Stcrt. 2019, 49232, datum inwerkingtreding 10-09-2019, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-05-2019.
1 In het boekjaar van 1 mei 2018 tot en met 30 april 2019 en in het boekjaar van 1 mei
2019 tot en met 30 april 2020 bestaat de subsidie, bedoeld in artikel 60, uit het bedrag dat wordt berekend overeenkomstig de volgende formule:
Qt x Pt + U
waarbij wordt verstaan onder:
Qt. het aantal griepvaccins, bedoeld in artikel 61, onderdeel a, dat in het boekjaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt in het kader van het Nationaal
Programma Grieppreventie wordt toegediend;
Pt. een bedrag van € 12,10;
U. het verschil tussen de overige baten en lasten van de uitvoering van het Nationaal
Programma Grieppreventie, voor zover opgenomen in een door de minister goedgekeurde
begroting, tot ten hoogste € 700.000.
2 Bij het aantal toegediende griepvaccins, bedoeld in het eerste lid, onder Qt, wordt
de volgende spillage toegestaan:
-
a. voor huisartsen maximaal 5% van het aantal bestelde vaccins;
-
b. voor zorginstellingen 5% tot maximaal 30% van het aantal bestelde vaccins, afhankelijk
van de grootte van de desbetreffende bestellingen.