Wet van 2 december 1999 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband
met de verkleining van de groepsgrootte voor de 4- tot en met 7-jarige leerlingen
van basisscholen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de verkleining van de
groepsgrootte voor de 4- tot en met 7-jarige leerlingen van basisscholen wenselijk
is om in de wet expliciet aan te geven dat de personeelsformatie die basisscholen
ontvangen afzonderlijk wordt berekend en toegekend voor de onder- en bovenbouw;
dat daartoe de Wet op het primair onderwijs dient te worden gewijzigd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: