Uitvoeringsafspraak betreffende de samenwerking, begeleiding en ondersteuning bij [...] over het grondgebied van de Benelux-landen, Brussel, 16-06-2016

[Regeling vervalt per 01-07-2024.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-02-2017 t/m heden

Uitvoeringsafspraak betreffende de samenwerking, begeleiding en ondersteuning bij repatriëringsmaatregelen over het grondgebied van de Benelux-landen

Authentiek : NL

Uitvoeringsafspraak

Betreffende de samenwerking, begeleiding en ondersteuning bij repatriëringsmaatregelen over het grondgebied van de Benelux-landen

Het Koninkrijk België,

Het Groothertogdom Luxemburg,

Het Koninkrijk der Nederlanden,

Hierna genoemd „de Partijen”,

Gelet op artikel 23 van het Verdrag tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Oostenrijk inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van het terrorisme, de grensoverschrijdende criminaliteit en de illegale migratie, gedaan te Prüm op 27 mei 2005 (hierna genoemd „het Verdrag”),

Gelet op artikel 44 van het Verdrag, dat erin voorziet dat de Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag op basis en in het kader van het Verdrag afspraken kunnen maken die de uitvoering van het Verdrag ten doel hebben,

Overwegende dat de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking ter bestrijding van illegale migratie behoort tot de werkingssfeer van het Verdrag,

Overwegende dat artikel 23 van het Verdrag erin voorziet dat de Verdragsluitende Partijen elkaar ondersteunen bij repatriëringsmaatregelen,

Overwegende dat artikel 23, tweede lid, van het Verdrag uitdrukkelijk ziet op repatriëring over het grondgebied van een andere Verdragsluitende Partij,

Overwegende dat artikel 23, tweede lid, van het Verdrag bepaalt dat de Verdragsluitende Partij over wier grondgebied de repatriëring zal geschieden, de voorwaarden bepaalt voor de uitvoering van de repatriëringsmaatregel,

Overwegende dat de uitvoering van repatriëringsmaatregelen onderdeel vormt van de taak van de politie van elk van de Verdragsluitende Partijen, op grond waarvan bedoelde voorwaarden mede afspraken moeten omvatten over het dragen van dienstkleding en het meevoeren en gebruik van bewapening, munitie en uitrusting door de met die taak belaste ambtenaren, in de zin van artikel 28 van het Verdrag,

Overwegende dat heldere, eenduidige en snelle procedures aangaande de administratieve en praktische aspecten van de samenwerking dienen te worden opgezet,

Overwegende dat de presentatie van vreemdelingen bij ambassades of consulaten teneinde de nationaliteit en identiteit van de betrokkene vast te stellen ter verkrijging van reisdocumenten met het oog op repatriëring, een wezenlijk en noodzakelijk onderdeel van het repatriëringsproces vormt,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1. Doel

Deze Uitvoeringsafspraak heeft overeenkomstig artikel 44 van het Verdrag ten doel de praktische en administratieve voorwaarden vast te leggen voor de samenwerking tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden in uitvoering van artikel 23, tweede lid, van het Verdrag, inzake het vervoer, de begeleiding en de ondersteuning bij de presentatie, de verwijdering of de doorgeleiding van vreemdelingen, ter fine van hun repatriëring, over het grondgebied van de Benelux-landen.

Artikel 2. Definities

Voor de toepassing van deze Uitvoeringsafspraak wordt verstaan onder:

  • a) „repatriëring”: een handeling zoals bedoeld in artikel 23 van het Verdrag, verricht door een bevoegde autoriteit van een van de Partijen in uitvoering van een door een bevoegde autoriteit van die Partij genomen besluit ter verwijdering van een vreemdeling, door toedoen van een in artikel 3 van deze Uitvoeringsafspraak bedoelde maatregel, welke wordt genomen in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van een of meer andere Partijen overeenkomstig deze Uitvoeringsafspraak, en waaronder worden begrepen alle vormen van „gedwongen terugkeer” zoals gedefinieerd in het glossarium over asiel en migratie van het Europees migratienetwerk;

  • b) „vreemdeling”: eenieder die niet of niet langer voldoet aan de voorwaarden voor binnenkomst of verblijf op het grondgebied van de onder g) bedoelde zendstaat;

  • c) „vervoer”: het verplaatsen van een vreemdeling over het grondgebied van de onder h) bedoelde transitstaat;

