Tijdelijk experimentenbesluit Kiezen op Afstand

[Regeling vervallen per 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 04-05-2024.
Geldend van 13-09-2006 t/m 07-04-2009

Besluit van 23 april 2004, houdende tijdelijke regels ter uitvoering van de Experimentenwet Kiezen op Afstand (Tijdelijk experimentenbesluit Kiezen op Afstand)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 23 januari 2004, nr. 0000019383, directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Gelet op artikel 4, tweede en vierde lid, van de Experimentenwet Kiezen op Afstand;

Gezien het advies van de Kiesraad van 17 oktober 2003, nr. 0000017301;

De Raad van State gehoord (advies van 1 april 2004, nr. W04.04.0053/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties van 20 april 2004, nr. 0000021297;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Algemene bepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Bepalingen omtrent experimenten met stemmen in een stemlokaal van eigen keuze

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Dit hoofdstuk is van toepassing op een experiment in een gemeente die is aangewezen krachtens artikel 1, eerste lid, tweede volzin, van de Experimentenwet, waarbij de kiezer in staat wordt gesteld te stemmen in een stemlokaal naar keuze.

Paragraaf 2. De oproeping voor de stemming

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 In afwijking van artikel J 7 van de Kieswet ontvangt elke kiezer die bevoegd is aan de stemming deel te nemen en op de dag van kandidaatstelling als kiesgerechtigde voor de stemming is geregistreerd in het gebied waar een experiment wordt gehouden, ten minste veertien dagen voor de stemming van de burgemeester een stempas.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 In afwijking van artikel K 4, derde lid, van de Kieswet wordt aan de tot deelneming aan de stemming bevoegde kiezer wiens stempas in het ongerede is geraakt of die ten onrechte geen stempas heeft ontvangen, op zijn aanvraag door de burgemeester een nieuwe stempas uitgereikt, mits de aanvraag uiterlijk op de vijfde dag voor de dag van stemming door de burgemeester wordt ontvangen en de aanvrager bij zijn aanvraag van zijn identiteit doet blijken.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan de burgemeester besluiten dat de aanvraag uiterlijk op de eerste dag voor de dag van stemming dient te worden ontvangen. Onverminderd artikel 3:43 van de Algemene wet bestuursrecht wordt van dit besluit mededeling gedaan bij toezending van de stempas.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Ongeldig zijn stempassen:

    • a. waarvoor in de plaats daarvan door de burgemeester een kiezerspas of een volmachtbewijs is afgegeven;

    • b. waarvoor krachtens artikel 5 een vervangende stempas is verstrekt;

    • c. van kiesgerechtigden aan wie het is toegestaan om overeenkomstig hoofdstuk M van de Kieswet, onderscheidenlijk hoofdstuk 3 van dit besluit, per brief, onderscheidenlijk met behulp van internet te stemmen;

    • d. die door de burgemeester ongeldig zijn verklaard, omdat degene op wiens naam de stempas is gesteld niet als kiezer behoort te zijn geregistreerd, dan wel na de dag van kandidaatstelling maar voor de dag van stemming is overleden;

    • e. die door de burgemeester ongeldig zijn verklaard, omdat is vastgesteld dat deze stempassen zijn ontvreemd of anderszins onrechtmatig in omloop zijn.

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de opgave, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Bij ministeriële regeling worden nadere algemene regels gesteld omtrent stempassen. Daarbij worden in ieder geval regels gesteld omtrent de gegevens die op de stempas worden vermeld en de echtheidskenmerken van de stempas.

Paragraaf 3. Het uitbrengen van de stem

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

In afwijking van artikel K 1 van de Kieswet stemt de kiezer in een stemlokaal naar keuze, dat is gelegen binnen het gebied waar het experiment wordt gehouden, tenzij een kiezerspas is afgegeven naar aanleiding van een verzoek als bedoeld in artikel K 3 van de Kieswet.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Indien gebruik wordt gemaakt van een stempas geldt, in afwijking van artikel K 11 van de Kieswet, hetgeen in het tweede tot en met zevende lid is bepaald.

  • 2 De kiezer overhandigt aan de voorzitter van het stembureau de stempas.

  • 3 De voorzitter van het stembureau controleert de echtheid van de stempas aan de hand van de kenmerken van de stempas, bedoeld in artikel 7, eerste lid. Indien deze controle tevens of uitsluitend elektronisch plaatsvindt, overhandigt de voorzitter in aanvulling op, onderscheidenlijk in afwijking van, de vorige volzin de stempas daartoe aan het tweede lid van het stembureau.

