Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel

[Regeling vervallen per 01-01-2014.]
Geraadpleegd op 21-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 07-03-2002 en zichtdatum 30-04-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-05-2002

Besluit van 30 juli 1993, betreffende de regeling van de vergoeding van representatiekosten in de sector rijk

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 23 april 1993, nr. AB93/U356, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden, afdeling Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel;

gelet op de artikelen 125, eerste lid, onderdeel j. en 134, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929;

de Raad van State gehoord (advies van 16 juni 1993, nr. W04.93.0248);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 14 juli 1993, nr. AB93/585, directoraat-generaal Management en Personeelsbeleid, directie Arbeidsvoorwaarden, afdeling Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a. de ambtenaar: de ambtenaar in de zin van het Algemeen Rijksambtenarenreglement of het Ambtenarenreglement Staten-Generaal, de werknemer in de zin van het Arbeidsovereenkomstenbesluit en de in Nederland werkzame ambtenaar of werknemer in de zin van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken.

    • b. het bevoegd gezag: Onze Minister;

    • c. representatiekosten: kosten van de ambtenaar die voortvloeien uit de eisen die de uitoefening van de functie stelt ten aanzien van het onderhouden van externe contacten en die niet declarabel zijn;

    • d. passieve representatie: representatie waarbij het initiatief uitgaat van een derde en waarbij de positie van de desbetreffende ambtenaar meebrengt dat hij op dat initiatief moet ingaan;

    • e. salarisschaal: een als zodanig in bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 vermelde reeks van genummerde salarissen, alsmede de in bijlage A van voornoemd besluit genoemde maandbedragen.

  • 2 Voor de toepassing van dit besluit worden met het bevoegd gezag gelijkgesteld de voorzitters van elk der beide Kamers der Staten Generaal, de vice-president van de Raad van State, het College van de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman en de directeur van het Kabinet der Koningin.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 216, datum inwerkingtreding 01-06-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2002.

1 In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de ambtenaar: de ambtenaar in de zin van het Algemeen Rijksambtenarenreglement of het Ambtenarenreglement Staten-Generaal, de werknemer in de zin van het Arbeidsovereenkomstenbesluit en de in Nederland werkzame ambtenaar of werknemer in de zin van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken.

  • b. het bevoegd gezag: Onze Minister;

  • c. representatiekosten: kosten van de ambtenaar die voortvloeien uit de eisen die de uitoefening van de functie stelt ten aanzien van het onderhouden van externe contacten en die niet declarabel zijn.

2 Voor de toepassing van dit besluit worden met het bevoegd gezag gelijkgesteld de voorzitters van elk der beide Kamers der Staten Generaal, de vice-president van de Raad van State, het College van de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman en de directeur van het Kabinet der Koningin.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Voor representatiekosten van een ambtenaar die uitsluitend betrekking hebben op passieve representatie kan het bevoegd gezag een toelage verlenen welke ten hoogste bedraagt:

    • a. Voor ambtenaren voor wie salarisschaal 14 of hoger geldt, € 719,24 per jaar;

    • b. Voor ambtenaren voor wie salarisschaal 13 of lager geldt, € 359,85 per jaar.

  • 2 Indien de kosten voor ambtenaren voor wie salarisschaal 14 of hoger geldt van grote omvang zijn kan het bevoegd gezag de toelage vaststellen op ten hoogste € 1 057,76 per jaar. Indien de kosten voor ambtenaren voor wie salarisschaal 14 of hoger geldt van zeer uitgebreide omvang zijn kan het bevoegd gezag de toelage vaststellen op ten hoogste op € 1 417,61 per jaar.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 216, datum inwerkingtreding 01-06-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2002.

1 Voor representatiekosten van een ambtenaar kan het bevoegd gezag een vergoeding verstrekken welke ten hoogste  € 6 400 per kalenderjaar bedraagt.

2 Onze Minister kan met betrekking tot het eerste lid nadere regels stellen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Indien de representatiekosten van een ambtenaar niet beperkt blijven tot passieve representatie kan het bevoegd gezag, in plaats van de in artikel 2 bedoelde toelage, een toelage verlenen welke ten hoogste € 1 538,31 per jaar bedraagt.

  • 2 Indien de kosten van grote omvang zijn kan het bevoegd gezag de toelage vaststellen op ten hoogste € 2 294,31 per jaar. Indien de kosten van zeer uitgebreide omvang zijn kan het bevoegd gezag de toelage vaststellen op ten hoogste € 3 071,18.

  • 3 Voor functies waarbij het uit de aard van de functie voortvloeit om met derden contact te leggen en te onderhouden bedraagt het in het eerste lid genoemde maximum € 776,87 per jaar.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 216, datum inwerkingtreding 01-06-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2002.

Dit onderdeel vervalt.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken kan de in de artikelen 2 en 3 genoemde bedragen aanpassen aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek opgestelde prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie voor werknemersgezinnen.

Terugwerkende kracht

Stb. 2002, 216, datum inwerkingtreding 01-06-2002, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2002.

Dit onderdeel vervalt.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1991.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Tavarnelle, 30 juli 1993

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken a.i.,

J. E. Andriessen

Uitgegeven de eenendertigste augustus 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven