BRITSE AMBASSADE
'S-GRAVENHAGE
12 september 1978
Excellentie,
Ik heb de eer te verwijzen naar de contracten die zijn aangegaan tussen de British
Nuclear Fuels Limited (hierna te noemen de BNFL) en de N.V. Gemeenschappelijke Kernenergiecentrale
Nederland (hierna te noemen de GKN) inzake het opwerken door de BNFL van bepaalde
hoeveelheden bestraalde reactorbrandstof, die gedurende bepaalde aangegeven tijdvakken
uit het Koninkrijk der Nederlanden worden geleverd. In deze contracten is de voorwaarde
opgenomen dat de BNFL desgewenst het radioactieve afval dat bij de opwerking van de
bestraalde reactorbrandstof in kwestie ontstaat, (of het equivalent van dit afval)
aan de GKN mag terugzenden, mits dit in een vorm is gebracht waarin het veilig naar
de plaats van opslag kan worden vervoerd en kan worden opgeslagen in overeenstemming
met de desbetreffende voorschriften. Voorts is in de contracten vermeld aan welke
voorwaarden met betrekking tot de terugzending van afval de aanvang van de opwerking
is gebonden. De Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
zou derhalve gaarne de verzekering namens de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
ontvangen, dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden niet voornemens is het
initiatief tot enige wet of enig voorschrift te nemen, waardoor de behoorlijke uitvoering
van het contract zou worden verhinderd en waardoor in het bijzonder de BNFL zou worden
belet gebruik te maken van haar contractueel vastgelegde mogelijkheid tot terugzending
van het radioactieve afval aan de GKN, en dat, binnen het kader van de desbetreffende
binnenlandse wettelijke vereisten, de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
voornemens is de gebruikmaking van bovengenoemde mogelijkheid te bevorderen.
In verband met het bovenstaande wordt ervan uitgegaan, dat de specificaties met betrekking
tot de terugzending van afval, in de goedkeuring waarvan in de contracten wordt voorzien,
bevredigend dienen te worden geacht door beide Regeringen en door andere daarbij betrokken
autoriteiten, alvorens met de werkzaamheden met betrekking tot de opwerking een aanvang
kan worden gemaakt. Ik heb tevens de eer te verwijzen naar Clausule 21.2.3 van het
genoemde contract, en verklaar in dit verband dat het de bedoeling van de Regering
van het Verenigd Koninkrijk is, dat het naar het Koninkrijk der Nederlanden teruggezonden
plutonium een door beide Regeringen overeen te komen vorm zal hebben die in overeenstemming
is met alle van toepassing zijnde binnenlandse en internationale voorschriften.
Ik heb de eer Uwer Excellentie de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting
aan te bieden.
(w.g.) R. SYKES
Aan Zijne Excellentie
Dr. C. A. van der Klaauw,
Minister van Buitenlandse Zaken
van het Koninkrijk der Nederlanden