  • 4 Indien het stembureau constateert dat de stempas niet echt is, houdt de voorzitter, onderscheidenlijk het tweede lid van het stembureau de stempas in en wordt de kiezer niet toegelaten tot de stemming.

  • 5 Indien de stempas echt is, noemt de voorzitter vervolgens duidelijk verstaanbaar het volgnummer dat vermeld is op de stempas.

  • 6 Het tweede lid van het stembureau gaat na of het volgnummer is opgenomen in de opgave van ongeldige stempassen, bedoeld in artikel 6, tweede lid. Indien het volgnummer in de opgave is opgenomen, houdt het tweede lid van het stembureau de stempas in en wordt de kiezer niet toegelaten tot de stemming. De voorzitter houdt hiervan aantekening. Indien het volgnummer niet in de opgave is opgenomen, houdt het tweede lid van het stembureau de stempas in en wordt de kiezer toegelaten tot de stemming.

  • 7 Ingevolge dit artikel ingenomen stempassen worden door het stembureau onbruikbaar gemaakt.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Indien bij de stemming gebruik gemaakt wordt van een stemmachine die door het stembureau voor elke kiezer wordt vrijgegeven, is artikel J 21 van het Kiesbesluit van toepassing met dien verstande dat de voorzitter van het stembureau het volgnummer voor het gebruik van de stemmachine aan de kiezer verstrekt, nadat het stembureau de handelingen, bedoeld in artikel 9, derde tot en met zesde lid, heeft verricht.

  • 2 Indien bij de stemming gebruik gemaakt wordt van een stemmachine waarbij de vrijgave geschiedt door de kiezer met behulp van een vrijgavekaart, is artikel J 23b van het Kiesbesluit van toepassing met dien verstande dat de voorzitter van het stembureau een vrijgavekaart geldig maakt voor het gebruik door de kiezer, nadat het stembureau de handelingen, bedoeld in artikel 9, derde tot en met zesde lid, heeft verricht.

Paragraaf 4. Het stemmen met een kiezerspas

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Op een verzoek van de kiezer tot omzetting van zijn stempas in een kiezerspas die geschikt is voor gebruik buiten het gebied waar het experiment wordt gehouden, is hoofdstuk K, met uitzondering van artikel K 5, van de Kieswet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Paragraaf 5. Het stemmen bij volmacht

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 In afwijking van artikel L 14 van de Kieswet kan een kiezer die op de dag van kandidaatstelling als kiezer is geregistreerd binnen een gebied waar een experiment wordt gehouden, een andere kiezer die op de dag van kandidaatstelling binnen hetzelfde gebied als kiezer is geregistreerd machtigen om voor hem te stemmen in een stembureau binnen dat gebied.

  • 2 De eerstbedoelde kiezer tekent daartoe het formulier dat voorkomt op de stempas en laat de pas door de gemachtigde mede-ondertekenen.

  • 3 Hij draagt de aldus in een volmachtbewijs omgezette stempas aan de gemachtigde over.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

In artikel L 16 van de Kieswet wordt voor «oproepingskaart» gelezen: stempas.

Paragraaf 6. Schorsing van de zitting van het stembureau

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Indien de zitting van het stembureau is geschorst worden, in afwijking van artikel J 27, derde lid, onder c, d en e, van het Kiesbesluit, achtereenvolgens in afzonderlijke, te verzegelen, pakken gedaan:

  • a. de ingehouden ongeldige stempassen en volmachtbewijzen en de aantekeningen van het stembureau die hierop betrekking hebben;

  • b. de ingehouden stempassen en volmachtbewijzen die niet voldoen aan de echtheidskenmerken en de aantekeningen van het stembureau die hierop betrekking hebben;

  • c. de overige stempassen;

  • d. de overige volmachtbewijzen en kiezerspassen.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel J 30 van het Kiesbesluit is van toepassing, met dien verstande dat voor het proces-verbaal een afwijkend model wordt vastgesteld.

Paragraaf 7. De stemopneming

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 2 Door het stembureau worden, tezamen met een gewaarmerkte verklaring van het stembureau betreffende de aantallen documenten die het desbetreffende pak bevat, achtereenvolgens in verzegelde pakken gedaan:

    • a. de ingehouden ongeldige stempassen en volmachtbewijzen en de aantekeningen van het stembureau die hierop betrekking hebben;

    • b. de ingehouden stempassen en volmachtbewijzen die niet voldoen aan de echtheidskenmerken en de aantekeningen van het stembureau die hierop betrekking hebben;

    • c. de overige stempassen;

    • d. de overige volmachtbewijzen en kiezerspassen.

  • 3 Ten slotte worden op overeenkomstige wijze ingepakt:

    • a. de niet gebruikte stembiljetten;

    • b. de teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten.

  • 4 Artikel N 10 van de Kieswet is van toepassing, met dien verstande dat voor het proces-verbaal een afwijkend model wordt vastgesteld.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 2 Door het stembureau worden, tezamen met een gewaarmerkte verklaring van het stembureau betreffende de aantallen documenten die het desbetreffende pak bevat, achtereenvolgens in verzegelde pakken gedaan:

    • a. de ingehouden ongeldige stempassen en volmachtbewijzen en de aantekeningen van het stembureau die hierop betrekking hebben;

    • b. de ingehouden stempassen en volmachtbewijzen die niet voldoen aan de echtheidskenmerken en de aantekeningen van het stembureau die hierop betrekking hebben;

    • c. de overige stempassen;

    • d. de overige volmachtbewijzen en kiezerspassen.

Paragraaf 8. Bevoegdheid tot deelname aan herstemming

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Voor zover de stemming, bedoeld in artikel V 6, eerste lid, van de Kieswet, het gebied betreft waar het experiment is gehouden zijn, in afwijking van artikel V 7, eerste en tweede lid, van de Kieswet, bevoegd deel te nemen aan de nieuwe stemming:

  • a. de personen die met het oog op de stemming, bedoeld in artikel V 6 van de Kieswet, als kiezer waren geregistreerd in het gebied, waar het experiment werd gehouden, onder toevoeging van de personen ten aanzien van wie na de ongeldig verklaarde stemming blijkt dat zij ten onrechte niet als kiezer in het gebied waren geregistreerd, en met uitzondering van de kiezers aan wie een kiezerspas, volmachtbewijs of briefstembewijs is verstrekt, dan wel werd toegestaan met behulp van internet te stemmen, en de personen waarvan na de ongeldig verklaarde stemming blijkt dat zij ten onrechte als kiezer in het gebied waren geregistreerd;

  • b. de kiezers, wier namen voorkomen op de geldige kiezerspassen en volmachtbewijzen, die zijn ingeleverd bij de ongeldig verklaarde stemming in het gebied waar het experiment werd gehouden.

Paragraaf 9. Evaluatie van experimenten

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Onder verantwoordelijkheid van Onze Minister vindt een evaluatie plaats van ieder experiment afzonderlijk, dan wel gezamenlijk met een of meer andere, met elkaar samenhangende experimenten.

  • 2 De evaluatie heeft tot doel inzicht te verkrijgen in de mate waarin het experiment heeft voldaan aan de volgende criteria:

    • a. het stemmen met gebruikmaking van een stempas heeft voor de kiezer een duidelijke meerwaarde boven het stemmen met gebruikmaking van een oproepingskaart, onderscheidenlijk met gebruikmaking van een op verzoek verstrekte kiezerspas;

    • b. de organisatorische consequenties en de financiële en administratieve lasten voor de gemeenten van het stemmen met gebruikmaking van een stempas staan in redelijke verhouding tot de meerwaarde die de stempas voor de kiezer heeft.

  • 3 In het evaluatierapport worden in ieder geval beschreven:

    • a. de ervaringen van kiezers, stembureauleden en de gemeentelijke organisatie met het experiment;

    • b. de kosten van het experiment;

    • c. de organisatorische consequenties en de financiële en administratieve lasten voor de gemeentelijke organisatie.

  • 4 Tevens bevat het evaluatierapport aanbevelingen omtrent de voortzetting van experimenten, dan wel de invoering van de voorzieningen waarmee is geëxperimenteerd.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Onze Minister benoemt een commissie, die tot taak heeft de evaluatie van het experiment, of van verschillende met elkaar samenhangende experimenten, te begeleiden.

  • 2 De commissie heeft tot taak:

    • a. een oordeel te geven over de wijze waarop de evaluatie wordt uitgevoerd;

    • b. Onze Minister te adviseren omtrent de voortzetting van experimenten, dan wel de invoering van de voorzieningen waarmee is geëxperimenteerd.

  • 3 De commissie rapporteert aan Onze Minister. Het rapport van de commissie dient zodanig te zijn samengesteld dat daarin de onderwerpen, bedoeld in het tweede lid, zijn opgenomen.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de evaluatie van experimenten.

Hoofdstuk 3. Bepalingen omtrent experimenten met stemmen met behulp van internet

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 26

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a. experiment: experiment als bedoeld in artikel 27;

  • b. voorziening: voorziening als bedoeld in artikel 2 van de Experimentenwet, waarbij de kiezer in staat wordt gesteld met behulp van internet vanuit een andere plaats dan een stemlokaal zijn stem uit te brengen.

Artikel 27

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Dit hoofdstuk is van toepassing op een experiment, waarbij de kiezer met behulp van internet zijn stem kan uitbrengen vanuit een andere plaats dan een stemlokaal.

Artikel 28

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Onverminderd artikel 2, tweede lid, van de Experimentenwet, voldoet de voorziening aan de volgende vereisten:

    • a. de voorziening is zodanig ingericht, dat de kiezer in staat wordt gesteld zijn stem op de wijze bedoeld in artikel 41 of de wijze bedoeld in artikel 42 uit te brengen;

    • b. de voorziening is toegankelijk en gebruikersvriendelijk voor de kiezers die bevoegd zijn met behulp van internet te stemmen;

    • c. de voorziening is zodanig ingericht, dat het stembureau in staat wordt gesteld op het verloop van de stemming toe te zien en de stemopneming, alsmede de hertelling van de stemmen overeenkomstig de voor die stemming geldende regels te verrichten;

    • d. de voorziening is zodanig ingericht, dat de (her)telling van de uitgebrachte stemmen desgewenst kan plaatsvinden door een andere computer die geen onderdeel is van de voorziening;

    • e. de identiteit van de kiezer wordt door de voorziening geanonimiseerd geregistreerd;

    • f. de voorziening is beveiligd tegen inbreuken, zowel van buitenaf als van binnenuit, die de integriteit van de voorziening in gevaar brengen of kunnen brengen;

    • g. de voorziening stelt de kiezer mede in de gelegenheid een blanco stem uit te brengen;

    • h. ten aanzien van de voorziening zijn maatregelen getroffen om te kunnen controleren of de voorziening functioneert;

    • i. ten aanzien van de voorziening zijn technische en organisatorische maatregelen getroffen om de integriteit en de betrouwbaarheid van de stemming te waarborgen.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de tijdens een experiment toe te passen voorzieningen.

Paragraaf 2. De registratie van kiezers

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 29

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Bij een verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal of het Europees Parlement, die is aangewezen door Onze Minister op grond van artikel 1, eerste lid, van de Experimentenwet voor het houden van een experiment, wordt aan de kiezer die op de dag van de kandidaatstelling zijn werkelijke woonplaats buiten Nederland heeft, dan wel op de dag der stemming wegens zijn beroep of werkzaamheden of wegens het beroep of de werkzaamheden van zijn echtgenoot, geregistreerde partner, levensgezel of ouder, buiten Nederland zal verblijven, overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk op zijn verzoek toegestaan met behulp van internet te stemmen.

Artikel 30

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De kiezer die zijn werkelijke woonplaats buiten Nederland heeft, dient, indien hij met behulp van internet of telefoon wenst te stemmen, gelijktijdig met het registratieverzoek, bedoeld in artikel D 3 van de Kieswet, daartoe een schriftelijk verzoek in bij de burgemeester van 's-Gravenhage.

  • 2 De overige kiezers, bedoeld in artikel 29, dienen een zodanig verzoekschrift uiterlijk op de achtentwintigste dag voor de stemming in bij de burgemeester van de gemeente waar zij als kiezer zijn geregistreerd. In het verzoekschrift geeft de kiezer een adres op buiten Nederland waar hij de stukken, bedoeld in artikel 38, wenst te ontvangen.

Artikel 31

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 2 Het verzoek wordt slechts afgewezen, indien gebleken is dat de verzoeker niet tot de in artikel 29 bedoelde kiezers behoort.

  • 3 Indien het verzoek niet in verdere behandeling kan worden genomen of moet worden afgewezen, wordt de reden daarvan vermeld op het verzoekschrift, dat daarna onverwijld wordt teruggezonden.

  • 4 Bij inwilliging van het verzoek tekent de burgemeester dit op het verzoekschrift aan. Betreft het een verzoekschrift als bedoeld in artikel 30, tweede lid, dan zendt de burgemeester het ingewilligde verzoekschrift daarna zo spoedig mogelijk door naar de burgemeester van 's-Gravenhage.

  • 5 De burgemeester van 's-Gravenhage zendt de overige ingewilligde verzoekschriften, bedoeld in het vierde lid, dan wel de relevante gegevens uit die verzoekschriften, zo spoedig mogelijk door naar Onze Minister.

Artikel 32

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Aan de kiezer wie het is toegestaan met behulp van internet te stemmen, wordt een stemcode verstrekt.

  • 2 Onze Minister verzendt aan de kiezer wiens stemcode in het ongerede is geraakt of die ten onrechte geen stemcode heeft ontvangen op zijn aanvraag een nieuwe stemcode, mits de aanvraag uiterlijk drie werkdagen voor aanvang van de stemperiode, bedoeld in artikel 39, door Onze Minister wordt ontvangen en de aanvrager bij zijn aanvraag van zijn identiteit doet blijken. Een kiezer kan hiertoe slechts een keer een aanvraag doen. De in eerste instantie verstrekte code wordt door deze verzending ongeldig.

  • 3 Aan de kiezer aan wie een stemcode is verstrekt, wordt geen oproepingskaart, of stempas als bedoeld in artikel 4, gezonden. Hij kan slechts op de in artikel 41 of 42 bedoelde wijze aan de stemming deelnemen.

  • 4 Onze Minister stelt een referentiebestand van alle mogelijke elektronische stemmen op en legt dit ter inzage. Bij ministeriële regeling worden hierover regels gesteld.

  • 5 Indien Onze Minister vaststelt dat stemmen met behulp van internet gedurende de krachtens dit hoofdstuk bepaalde periode niet mogelijk zal zijn, kan hij, in afwijking van het bepaalde in het derde lid, de kiezers aan wie is toegestaan met behulp van internet te stemmen in de gelegenheid stellen hun stem overeenkomstig hoofdstuk M van de Kieswet per brief uit te brengen.

Artikel 33

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Bij de naam van de kiezer aan wie is toegestaan met behulp van internet te stemmen, wordt in het in artikel J 17, eerste lid, van de Kieswet bedoelde afschrift de aantekening «brief» geplaatst.

Artikel 34

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het administreren van de kiezers die met behulp van internet willen stemmen.

Paragraaf 3. Het stembureau

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 35

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Onze Minister wijst een of meer stembureaus aan, die uitsluitend bestemd zijn voor het uitbrengen van stemmen met behulp van internet. Ten aanzien van deze stembureaus is artikel J 11 van de Kieswet niet van toepassing.

  • 2 Gedurende de zitting van het stembureau zijn bij toerbeurt drie stembureauleden in functie, van wie er één voorzitter is.

  • 3 Onze Minister benoemt tijdig voor de stemming tijdens welke het experiment plaatsvindt voldoende leden en plaatsvervangende leden van de stembureaus, bedoeld in het eerste lid.

  • 4 De leden en plaatsvervangende leden van het stembureau ontvangen een door Onze Minister te bepalen vergoeding. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld omtrent de vergoeding, bedoeld in de vorige volzin.

Artikel 36

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 2 Gedurende de zitting van het stembureau heeft de voorzitter een verbinding met de voorziening die de kiezer in staat stelt, zijn stem met behulp van internet uit te brengen.

  • 3 Gedurende de zitting van het stembureau bevindt ten minste één ander lid zich op dezelfde locatie als de voorzitter. Tijdens de opening van de mogelijkheid om te stemmen, de sluiting van de stemming, de stemopneming, alsmede bij de hervatting van de stemming na een schorsing, bevinden het tweede en het derde lid van het stembureau zich op dezelfde locatie als de voorzitter.

  • 4 Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het tweede lid op als voorzitter en het derde lid als tweede lid, tot een plaatsvervangende voorzitter aanwezig is. Bij ontstentenis van het tweede lid treedt het derde lid op als tweede lid, tot een plaatsvervangend tweede lid aanwezig is.

  • 5 Het stembureau is bevoegd zich, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitoefening van zijn taak, op te houden in de ruimte waar de voorziening zich bevindt.

  • 6 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de samenstelling van het stembureau, de wijze waarop de leden van het stembureau in verbinding staan met elkaar en met de voorziening die de kiezer in staat stelt, zijn stem met behulp van internet uit te brengen, alsmede omtrent de locatie of locaties waar de leden van het stembureau zich tijdens de zitting bevinden.

Artikel 37

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Onze Minister wijst personen aan die tot taak hebben in opdracht van het stembureau de voorziening te bedienen, dan wel in opdracht van Onze Minister handelingen te verrichten aan de voorziening.

  • 2 De personen, bedoeld in het eerste lid, zijn bevoegd voor de stemming, tijdens de stemming en tijdens de stemopneming in de ruimte te verblijven waar de voorziening zich bevindt.

  • 3 Het bedienen van de voorziening, anders dan door het stembureau zelf, geschiedt slechts indien ten minste twee personen als bedoeld in het eerste lid daarbij aanwezig zijn.

