-
a. In herinnering brengend de Verklaring en het Actieprogramma inzake de vestiging van
een nieuwe internationale economische orde, het geïntegreerde grondstoffenprogramma,
het Nieuwe Partnerschap voor Ontwikkeling alsmede de „Geest van São Paulo” en de „Consensus
van São Paulo”, zoals aangenomen door de UNCTAD XI;
-
b. Eveneens in herinnering brengend de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout,
1983, en de Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout, 1994, en erkennend het werk van de Internationale Organisatie voor tropisch hout en de
sinds haar oprichting bereikte resultaten, waaronder een strategie om te komen tot
internationale handel in tropisch hout uit duurzaam beheerde bronnen;
-
c. Voorts in herinnering brengend de Verklaring van Johannesburg en het tenuitvoerleggingsplan
daarvan die door de Wereldtop over duurzame ontwikkeling in september 2002 zijn aangenomen,
het in oktober 2000 ingestelde Bossenforum van de Verenigde Naties en de daarmee samenhangende
instelling van het Samenwerkingspartnerschap inzake bossen (CPF), waarvan de Internationale
Organisatie voor tropisch hout lid is, alsmede de Verklaring van Rio inzake milieu
en ontwikkeling, de niet juridisch bindende gezaghebbende verklaring inzake beginselen
voor een mondiale consensus aangaande het beheer, het behoud en duurzame ontwikkeling
van alle soorten bossen, en de desbetreffende hoofdstukken van Agenda 21, zoals aangenomen
door de VN-Conferentie inzake milieu en ontwikkeling in juni 1992, het VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering, het VN-Verdrag inzake biologische diversiteit en het VN-Verdrag ter bestrijding van woestijnvorming;
-
d. Erkennend dat de staten, overeenkomstig het Handvest van de Verenigde Naties en de beginselen van het internationaal recht, het soevereine recht hebben hun eigen
hulpbronnen overeenkomstig hun eigen milieubeleid te exploiteren en dat het tot hun
verantwoordelijkheid behoort erop toe te zien dat binnen hun rechtsgebied en onder
hun gezag plaatsvindende activiteiten geen schade toebrengen aan het milieu van andere
staten of buiten hun nationale rechtsgebied gelegen gebieden, zoals bepaald in beginsel
1(a) van de niet juridisch bindende gezaghebbende verklaring inzake beginselen voor
een mondiale consensus aangaande het beheer, het behoud en duurzame ontwikkeling van
alle soorten bossen;
-
e. Erkennend het belang van hout en het daarmee samenhangende handelsverkeer voor de
economie van houtproducerende landen;
-
f. Eveneens erkennend het belang van de veelvuldige economische, maatschappelijke en
milieuvoordelen die bossen in de context van duurzaam bosbeheer op plaatselijk, nationaal
en mondiaal niveau opleveren, met inbegrip van hout, andere bosproducten dan hout
en milieudiensten, alsook de bijdrage van duurzaam bosbeheer tot duurzame ontwikkeling,
armoedebestrijding en het bereiken van internationaal overeengekomen ontwikkelingsdoelstellingen,
inclusief die welke vervat zijn in de Millenniumverklaring;
-
g. Voorts erkennend de noodzaak van het bevorderen en toepassen van vergelijkbare criteria
en indicatoren voor duurzaam bosbeheer als belangrijke instrumenten voor alle leden
met het oog op de beoordeling, bewaking en bevordering van de vooruitgang op het stuk
van duurzaam beheer van hun bossen;
-
h. Rekening houdend met het verband tussen de handel in tropisch hout en de internationale
houtmarkt en de wereldeconomie als geheel, alsmede de noodzaak van een mondiale invalshoek
teneinde de doorzichtigheid van de internationale handel in hout te verbeteren;
-
i. Herbevestigend hun toezegging om zo snel mogelijk te komen tot een situatie waarbij
de uitvoer van tropisch hout en houtproducten plaatsvindt vanuit duurzaam beheerde
bronnen (ITTO-doelstelling 2000), en herinnerend aan de instelling van het Bali-partnerschapsfonds;
-
j. Herinnerend aan de door de verbruikende leden in januari 1994 gedane toezegging om
voort te gaan met of te komen tot duurzaam beheer van hun bossen;
-
k. Nota nemend van de rol van goede governance, duidelijke regelingen inzake grondpacht
en -eigendom en sectoroverschrijdende coördinatie voor de totstandbrenging van duurzaam
bosbeheer en houtexport uit legale bronnen;
-
l. Erkennend het belang van samenwerking tussen de leden, internationale organisaties,
de particuliere sector en het maatschappelijk middenveld, met inbegrip van inheemse
en plaatselijke gemeenschappen, en andere belanghebbende partijen bij de bevordering
van duurzaam bosbeheer;
-
m. Eveneens erkennend het belang van dit soort samenwerking ter verbetering van de handhaving
van het bosrecht en ter bevordering van de handel in legaal gewonnen hout;
-
n. Erop wijzend dat een vergroting van de capaciteit van de van de bossen afhankelijke
inheemse en plaatselijke gemeenschappen, met inbegrip van die welke de bossen in eigendom
en beheer hebben, kan bijdragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen van deze
Overeenkomst;
-
o. Eveneens nota nemend van de noodzaak om de levensstandaard en de arbeidsomstandigheden
in de bosbouwsector te verbeteren, rekening houdend met de toepasselijke internationaal
erkende beginselen terzake alsmede de toepasselijke overeenkomsten en instrumenten
van de Internationale Arbeidsorganisatie;
-
p. Erop wijzend dat hout in vergelijking met concurrerende producten een energie-efficiënte,
hernieuwbare en milieuvriendelijke grondstof is;
-
q. Erkennend de noodzaak van een verhoogde investering in duurzaam bosbeheer, mede door
herinvestering van de inkomsten uit bossen, inclusief die welke voortvloeien uit de
handel in hout;
-
r. Eveneens erkennend de voordelen van marktprijzen die de kosten van duurzaam bosbeheer
weerspiegelen;
-
s. Voorts erkennend de noodzaak van versterkte en betrouwbare financiering door een uitgebreide
donorgemeenschap om de doelstellingen van de Overeenkomst te helpen verwezenlijken;
-
t. Nota nemend van de specifieke behoeften van de minst ontwikkelde tropisch hout producerende
landen,