Regeling impuls beroepskolom 2002-2005, voor vbo, mbo en landelijke organen voor beroepsonderwijs

[Regeling vervallen per 01-08-2008.]
Geraadpleegd op 17-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 02-10-2004 en zichtdatum 02-05-2024.
Geldend van 31-07-2004 t/m 29-07-2005

Regeling impuls beroepskolom 2002-2005, voor vbo, mbo en landelijke organen voor beroepsonderwijs

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op de artikelen 85a en 89 van de Wet op het voortgezet onderwijs en de artikelen 2.2.3, derde lid, 2.7, 12.3.8, derde lid, en 12.3.9, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor zover het betreft het beroepsonderwijs op het gebied van de landbouw en de natuurlijke omgeving, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

b. school:

een school voor voorbereidend beroepsonderwijs al dan niet in een scholengemeenschap,

c. leerlingen:

leerlingen van een school, niet zijnde leerlingen in de gemengde leerweg, in de leerjaren 3 en 4, waarbij wordt uitgegaan van de overzichten, bedoeld in artikel 14a eerste lid, van het Bekostigingsbesluit W.V.O., of, indien artikel 15a van het Bekostigingsbesluit W.V.O. van toepassing is, de overzichten, bedoeld in artikel 15b, tweede lid, van dat bekostigingsbesluit,

d. WEB:

de Wet educatie en beroepsonderwijs,

e. instelling:

een instelling als bedoeld in artikel 1.3.1 van de WEB, een instituut als bedoeld in artikel 12.3.8 van de WEB, dan wel een hogeschool als bedoeld in artikel 12.3.9 van de WEB, niet zijnde een AOC,

f. deelnemer:

een deelnemer als bedoeld in artikel 8.1.1 van de WEB,

g. AOC:

een agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de WEB,

h. landelijk orgaan:

een landelijk orgaan als bedoeld in artikel 1.5.1 van de WEB,

i. beroepskolom:

het onderwijs voor voorbereidend beroepsonderwijs, beroepsonderwijs en hoger beroepsonderwijs verzorgd door scholen, instellingen, AOC's en hogescholen,

j. kwalificatiewinst:

het verhogen van het rendement in de beroepskolom, uitgedrukt in een toename van het aantal uitgereikte diploma's respectievelijk certificaten, een kortere verblijfsduur van de gediplomeerde uitstroom per opleiding en een toename van de doorstroom naar een hogere opleiding, binnen de beroepskolom.

Artikel 2 . Doel van deze regeling

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Het doel van deze regeling is het verlenen van aanspraak op aanvullende middelen ten behoeve van het verwezenlijken van de doelstelling, bedoeld in artikel 3, door de minister aan het bevoegd gezag van scholen, instellingen, AOC's en landelijke organen voor de jaren 2002, 2003, 2004 en 2005.

Artikel 3 . Doelstelling aanvullende middelen

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 Doelstelling van de aanspraak op aanvullende middelen, bedoeld in artikel 2, is het realiseren van kwalificatiewinst door het versterken van de beroepskolom, zowel voor wat betreft de kwaliteit van de onderwijssectoren afzonderlijk als de kwaliteit van de verschillende aansluitingsmomenten binnen de beroepskolom.

  • 2 Onder aansluitingsmomenten, bedoeld in het eerste lid, worden verstaan:

    • a. de aansluitingen binnen de beroepskolom,

    • b. de aansluiting tussen educatie en beroepsonderwijs,

    • c. de aansluiting tussen de basisberoepsopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel b, en de vakopleidingen, middenkaderopleidingen en specialistenopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen c tot en met e, van de wet.

  • 3 Het realiseren van kwalificatiewinst binnen de beroepskolom wordt door de landelijke organen gestimuleerd door projecten voor de bve-sector gericht op:

    • a. het versterken van de beroepspraktijkvorming,

    • b. de ontwikkeling van kerncompetenties in de kwalificatiestructuur,

    • c. het oplossen van knelpunten in de aansluiting binnen de beroepskolom vanuit de kwalificatiestructuur beroepsonderwijs.

Artikel 4 . Aanvullende bekostiging vbo schooljaar 2004-2005

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 Voor een school bedraagt de aanvullende bekostiging in het schooljaar 2004-2005 een evenredig deel van € 31.000.000,- .

  • 2 De hoogte van de aanvullende bekostiging wordt berekend op basis van het aantal leerlingen op 1 oktober 2003.

  • 4 De aanvullende bekostiging, bedoeld in het derde lid, kan door een school, onverminderd artikel 10, naar eigen inzicht worden aangewend ter bestrijding van personele of materiële kosten in het kader van deze regeling.

  • 5 Voor het kalenderjaar 2004 wordt ten behoeve van het vmbo eenmalig een extra budget toegekend van € 5.000.000,-.