Paragraaf 4. De oproeping voor de stemming

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 38

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Onze Minister zendt zo spoedig mogelijk aan de kiezer, bedoeld in artikel 32, eerste lid:

    • a. de stemcode, bedoeld in artikel 32, eerste lid;

    • b. een overzicht van kandidatenlijsten, geldend in kieskring 12 ('s-Gravenhage);

    • c. een handleiding voor de kiezer.

  • 2 Op het overzicht van kandidatenlijsten, bedoeld in het eerste lid, onder b, zijn de kandidaten vermeld op de wijze waarop deze krachtens artikel J 9 van de Kieswet ter kennis van de kiezer worden gebracht.

  • 3 Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld omtrent de bescheiden die aan de kiezer worden toegezonden.

Paragraaf 5. Het uitbrengen van de stem

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 39

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De mogelijkheid om te stemmen met behulp van internet wordt door de voorzitter geopend op een door Onze Minister te bepalen tijdstip dat is gelegen na de datum waarop de kandidatenlijsten op grond van artikel I 17, eerste lid, van de Kieswet in de Staatscourant zijn geplaatst, doch ten minste vier dagen vóór de uit de Kieswet voortvloeiende dag van stemming.

Artikel 40

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Alvorens de mogelijkheid om te stemmen te openen, voert het stembureau de handelingen uit die nodig zijn om vast te stellen dat de voorziening gereed is voor de stemming en dat er geen stemmen in het geheugen van de voorziening zijn opgeslagen. Voor zover het stembureau de handelingen, bedoeld in de eerste volzin, niet zelf kan verrichten, geeft het stembureau de in artikel 37, eerste lid, bedoelde personen opdracht om deze handelingen te verrichten en gaat het met behulp van de aan hem beschikbaar gestelde middelen na of deze handelingen met goed gevolg zijn verricht.

Artikel 41

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De kiezer die met behulp van internet stemt, brengt zijn stem als volgt uit.

    • a. Nadat de kiezer verbinding heeft gekregen met de voorziening, voert hij zijn stemcode, bedoeld in artikel 32, eerste lid, in.

    • b. Nadat de kiezer aan de hand van de stemcode is geïdentificeerd, maakt de kiezer zijn keuze. De kiezer kiest eerst een kandidatenlijst uit van het getoonde overzicht van alle nummers van de lijsten en, voor zover deze boven de lijst zijn geplaatst, van de aanduidingen van politieke groeperingen. Vervolgens kiest de kiezer uit de getoonde geselecteerde kandidatenlijst een kandidaat. De kiezer kan ook een blanco stem uitbrengen.

    • c. Nadat de inhoud van zijn keuze aan de kiezer is getoond en de kiezer zijn stem heeft bevestigd, wordt de stem verzonden naar de voorziening. Na ontvangst wordt de stem opgeslagen in het geheugen van de voorziening;

    • d. Nadat de stem is ontvangen door de voorziening ontvangt de kiezer een ontvangstbevestiging.

  • 2 Totdat de kiezer zijn keuze heeft bevestigd, biedt de voorziening de kiezer de gelegenheid:

    • a. een gemaakte vergissing te herstellen;

    • b. de verbinding te verbreken en op een later tijdstip alsnog te stemmen.

  • 3 Bij ministeriële regeling worden de teksten vastgesteld, die de voorziening aan de kiezer toont bij het uitbrengen van zijn stem.

Artikel 43

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Indien zich naar het oordeel van het stembureau omstandigheden voordoen die de behoorlijke voortgang van de stemming met behulp van internet onmogelijk maken, wordt dit door de voorzitter verklaard. De stemming wordt daarop geschorst.

  • 2 Indien de voorziening nog niet is geblokkeerd voor het uitbrengen van stemmen, verricht het stembureau de handelingen die nodig zijn om de stemming met behulp van internet te beëindigen. Voor zover het stembureau de handelingen, bedoeld in de eerste volzin, niet zelf kan verrichten, geeft het stembureau de in artikel 37, eerste lid, bedoelde personen opdracht om deze handelingen te verrichten en gaat het met behulp van de aan hem beschikbaar gestelde middelen na of deze handelingen met goed gevolg zijn verricht.

  • 3 De voorzitter doet van de schorsing terstond mededeling aan Onze Minister. Onze Minister bepaalt vervolgens wanneer en op welke wijze de stemming wordt hervat.

Artikel 44

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 De stemming eindigt op de uit de Kieswet voortvloeiende dag van stemming om negen uur 's avonds Nederlandse tijd.

