsing van een pachtovereenkomst of van een overeenkomst tot wijziging
van een pachtovereenkomst op grond van artikel 321, vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, is artikel 12 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat het recht verschuldigd is
door degene, die de schriftelijke vastlegging, bedoeld in artikel 317, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, heeft gevorderd.
Voor de behandeling van een aanvraag voor een machtiging als bedoeld in de artikelen 348, tweede lid, en 354, derde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, van verzoeken als bedoeld in de artikelen 380, tweede lid, en 381, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede van een verzoek tot goedkeuring als bedoeld in artikel 399e van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt een recht geheven van € 250,–
[Red: per 1 januari 2018: € 255,-]
.
Voor de behandeling van een verzoek tot goedkeuring van een overeenkomst tot beëindiging
van een pachtovereenkomst als bedoeld in artikel 323 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt een recht geheven van € 126,–
[Red: per 1 januari 2018: € 129,-]
.
Voor de behandeling van niet in deze paragraaf genoemde verzoeken wordt een recht
geheven van € 126,–
[Red: per 1 januari 2018: € 129,-]
.
Worden met betrekking tot dezelfde pachtovereenkomst verscheidene verzoeken gelijktijdig
bij de grondkamer ingediend, dan wordt van de rechten, die bij afzonderlijke behandeling
voor elk van deze verzoeken zouden worden geheven, slechts het hoogste geheven.
Afschriften van ter goedkeuring ingediende overeenkomsten en van beschikkingen die
niet reeds ambtshalve aan partijen zijn toegezonden, worden door de grondkamer of
de Centrale Grondkamer verstrekt tegen betaling van € 0,91 per bladzijde en van portokosten.
-
1 De rechten, bedoeld in de artikelen 12, eerste lid, 13, 14, 15, 16, 17, 18 en 20, eerste lid, worden jaarlijks per 1 januari aangepast aan de mate waarin het prijspeil in de
periode van 1 juli in het voorafgaande jaar tot en met 1 juli van het daaraan voorafgaande
jaar gemiddeld is gestegen volgens de Consumentenprijsindex voor alle huishoudens
zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden
afgerond op hele euro’s.
Paragraaf 3. Reglement voor de grondkamers en de Centrale Grondkamer
De voorzitters, de plaatsvervangende voorzitters, de leden, de plaatsvervangende leden,
de secretarissen en de plaatsvervangende secretarissen van de grondkamers alsmede
de griffier en de plaatsvervangende griffiers van de Centrale Grondkamer zullen, elk
naar de wijze van zijn godsdienstige gezindheid, alvorens in dienst te treden de eed
of belofte afleggen:
«Ik zweer/beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning en dat ik de Grondwet en alle overige wetten van ons land zal eerbiedigen;
Ik zweer/verklaar dat ik noch direct, noch indirect in welke vorm dan ook valse informatie
heb verstrekt in verband met het verkrijgen van mijn aanstelling;
Ik zweer/verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling aan niemand iets
heb geschonken of beloofd en dat ik dit ook niet zal gaan doen;
Ik zweer/verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling van niemand giften
heb aanvaard en aan niemand beloften heb gedaan en dat ik dit ook niet zal gaan doen;
Ik zweer/beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen
en zaken die mij uit hoofde van mijn functie vertrouwelijk ter kennis komen of waarvan
ik het vertrouwelijke karakter moet inzien, geheim zal houden voor anderen dan die
personen aan wie ik ambtshalve tot mededeling verplicht ben;
Ik zweer/beloof dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig,
onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn en dat ik niets zal doen dat het aanzien van het
ambt zal schaden.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!/Dat verklaar en beloof ik!».
