Het Koninkrijk België,
Het Groothertogdom Luxemburg,
Het Koninkrijk der Nederlanden,
Hierna genoemd „de Partijen”,
Gelet op artikel 23 van het Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland,
het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk
der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk inzake de intensivering van de grensoverschrijdende
samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van het terrorisme, de grensoverschrijdende
criminaliteit en de illegale migratie, gedaan te Prüm op 27 mei 2005 (hierna genoemd „het Verdrag”),
Gelet op artikel 44 van het Verdrag, dat erin voorziet dat de Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag op basis en in het kader van het Verdrag afspraken kunnen maken die de uitvoering
van het Verdrag ten doel hebben,
Overwegende dat de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking ter bestrijding
van illegale migratie behoort tot de werkingssfeer van het Verdrag,
Overwegende dat artikel 23 van het Verdrag erin voorziet dat de Verdragsluitende Partijen elkaar ondersteunen bij repatriëringsmaatregelen,
Overwegende dat artikel 23, tweede lid, van het Verdrag uitdrukkelijk ziet op repatriëring over het grondgebied van een andere Verdragsluitende
Partij,
Overwegende dat artikel 23, tweede lid, van het Verdrag bepaalt dat de Verdragsluitende Partij over wier grondgebied de repatriëring zal
geschieden, de voorwaarden bepaalt voor de uitvoering van de repatriëringsmaatregel,
Overwegende dat de uitvoering van repatriëringsmaatregelen onderdeel vormt van de
taak van de politie van elk van de Verdragsluitende Partijen, op grond waarvan bedoelde
voorwaarden mede afspraken moeten omvatten over het dragen van dienstkleding en het
meevoeren en gebruik van bewapening, munitie en uitrusting door de met die taak belaste
ambtenaren, in de zin van artikel 28 van het Verdrag,
Overwegende dat heldere, eenduidige en snelle procedures aangaande de administratieve
en praktische aspecten van de samenwerking dienen te worden opgezet,
Overwegende dat de presentatie van vreemdelingen bij ambassades of consulaten teneinde
de nationaliteit en identiteit van de betrokkene vast te stellen ter verkrijging van
reisdocumenten met het oog op repatriëring, een wezenlijk en noodzakelijk onderdeel
van het repatriëringsproces vormt,