  • 2 Zodra de voor de stemming bepaalde tijd is verstreken, verricht het stembureau de handelingen die nodig zijn om de stemming met behulp van internet te beëindigen. Voor zover het stembureau de handelingen, bedoeld in de eerste volzin, niet zelf kan verrichten, geeft het stembureau de in artikel 37, eerste lid, bedoelde personen opdracht om deze handelingen te verrichten en gaat het met behulp van de aan hem beschikbaar gestelde middelen na of deze handelingen met goed gevolg zijn verricht.

  • 3 Kiezers die de handelingen bedoeld in artikel 41, eerste lid, onder a en b, hebben verricht, maar hun stem niet hebben bevestigd op het moment dat de stemming overeenkomstig het eerste lid wordt beëindigd, worden, in afwijking van artikel J 30 van de Kieswet, niet in de gelegenheid gesteld hun stem alsnog uit te brengen.

Artikel 45

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Onverminderd hetgeen bij of krachtens artikel J 39 van de Kieswet is bepaald met betrekking tot waarnemers bij verkiezingen, en hetgeen in artikel 37 is bepaald met betrekking tot personen die tot taak hebben de voorziening te bedienen, kan Onze Minister één of meer deskundigen aanwijzen, aan wie gedurende de stemming en de stemopneming toegang wordt verleend tot de ruimten waar de voorziening zich bevindt.

  • 2 Tijdens de sluiting van de stemming en de stemopneming kunnen kiezers in de ruimte vertoeven, waar het stembureau zitting houdt, voor zover de orde daardoor niet wordt verstoord en de voortgang van de zitting niet wordt belemmerd. De artikelen J 35, tweede en derde lid, en J 37 van de Kieswet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3 Onze Minister maakt tijdig bekend op welke datum en welk tijdstip, alsmede op welke locatie het stembureau de stemming sluit en de stemmen opneemt.

Artikel 46

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de gang van zaken bij de stemming.

Paragraaf 6. De stemopneming

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 47

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Onmiddellijk nadat de stemming is geëindigd, stelt het stembureau aan de hand van de gegevens die de voorziening weergeeft het aantal kiezers vast dat met behulp van internet heeft gestemd.

  • 2 De voorzitter maakt deze aantallen, alsmede het aantal kiezers dat bevoegd was met behulp van internet te stemmen, bekend.

Artikel 48

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Vervolgens verricht het stembureau de handelingen die nodig zijn om een afdruk te verkrijgen van de in het tweede lid bedoelde gegevens.

  • 2 Het stembureau stelt vervolgens aan de hand van de gegevens die de voorziening weergeeft vast:

    • a. ten aanzien van iedere lijst het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen en de som van deze aantallen;

    • b. het aantal kiezers dat door middel van de daartoe bestemde optie heeft aangegeven een blanco stem uit te brengen.

  • 3 Als ongeldige stem wordt aangemerkt:

    • a. een in het tweede lid, onderdeel b, bedoelde stem;

    • b. op één na alle stemmen van een kiezer die meerdere stemmen heeft uitgebracht op dezelfde kandidaat;

    • c. de stemmen van een kiezer die stemmen heeft uitgebracht op verschillende kandidaten;

    • d. een stem waaraan gegevens zijn toegevoegd waardoor de kiezer kan worden geïdentificeerd;

    • e. een stem waarvan de stemcode ongeldig is.

  • 4 Vervolgens deelt de voorzitter ten aanzien van iedere lijst mede, zowel het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen als het gezamenlijke aantal stemmen. Tevens deelt hij het aantal ongeldige stemmen mede. Door de aanwezige kiezers kunnen mondeling bezwaren worden ingebracht.

  • 5 Het stembureau verricht vervolgens de handelingen die nodig zijn om het geheugen van de voorziening veilig te stellen. Voor zover het stembureau de handelingen, bedoeld in de eerste volzin, niet zelf kan verrichten, geeft het stembureau de in artikel 37, eerste lid, bedoelde personen opdracht om deze handelingen te verrichten en gaat het met behulp van de aan hem beschikbaar gestelde middelen na of deze handelingen met goed gevolg zijn verricht.

  • 6 Het stembureau stelt iedere kiezer na de stemopneming in de gelegenheid om na te gaan of zijn elektronische stem correct is meegeteld. Bij ministeriële regeling kunnen hierover regels worden gesteld.

Artikel 49

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Nadat alle werkzaamheden, bedoeld in de artikelen 47 en 48, zijn beëindigd, wordt onmiddellijk proces-verbaal opgemaakt van de stemming en de stemopneming. Alle ingebrachte bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld. De in artikel 48, eerste lid, bedoelde afdruk wordt aan het proces-verbaal gehecht.