  • 6 Het budget, bedoeld in het vijfde lid, wordt ten behoeve van de leerlingen, bedoeld in artikel 1 onderdeel c, toegekend aan de scholen voor vbo. De hoogte van de aanvullende vergoeding wordt berekend op basis van het aantal leerlingen dat op 1 oktober 2003 als daadwerkelijk schoolgaand aan de betreffende school staat ingeschreven en bedraagt € 43,25 per leerling.

    De betaling van de aanvullende vergoeding vindt in één termijn plaats in de maand oktober 2004.

Artikel 5. Aanvullende vergoeding instellingen bekostigingsjaar 2004

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 Voor een instelling bedraagt de aanvullende vergoeding een evenredig gedeelte van het voor de instellingen beschikbare budget van € 24.719.000,- voor het jaar 2004.

Artikel 6. Aanvullende vergoeding landelijke organen bekostigingsjaar 2004

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 Voor een landelijk orgaan bedraagt de aanvullende vergoeding een evenredig gedeelte van het voor de landelijke organen beschikbare budget van € 6.220.000,- voor het jaar 2004.

  • 2 De hoogte van de aanvullende vergoeding wordt voor een landelijke orgaan berekend naar rato van de omvang van de rijksbijdrage berekend op grond van artikel 4.2.3 van het Uitvoeringsbesluit WEB, die het landelijk orgaan over 2004 ontvangt.

  • 3 De hoogte van de aanvullende vergoeding voor het landelijk orgaan op het gebied van de landbouw en de natuurlijke omgeving bedraagt € 330.000,-.

Artikel 7. Aanvullende vergoeding beroepsonderwijs landbouw en natuurlijke omgeving bekostigingsjaar 2004

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 De aanvullende vergoeding voor het jaar 2004 bedraagt voor het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs in de afdeling landbouw en natuurlijke omgeving, verzorgd aan een AOC, een evenredig gedeelte van het totale voor dat jaar beschikbare bedrag van € 3.300.000,- .Voor het beroepsonderwijs in de sector landbouw en natuurlijke omgeving in het AOC bedraagt de aanvullende vergoeding een evenredig gedeelte van het totale voor dat jaar beschikbare bedrag van € 1.200.000,-.

  • 2 De hoogte van de aanvullende vergoeding wordt voor een AOC berekend naar rato van de rijksbijdrage voor het jaar 2003 ten behoeve van de sector landbouw en natuurlijke omgeving voor het beroepsonderwijs, onderscheidenlijk de afdeling landbouw en natuurlijke omgeving voor het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs in het agrarisch opleidingscentrum.

Artikel 8. Aanvullende middelen 2003 tot en met 2005

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

De minister maakt in de jaren 2003 tot en met 2005 jaarlijks voor 1 april in het officiële publicatieblad van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bekend welk bedrag in het betreffende kalenderjaar beschikbaar is voor subsidieverlening op grond van deze regeling. Voor het voortgezet onderwijs wordt gelijktijdig de ratio gepubliceerd voor het volgende schooljaar.

Artikel 9 . Betaling

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 De betaling van de aanvullende bekostiging geschiedt voor het voorbereidend beroepsonderwijs in het schooljaar 2004 - 2005 in twaalf maandelijkse termijnen. Het bevoegd gezag van een school ontvangt in oktober 2004 een beschikking omtrent de toekenning en het kasritme van de betaling van de aanvullende bekostiging.

  • 2 De betaling van de aanvullende vergoeding voor het beroepsonderwijs en de landelijke organen vindt in 2004 plaats in de maand september.

Artikel 10 . Financiële verantwoording

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 De subsidie wordt verstrekt als tegemoetkoming in de uitgaven die zijn verbonden aan de in deze regeling omschreven doelstelling. Indien de subsidie wordt aangewend voor een ander dan de in deze regeling omschreven doelstelling, wordt de subsidie in ieder geval aangewend voor de wettelijke taak van een school, instelling, AOC dan wel landelijk orgaan.

  • 2 Verrekening van eventueel niet bestede gelden of overschotten vindt niet plaats.

  • 3 De toegewezen middelen worden overeenkomstig de OCenW-Richtlijn jaarverslag in de jaarrekening verantwoord binnen de daartoe bestemde posten in de jaarrekening. Een afzonderlijke specificatie van de kosten is niet noodzakelijk.

Artikel 11 . Monitor

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

  • 1 De scholen, instellingen, AOC's en landelijke organen werken mee aan een monitor ter toetsing van de inzet van de middelen en de effecten daarvan in het kader van deze regeling. De parameters voor de monitor worden vooraf bepaald door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

  • 2 De scholen, instellingen, AOC's en landelijke organen werken mee aan een evaluatie van de werking van de regeling door de minister in 2006.

Artikel 12 . Bekendmaking

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Artikel 13 . Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt bekendgemaakt.

Artikel 14 . Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-08-2008]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling impuls beroepskolom 2002-2005, voor vbo, mbo en landelijke organen voor beroepsonderwijs.

De

minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L.M.L.H.A. Hermans

Naar boven