-
1 Bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en bij iedere rechtbank onderscheidenlijk bij
iedere grondkamer houdt de griffier onderscheidenlijk de secretaris van de grondkamer
een register bij, waarin deze de koninklijke besluiten inschrijft, die de benoeming
van de in artikel 22 bedoelde ambtenaren bevatten, die voor zijn college tot het afleggen van de eed of
belofte zijn toegelaten, met daarbij de akten van de door hen afgelegde eden en beloften.
-
2 Iedere ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, ontvangt kosteloos een uittreksel uit
het register, die de akte van de door hem afgelegde eed of belofte bevat.
-
1 De rang van benoeming van de leden, onderscheidenlijk van de plaatsvervangende leden
van dezelfde grondkamer of van de Centrale Grondkamer wordt geregeld naar de dag,
waarop het besluit van hun eerste benoeming door Ons is getekend.
-
2 De rang van benoeming van verschillende op eenzelfde dag benoemde leden of plaatsvervangende
leden wordt, indien hun benoeming bij hetzelfde besluit plaatsvindt, bepaald door
de volgorde van hun namen in het besluit, en, indien zij bij verschillende besluiten
benoemd zijn, door de volgorde van deze besluiten.
-
3 Buiten de werkzaamheden van de secretaris van de grondkamer en de griffier van de
Centrale Grondkamer bij de wet opgedragen, zijn zij belast met het beheer van het
secretariaat onderscheidenlijk van de griffie en met het bewaren van de minuten, registers,
stukken, wetten, besluiten en boekwerken van het college, waarbij zij zijn aangesteld.
De voorzitter en de leden van de grondkamer en hun plaatsvervangers alsmede de leden
en de plaatsvervangende leden van de Centrale Grondkamer ontvangen van de secretaris
onderscheidenlijk de griffier de nodige kennisgeving van de zittingen en andere bijeenkomsten,
waarbij zij tegenwoordig moeten zijn.
Het secretariaat van de grondkamer en de griffie van de Centrale Grondkamer zijn alle
werkdagen gedurende ten minste zes uren per dag geopend.
[Red: Dit artikel is gewijzigd in verband met de invoering van digitaal procederen.
Zie voor de procedures en gerechten waarvoor digitaal procederen geldt het Overzicht
gefaseerde inwerkingtreding op www.rijksoverheid.nl/KEI.]
De voorzitter van de grondkamer en de voorzitter van de Centrale Grondkamer stellen
vast welke zaken op de zitting zullen worden behandeld alsmede haar volgorde. Zij
doen de oproepingen ter zitting ten minste vijf dagen tevoren uitgaan.
[Red: Voor overige gevallen luidt het artikel als volgt:]
Artikel 32
Ieder lid of plaatsvervangend lid van een grondkamer of van de Centrale Grondkamer,
die weet, dat er enige reden van wraking tegen hem bestaat, is gehouden deze aan het
college waarin hij zitting heeft op te geven.
De zittingen van de grondkamers en van de Centrale Grondkamer zijn openbaar.
De grondkamers en de Centrale Grondkamer kunnen de persoonlijke verschijning van partijen
gelasten.
De voorzitter, de leden en de secretaris van de grondkamer alsmede de voorzitter,
de leden en de griffier van de Centrale Grondkamer zullen zich ter zitting onthouden
van uitingen, waarin zij van hun persoonlijke gevoelen ten opzichte van de aanhangige
zaak of van het standpunt van één der partijen doen blijken.
Paragraaf 4. Vergoedingen voor de grondkamers en de Centrale Grondkamer
-
1 Voor het deelnemen aan een zitting en het bijwonen van een vergadering van de grondkamer
wordt aan de plaatsvervangende voorzitter, de leden, de plaatsvervangende leden en
de plaatsvervangende secretaris een vergoeding toegekend van € 67,–
[Red: per 1 januari 2018: € 81,-]
per uur.
-
2 De in het vorige lid bedoelde vergoedingen worden evenwel niet toegekend, indien de
daar genoemde personen bij het Rijk of als rechterlijk ambtenaar een bezoldigd ambt
bekleden, voor zover Onze Minister van Economische Zaken niet anders bepaalt.
-
3 Aan een plaatsvervangende voorzitter die wegens afwezigheid, belet of ontstentenis
van de voorzitter diens werkzaamheden volledig waarneemt, kan, indien hij niet bij
het Rijk of als rechterlijk ambtenaar een bezoldigd ambt bekleedt, door Onze Minister
van Economische Zaken tot wederopzegging een bezoldiging worden toegekend overeenkomstig
de voor de voorzitter vastgestelde bezoldiging.
-
1 Voor het deelnemen aan een zitting en het bijwonen van een vergadering van de Centrale
Grondkamer wordt aan de leden en de plaatsvervangende leden een vergoeding toegekend
van € 79,–
[Red: per 1 januari 2017: € 94,-]
per uur.
-
2 Voor het deelnemen aan een zitting en het bijwonen van een vergadering van de Centrale
Grondkamer wordt aan de plaatsvervangende griffier een vergoeding toegekend van €
67,–
[Red: per 1 januari 2017: € 81,-]
per uur.
-
4 Aan een plaatsvervangende griffier die wegens afwezigheid, belet of ontstentenis van
de griffier diens werkzaamheden volledig waarneemt, kan, indien hij niet bij het Rijk
of als rechterlijk ambtenaar een bezoldigd ambt bekleedt, door Onze Minister van Economische
Zaken tot wederopzegging toe een bezoldiging worden toegekend overeenkomstig de voor
de griffier vastgestelde bezoldiging.
-
2 Voor het deelnemen aan een bezichtiging ter plaatse wordt een vergoeding van € 79,–
[Red: per 1 januari 2018: € 94,-]
per uur toegekend aan de leden en de plaatsvervangende leden van de Centrale Grondkamer,
behalve als zij als rechterlijk ambtenaar een bezoldigd ambt bekleden.
Indien geen bezichtiging als bedoeld in artikel 46, eerste en tweede lid, plaatsvindt, wordt een vergoeding toegekend van € 2,27 per afgehandeld dossier aan
de leden en de plaatsvervangende leden van de grondkamer en de leden en de plaatsvervangende
leden van de Centrale Grondkamer, behalve als zij als rechterlijk ambtenaar een bezoldigd
ambt bekleden.
De leden en plaatsvervangende leden van de Centrale Grondkamer die als rechterlijk
ambtenaar een bezoldigd ambt bekleden genieten in verband met de in de vorige artikelen
genoemde werkzaamheden een vergoeding voor reis- en verblijfkosten overeenkomstig
het bepaalde bij en krachtens het Reisbesluit binnenland.
-
1 De declaraties van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 44, 45, 46, 47 en 48, worden maandelijks ingediend bij de grondkamer of de Centrale Grondkamer.
-
2 De declaraties van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 44, 45, 46 en 47, vermelden de dagen, waarop de in deze artikelen genoemde werkzaamheden zijn verricht
en bevatten een verklaring van de voorzitter, dat de declarant de opgegeven werkzaamheden
heeft verricht gedurende de daarbij opgegeven tijdsduur.
-
3 De declaraties van de vergoedingen, bedoeld in artikel 48, worden voorzien van een verklaring van de voorzitter, dat de gemaakte reizen noodzakelijk
waren voor de in de artikelen 44, 45, 46 en 47 genoemde werkzaamheden.
-
1 De vergoedingen, bedoeld in de artikelen de artikelen 44, eerste lid, 45, eerste en tweede lid, en 46, eerste en tweede lid, worden jaarlijks per 1 januari aangepast aan de mate waarin het prijspeil in de
periode van 1 juli in het voorafgaande jaar tot en met 1 juli van het daaraan voorafgaande
jaar gemiddeld is gestegen volgens de Consumentenprijsindex voor alle huishoudens
zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. De bedragen worden
afgerond op hele euro’s.