  • 2 Het proces-verbaal wordt door alle aanwezige leden van het stembureau ondertekend.

  • 3 Bij ministeriële regeling wordt voor het proces-verbaal een model vastgesteld.

Artikel 50

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Het proces-verbaal wordt door de voorzitter of een door hem aan te wijzen ander lid van het stembureau overgebracht naar Onze Minister.

  • 2 Onze Minister draagt er zorg voor dat het proces-verbaal terstond wordt overgebracht naar de burgemeester van 's-Gravenhage.

  • 3 Bij ministeriële regeling kan worden bepaald, dat tevens een kopie van de versleutelde of onversleutelde stemmen, dan wel beide, die aanwezig zijn in het geheugen van de voorziening naar Onze Minister wordt overgebracht, die in dat geval zorg draagt dat de kopie terstond wordt overgebracht naar de burgemeester van 's-Gravenhage.

  • 5 Nadat het centraal stembureau de uitslag van de stemming heeft vastgesteld en het vertegenwoordigend orgaan over de toelating van de gekozenen heeft beslist, worden de uitgebrachte stemmen in het geheugen van de voorziening, alsmede de kopie, bedoeld in het derde lid, gewist.

Artikel 51

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 2 De burgemeester van 's-Gravenhage draagt er zorg voor dat het proces-verbaal van een stembureau als bedoeld in artikel 35, eerste lid, overeenkomstig artikel N 12, eerste lid, van de Kieswet tezamen met de processen-verbaal van de overige stembureaus onverwijld naar de voorzitter van het hoofdstembureau wordt overgebracht.

Paragraaf 7. Bevoegdheid tot deelname aan herstemming

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 52

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Voor zover de stemming, bedoeld in artikel V 6, eerste lid, van de Kieswet, het experiment betreft, zijn in afwijking van artikel V 7, eerste en tweede lid, van de Kieswet bevoegd deel te nemen aan de nieuwe stemming de kiezers, bedoeld in artikel 32, eerste lid. Onze Minister kan bepalen dat de kiezers, bedoeld in de vorige volzin, bij de herstemming hun stem uitsluitend per brief kunnen uitbrengen.

Paragraaf 8. Evaluatie van experimenten

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 53

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Onder verantwoordelijkheid van Onze Minister vindt een evaluatie plaats van ieder experiment afzonderlijk, dan wel gezamenlijk met een of meer andere, met elkaar samenhangende experimenten.

  • 2 De evaluatie heeft tot doel inzicht te verkrijgen in de mate waarin het experiment heeft voldaan aan de volgende criteria:

    • a. de mogelijkheid te stemmen met behulp van internet maakt het deelnemen aan de verkiezing toegankelijker voor de kiezers, bedoeld in artikel 29;

    • b. de organisatorische consequenties en de financiële en administratieve lasten voor de overheid van het stemmen met behulp van internet staan in redelijke verhouding tot de meerwaarde die het stemmen met behulp van internet voor de kiezer heeft.

  • 3 In het evaluatierapport worden in ieder geval beschreven:

    • a. hoe de kiesgerechtigden oordelen over het stemmen met behulp van internet, zoals toegepast tijdens het experiment;

    • b. de ervaringen van de stembureauleden;

    • c. de organisatorische consequenties en de financiële en administratieve lasten.

  • 4 Tevens bevat het evaluatierapport aanbevelingen omtrent de wenselijkheid van voortzetting van experimenten, dan wel de invoering van de mogelijkheid om te stemmen met behulp van internet.

Artikel 54

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Onze Minister benoemt een commissie, die tot taak heeft de evaluatie van het experiment, of van verschillende met elkaar samenhangende experimenten, te begeleiden.

  • 2 De commissie heeft tot taak:

    • a. een oordeel te geven over de wijze waarop de evaluatie wordt uitgevoerd;

    • b. Onze Minister te adviseren omtrent de voortzetting van experimenten, dan wel de invoering van de voorzieningen waarmee is geëxperimenteerd.

  • 3 De commissie rapporteert aan Onze Minister. Het rapport van de commissie dient zodanig te zijn samengesteld dat daarin de onderwerpen, bedoeld in het tweede lid, zijn opgenomen.

Artikel 55

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de evaluatie van experimenten.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 56

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2004.

Artikel 57

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk experimentenbesluit Kiezen op Afstand.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 23 april 2004

Beatrix

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties ,

Th. C. de Graaf

Uitgegeven de elfde mei 2004

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner

Naar boven