  • d) „begeleiding”: de begeleiding door een bevoegde autoriteit van de onder g) bedoelde zendstaat van een vreemdeling tegen wie een repatriëringsmaatregel is genomen;

  • e) „ondersteuning”: de ondersteuning door een bevoegde autoriteit van de onder h) bedoelde transitstaat, bij een onder d) bedoelde begeleiding;

  • f) „bevoegde autoriteiten”: één of meerdere autoriteiten van een Partij welke door de betrokken Partij worden aangewezen overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van deze Uitvoeringsafspraak;

  • g) „zendstaat”: de Partij die tegen een vreemdeling een repatriëringsmaatregel heeft uitgevaardigd en die voornemens is die repatriëringsmaatregel over het grondgebied van een andere Partij uit te voeren;

  • h) „transitstaat”: de Partij over wier grondgebied de repatriëringsmaatregel wordt beoogd te worden uitgevoerd;

  • i) „interviewdelegatie”: delegatie van ambtenaren van een derde Staat die een interview van een vreemdeling afneemt om vast te stellen of het om een eigen onderdaan gaat en in voorkomend geval zijn identiteit vast te stellen.

Artikel 3. Werkingssfeer

Ten behoeve van deze Uitvoeringsafspraak omvat de repatriëring van vreemdelingen de volgende maatregelen:

  • a) de presentatie van vreemdelingen bij ambassades, consulaten of bij een interviewdelegatie op het grondgebied van een van de Partijen, teneinde de nationaliteit en identiteit van de betrokkene vast te stellen, met het oog op het verkrijgen van de voor de repatriëring benodigde reisdocumenten;

  • b) het vervoer van vreemdelingen over het grondgebied van een Partij ten behoeve van verwijdering via de luchthavens van een van de Partijen;

  • c) het vervoer van vreemdelingen over het grondgebied van een Partij met het oog op de overdracht aan de verantwoordelijke autoriteiten van een aan de Benelux grenzend land, aan de grens met dat land.

Artikel 4. Administratieve organisatie

  • 2 Elke Partij stelt de andere Partijen schriftelijk in kennis van de door haar aangewezen bevoegde autoriteiten zoals bedoeld in artikel 2, onder f), van deze Uitvoeringsafspraak, alsook van elke wijziging dienaangaande.

    Bij deze kennisgeving geven de Partijen aan welke van de aangewezen bevoegde autoriteiten instaan voor:

    • a) de principiële besluitvorming aangaande de repatriëring van vreemdelingen overeenkomstig deze Uitvoeringsafspraak (hierna: „de bevoegde autoriteit verantwoordelijk voor de besluitvorming”);

    • b) de begeleiding zoals bedoeld in artikel 2, onder d), van deze Uitvoeringsafspraak (hierna: „de bevoegde autoriteit verantwoordelijk voor de begeleiding”);

    • c) de ondersteuning zoals bedoeld in artikel 2, onder e), van deze Uitvoeringsafspraak (hierna: „de bevoegde autoriteit verantwoordelijk voor de ondersteuning”).

Artikel 5. Algemene uitvoeringsvoorwaarden

  • 1 In geval van maatregelen zoals bedoeld in artikel 3, stelt de bevoegde autoriteit van de zendstaat, verantwoordelijk voor de besluitvorming, de bevoegde autoriteit van de transitstaat, eveneens verantwoordelijk voor de besluitvorming, van tevoren langs elektronische weg in kennis van de voorgenomen repatriëringsmaatregel. Deze kennisgeving geschiedt in beginsel uiterlijk 48 uur voor het voorgenomen vervoer, onverminderd het bepaalde in het negende lid en in artikel 6.

  • 2 Bovengenoemde kennisgeving bevat het aanvraagformulier waarvan het model in bijlage A bij deze Uitvoeringsafspraak gaat. In dit aanvraagformulier staan de gegevens van de betreffende vreemdeling of vreemdelingen. Tevens worden in dit aanvraagformulier de eindbestemming en de tijdsplanning vermeld.

  • 3 Onverminderd het bepaalde in het negende lid en in artikel 6 van deze Uitvoeringsafspraak, geeft de bevoegde autoriteit van de transitstaat verantwoordelijk voor de besluitvorming onverwijld en in ieder geval binnen 24 uur langs elektronische weg hierop haar akkoord. Aan dit akkoord zijn in voorkomend geval de voorwaarden van administratieve aard voor de uitvoering van de begeleidingsopdracht verbonden welke de transitstaat op grond van artikel 23, tweede lid, van het Verdrag in aanvulling op het bepaalde in deze Uitvoeringsafspraak heeft vastgesteld.

  • 4 De bevoegde autoriteit van de zendstaat verantwoordelijk voor de begeleiding brengt onverwijld en in beginsel uiterlijk 24 uur voor het voorgenomen vervoer, onverminderd het bepaalde in het derde en negende lid en in artikel 6, de bevoegde autoriteit van de transitstaat verantwoordelijk voor de ondersteuning langs elektronische weg op de hoogte van bovengenoemde kennisgeving en akkoord. Zij voegt daarbij het aanvraagformulier waarvan het model in bijlage B bij deze Uitvoeringsafspraak gaat, en minstens de in het tweede lid vermelde gegevens bevat, evenals die van het begeleidende voertuig en van de ambtenaren van de zendstaat van wie is voorzien dat zij zich op het grondgebied van de transitstaat zullen begeven, alsook de te volgen reisweg en de meegevoerde vrijheidsbeperkende middelen en bewapening. Zij voegt daarbij tevens een kopie van het aanvraagformulier, zoals bedoeld in het tweede lid, inclusief het akkoord van de transitstaat.

  • 5 De bevoegde autoriteit van de transitstaat verantwoordelijk voor de ondersteuning zendt onverwijld langs elektronische weg haar antwoord, evenals in voorkomend geval de in artikel 23, tweede lid, van het Verdrag voorziene voorwaarden van operationele aard.

  • 6 In geval de in het vierde en vijfde lid bedoelde werkwijze of de bijkomend gestelde voorwaarden aanleiding kunnen geven tot problemen van praktische, administratieve of juridische aard, treden de in het vierde lid genoemde bevoegde autoriteiten onverwijld met elkaar in contact teneinde een voorspoedig verloop van de repatriëringsmaatregel te verzekeren. Indien deze problemen een uitstel van de operatie vergen, nemen de bevoegde autoriteiten bedoeld in het vierde lid contact op met de bevoegde autoriteiten verantwoordelijk voor de besluitvorming, om gezamenlijk tot een oplossing te komen.

  • 7 Kopieën van beide bovengenoemde aanvraagformulieren, evenals de respectievelijke akkoorden, worden op de dag van de uitvoering van de repatriëringsmaatregel, in het begeleidende voertuig meegenomen door de ambtenaren van de zendstaat die zich op het grondgebied van de transitstaat begeven.

  • 8 Tijdens hun verblijf op het grondgebied van de transitstaat zijn de ambtenaren van de zendstaat die de repatriëringsmaatregel uitvoeren in staat zich als zodanig te legitimeren.

  • 9 In spoedeisende gevallen en onverminderd het bepaalde in artikel 6 kan, na telefonisch overleg tussen de bevoegde autoriteiten van de zendstaat en de transitstaat verantwoordelijk voor de besluitvorming of begeleiding en mits bevestigd door de desbetreffende bevoegde autoriteit van de transitstaat, worden afgeweken van de bepalingen van dit artikel en is de in het eerste lid bedoelde termijn van 48 uur niet van toepassing. De schriftelijke neerslag van de mondelinge bevestiging kan op een later tijdstip gegeven worden, ten laatste op de eerste werkdag na het telefonisch overleg.

Artikel 6. Bijzondere uitvoeringsvoorwaarden voor vervoer met een verhoogd risico

  • 1 Bij het vervoer met het oog op de repatriëring van een vreemdeling dat mogelijk een ernstig risico vormt voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de volksgezondheid, brengt de bevoegde autoriteit van de zendstaat verantwoordelijk voor de begeleiding de bevoegde autoriteit van de transitstaat verantwoordelijk voor de ondersteuning van dat risico op de hoogte op het moment van de in artikel 5, vierde lid, bedoelde kennisgeving. Deze voorafgaande kennisgeving geschiedt uiterlijk 72 uur voor het voorgenomen vervoer. In uitzonderlijke gevallen kan van deze termijn worden afgeweken, na overleg tussen de genoemde bevoegde autoriteiten.

  • 2 In dergelijk geval stelt de bevoegde autoriteit van de transitstaat verantwoordelijk voor de ondersteuning de voorwaarden vast op grond van artikel 23, tweede lid, van het Verdrag. In voorkomend geval stemmen de in het eerste lid hierboven genoemde bevoegde autoriteiten van de transitstaat en de zendstaat overeenkomstig artikel 23, eerste lid, van het Verdrag die voorwaarden met elkaar af.

  • 3 Onder bovengenoemde voorwaarden wordt in ieder geval begrepen de ondersteuning van het vervoer door de bevoegde autoriteit van de transitstaat verantwoordelijk voor de ondersteuning.

Artikel 7. Meevoeren en gebruik van vrijheidsbeperkende middelen, bewapening, munitie en uitrusting

  • 1 Het bepalen van de voorwaarden voor de uitvoering van de in artikel 3 van deze Uitvoeringsafspraak bedoelde repatriëringsmaatregelen, waaronder afspraken over het dragen van dienstkleding en het meevoeren en gebruik van bewapening, munitie en uitrusting, alsook het opleggen van de vrijheidsbeperkende middelen die gebruikt mogen worden door de zendstaat, komen, zoals voorzien in artikel 23, tweede lid, van het Verdrag, toe aan de transitstaat.

  • 2 De Partijen bepalen in uitvoering van artikel 23, tweede lid, van het Verdrag dat de bevoegde autoriteiten van de zendstaat verantwoordelijk voor de begeleiding, tijdens een begeleiding in het kader van de uitvoering van een repatriëringsmaatregel over het grondgebied van de transitstaat, de volgende vrijheidsbeperkende middelen kunnen meevoeren, alsook bewapening, onverminderd het derde lid:

    • a) Op het grondgebied van het Koninkrijk België:

      • i. boeimiddelen;

      • ii. wapenstok;

      • iii. pepperspray;

      • iv. vuurwapen en munitie.

    • b) Op het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg:

      • i. uitsluitend vrijheidsbeperkende middelen die niet een wapen vormen als bedoeld in de nationale wetgeving van het Groothertogdom Luxemburg, met name boeimiddelen, onverminderd het derde lid.

    • c) Op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden:

      • i. boeimiddelen;

      • ii. wapenstok;

      • iii. pepperspray;

      • iv. vuurwapen en munitie.

  • 3 In het geval dat een bevoegde autoriteit van de zendstaat wapens wil meevoeren op het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg, verzoekt zij van tevoren om de op grond van het nationale recht van het Groothertogdom Luxemburg vereiste toestemmingen.

  • 4 De vrijheidsbeperkende middelen, bewapening en munitie worden meegevoerd op dusdanige wijze dat zij niet door onbevoegden kunnen worden gebruikt, onverminderd het derde lid bij vervoer op het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg.

  • 5 Op het grondgebied van het Koninkrijk België en van het Koninkrijk der Nederlanden worden boeimiddelen, wapenstok en pepperspray uitsluitend gebruikt indien dit strikt noodzakelijk blijkt. Het gebruik van vuurwapens is niet toegestaan, behoudens in geval van wettige verdediging.

    Op het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg worden vrijheidsbeperkende middelen die niet een wapen vormen als bedoeld in de nationale wetgeving van het Groothertogdom Luxemburg uitsluitend gebruikt indien dit strikt noodzakelijk blijkt. Het gebruik van wapens is niet toegestaan, behoudens in geval van wettige verdediging. Dit geldt steeds onverminderd het derde lid.

  • 6 Alle meegevoerde vrijheidsbeperkende middelen, bewapening en munitie worden vermeld in het in artikel 5, vierde lid, bedoelde aanvraagformulier.

  • 7 De repatriëringsmaatregel wordt in beginsel uitgevoerd door ambtenaren in burger en met een dienstvoertuig dat niet als zodanig herkenbaar is, tenzij de aard van het vervoer zich daartegen verzet, in welk geval de redenen daarvoor in het bovengenoemde aanvraagformulier worden meegedeeld.

Artikel 8. Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid

  • 1 De zendstaat blijft verantwoordelijk voor de vreemdeling of vreemdelingen in kwestie en neemt de vreemdeling onvoorwaardelijk en zonder formaliteiten terug, indien deze na toepassing van deze Uitvoeringsafspraak achteraf op het grondgebied van de transitstaat wordt aangetroffen zonder in het bezit te zijn van de vereiste documenten en zonder dat het bewijs kan worden geleverd dat de betrokkene het Schengengebied heeft verlaten.

  • 2 De kosten in verband met het vervoer, de presentatie of begeleiding ter fine van de repatriëring komen ten laste van de zendstaat.

  • 3 Ten aanzien van bescherming en hulpverlening evenals voor de burgerrechtelijke en de strafrechtelijke aansprakelijkheid is het bepaalde in de artikelen 29, 30 en 31 van het Verdrag van toepassing.

Artikel 9. Evaluatie

De bevoegde autoriteiten van de Partijen evalueren gezamenlijk de toepassing van deze Uitvoeringsafspraak en brengen uiterlijk zes maanden vóór het verstrijken van de in artikel 12, zesde lid, bedoelde periode van drie jaren en in voorkomend geval vervolgens om de drie jaar daarover verslag uit aan hun respectieve regeringen.

Artikel 10. Bijlagen

  • 1 De bijlagen A en B maken een integrerend onderdeel uit van deze Uitvoeringsafspraak.

  • 2 Elke wijziging van de bijlagen bij deze Uitvoeringsafspraak wordt schriftelijk overeengekomen tussen de Partijen en wordt van kracht op een door de Partijen te bepalen datum.

Artikel 11. Wijzigingen

  • 1 Deze Uitvoeringsafspraak kan in onderlinge overeenstemming tussen de Partijen worden gewijzigd.

  • 2 Elke wijziging van deze Uitvoeringsafspraak wordt van kracht overeenkomstig de in artikel 12, derde en vierde lid, van deze Uitvoeringsafspraak bedoelde procedure.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1 De secretaris-generaal van de Benelux Unie is depositaris van deze Uitvoeringsafspraak.

  • 2 De depositaris doet aan elke Partij een eensluidend afschrift toekomen van deze Uitvoeringsafspraak, zodat de Uitvoeringsafspraak in werking kan worden gesteld overeenkomstig de interne procedures van ieder der Partijen.

  • 3 De Partijen stellen de depositaris in kennis van de voltooiing van hun interne procedures vereist voor de inwerkingtreding van deze Uitvoeringsafspraak. De depositaris brengt de Partijen op de hoogte van deze kennisgevingen.

  • 4 Deze Uitvoeringsafspraak treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de tweede kennisgeving aan de depositaris, tussen de Partijen waarvan die kennisgevingen uitgaan. Voor de Partij waarvan de derde kennisgeving uitgaat, treedt deze Uitvoeringsafspraak in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op deze kennisgeving aan de depositaris. De depositaris stelt alle Partijen op de hoogte van beide data.

  • 5 Deze Uitvoeringsafspraak wordt voorlopig toegepast tussen de Partijen die hiertoe bij de depositaris een verklaring hebben neergelegd, vanaf de datum van de tweede neerlegging. De depositaris brengt de Partijen op de hoogte van deze kennisgevingen.

  • 6 Deze Uitvoeringsafspraak wordt gesloten voor een periode van drie jaren, welke, onder voorwaarde van uitdrukkelijke overeenstemming tussen ten minste twee Partijen, verlengd kan worden met telkens drie jaar voor de Partijen die de verlenging zijn overeengekomen. Elke Partij stelt uiterlijk drie maanden voordat de verlenging in werking dient te treden, de depositaris in kennis van de wens om deze Uitvoeringsafspraak te verlengen. De depositaris stelt de Partijen tussen welke de Uitvoeringsafspraak wordt verlengd, uiterlijk vier weken voordat deze verlenging in werking treedt daarvan in kennis.

  • 7 Elke Partij kan deze Uitvoeringsafspraak te allen tijde tijdelijk opschorten door daar mededeling van te doen aan de depositaris, die de andere Partijen daarvan in kennis stelt. Deze mededeling schort de toepassing van deze Uitvoeringsafspraak op tussen de Partij waarvan het bericht uitgaat en de overige Partijen, vanaf de datum aangegeven door de Partij waarvan het bericht uitgaat. Wanneer deze laatste de Uitvoeringsafspraak opnieuw wenst toe te passen, doet zij daar mededeling van aan de depositaris, die de andere Partijen daarvan in kennis stelt.

  • 8 Elke Partij kan deze Uitvoeringsafspraak te allen tijde opzeggen door daar mededeling van te doen aan de depositaris, die de andere Partijen daarvan in kennis stelt. Deze mededeling maakt met een opzeggingstermijn van drie maanden een einde aan de toepassing van deze Uitvoeringsafspraak tussen de Partij waarvan het bericht uitgaat en de overige Partijen.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Uitvoeringsafspraak hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel, op 16 juni 2016, in één exemplaar, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Naar boven