Er wordt te Parijs een Internationaal Bureau voor Besmettelijke Veeziekten opgericht
ressorteerende onder de Staten, die zich bereid verklaard hebben, aan de werking van
het Bureau deel te nemen.
Het Bureau kan zich op geenerlei wijze in het bestuur der verschillende Staten mengen.
Het is onafhankelijk van de autoriteiten van het land, waarin het is gevestigd.
Het onderhoudt rechtstreeks briefwisseling met de hoogere autoriteiten of met de diensten,
die in de verschillende landen met het toezicht op de gezondheid van het vee zijn
belast.
De Regeering der Fransche Republiek zal op verzoek van het internationale Comité,
bedoeld in artikel 6, de noodige schikkingen treffen om het Bureau als een instelling
van openbaar nut te doen erkennen.
Het Bureau stelt zich voornamelijk ten doel:
-
a. het uitlokken en rangschikken van alle onderzoekingen of proefnemingen, die betrekking
hebben op de pathologie of de prophylaxis van besmettelijke veeziekten, die aanleiding
geven om een beroep te doen op internationale samenwerking;
-
b. het verzamelen en ter kennis brengen van de Regeeringen en hare gezondheidsdiensten
van de feiten en bescheiden van algemeen belang betreffende den loop der besmettelijke
veeziekten en de middelen, die aangewend worden om deze te bestrijden;
-
c. het bestudeeren van de ontwerpen voor internationale overeenkomsten betreffende het
toezicht op de gezondheid van het vee en het ter beschikking stellen van de Regeeringen,
die deze overeenkomsten hebben onderteekend, van de middelen om op de uitvoering ervan
toe te zien.
De Regeeringen zenden aan het Bureau:
-
1°. telegrafisch mededeeling van de eerste gevallen van veepest der herkauwende dieren
of van mond- en klauwzeer, geconstateerd in een land of landstreek, hetwelk of welke
tot dusver onaangetast is;
-
2°. op geregelde tijden berichten, opgesteld volgens een model, aangenomen door het Comité,
waarin mededeeling wordt gedaan omtrent het heerschen en de uitbreiding van de ziekten,
opgenomen in de volgende lijst:
De lijst der ziekten, waarop een der bepalingen, hierboven genoemd, toepasselijk is,
kan door het Comité worden herzien, onder voorbehoud van de goedkeuring der Regeeringen.
De Regeeringen doen aan het Bureau mededeeling van de maatregelen, die zij treffen
ter bestrijding van besmettelijke veeziekten, inzonderheid die, welke zij aan de grenzen
instellen om haar grondgebied te beschermen tegen invoer uit besmette landen. Zij
beantwoorden zooveel mogelijk de vragen om inlichtingen, die door het Bureau tot haar
worden gericht.
Het Bureau is geplaatst onder de bevelen en het toezicht van een internationaal Comité,
samengesteld uit technische vertegenwoordigers, aangewezen door de deelnemende Staten,
in verhouding van één vertegenwoordiger voor iederen Staat.
Het Comité van het Bureau komt geregeld ten minste éénmaal per jaar bijeen; de duur
dier zittingen is niet beperkt.
De leden van het Comité kiezen, bij geheime stemming, een voorzitter, wiens mandaat
drie jaren duurt.
De werking van het Bureau wordt verzekerd door een bezoldigd personeel, bestaande
uit:
De directeur wordt benoemd door het Comité.
De directeur woont de zittingen van het Comité bij; hij heeft een raadgevende stem.
De benoeming en het ontslag der beambten van alle categorieën berust bij den directeur,
die daarvan verantwoording doet aan het Comité.
De berichten door het Bureau verzameld, worden ter kennis van de deelnemende Staten
gebracht door middel van een bericht of door speciale mededeelingen, die hun worden
toegezonden, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek.
De berichten omtrent de eerste gevallen van veepest der herkauwende dieren of van
mond- en klauwzeer worden, zoodra deze ontvangen zijn, telegrafisch medegedeeld aan
de Regeeringen en aan de gezondheidsdiensten.
Het Bureau maakt bovendien geregeld de resultaten van zijn werkzaamheid bekend in
officieele rapporten, die aan de deelnemende Regeeringen worden medegedeeld.
Het Bulletin, dat minstens éénmaal per maand verschijnt, behelst inzonderheid:
-
1°. wetten en algemeene of plaatselijke reglementen, uitgevaardigd in verschillende landen
betreffende besmettelijke veeziekten;
-
2°. berichten aangaande den loop van besmettelijke ziekten van dieren;
-
3°. statistieken betreffende den gezondheidstoestand van den wereldveestapel;
-
4°. bibliografische opgaven.
De officieele taal van het Bureau en van het Bulletin is de Fransche taal. Het Comité zal kunnen beslissen of gedeelten van het Bulletin in andere talen zullen worden uitgegeven.
De uitgaven, noodig voor de werking van het Bureau, worden gedekt door de Staten,
die de overeenkomst hebben onderteekend en door die Staten, welke in de toekomst tot
de overeenkomst zullen kunnen toetreden, wier bijdrage wordt vastgesteld volgens de
na te noemen categorieën:
1ste
|
categorie
|
naar
|
reden
|
van
|
25
|
eenheden.
|
2de
|
”
|
”
|
”
|
”
|
20
|
”
|
3de
|
”
|
”
|
”
|
”
|
15
|
”
|
4de
|
”
|
”
|
”
|
”
|
10
|
”
|
5de
|
”
|
”
|
”
|
”
|
5
|
”
|
6de
|
”
|
”
|
”
|
”
|
3
|
”
|
op den grondslag van vijfhonderd francs per eenheid.
Iedere Staat is vrij, de categorie te kiezen, waarin hij zich wenscht te laten inschrijven.
Het zal hem altijd vrijstaan, zich later in een hoogere categorie te laten inschrijven.
Er wordt van de jaarlijksche inkomsten een bedrag afgehouden, bestemd voor de vorming
van een reservefonds. Het totaal bedrag van deze reserve, dat het bedrag van de jaarlijksche
begrooting niet mag te boven gaan, wordt in soliede Staatsfondsen belegd.
De leden van het Comité ontvangen uit de gelden, die voor de werking van het Bureau
zijn aangewezen, vergoeding van reiskosten. Zij ontvangen bovendien presentiegeld
voor iedere zitting, die zij bijwonen.
Het Comité bepaalt het bedrag, dat jaarlijks van zijn begrooting zal worden afgehouden
als bijdrage ter verzekering van een pensioen aan het personeel van het Bureau.
Het Comité stelt zijn jaarlijksche begrooting vast en keurt de rekening en verantwoording
der uitgaven goed. Het stelt het organieke reglement van het personeel vast, zoomede
alle bepalingen, noodig voor de werking van het Bureau.
Dit reglement alsmede deze bepalingen worden door het Comité aan de deelnemende Staten
medegedeeld en zullen, zonder hunne toestemming, niet kunnen worden gewijzigd.
Een verslag van het beheer der fondsen van het Bureau wordt den deelnemende Staten
jaarlijks na sluiting van het dienstjaar aangeboden.