Wet van 20 november 2003 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van
de bevordering van de opwekking van duurzame elektriciteit
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, ter uitvoering van richtlijn 2001/77/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 september 2001
betreffende de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen
op de interne elektriciteitsmarkt (PbEG L 283) het duurzaam functioneren van de elektriciteitsvoorziening
te bevorderen, de productie van duurzame elektriciteit te stimuleren en te waarborgen
dat duurzame elektriciteit daadwerkelijk op duurzame wijze is opgewekt;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: