Het Koninkrijk België,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
Ierland,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
de Republiek Hongarije,
de Republiek Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
hierna „lidstaten van de Europese Gemeenschap’’ genoemd,
de Europese Gemeenschap,
hierna „de gemeenschap’’ genoemd,
de Verenigde Mexicaanse Staten,
hierna „Mexico’’ genoemd,
En
de Republiek Bulgarije,
Roemenië,
hierna „de nieuwe lidstaten’’ genoemd,
OVERWEGENDE dat de Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie
en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en Mexico,
anderzijds, hierna „de Overeenkomst’’ genoemd, op 8 december 1997 te Brussel is ondertekend
en op 1 oktober 2000 in werking is getreden;
OVERWEGENDE dat het eerste aanvullende protocol bij de Overeenkomst op 2 april 2004
te Mexico-stad en op 29 april 2004 te Brussel is ondertekend;
OVERWEGENDE dat het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en
Roemenië tot de Europese Unie (hierna „het Toetredingsverdrag’’ genoemd) op 25 april
2005 te Luxemburg is ondertekend;
OVERWEGENDE dat krachtens het Toetredingsverdrag, en met name krachtens artikel 6,
lid 2, van de aan dat Verdrag gehechte Toetredingsakte, de opname van de nieuwe lidstaten
tot de Overeenkomst door de sluiting van een protocol bij de Overeenkomst dient te
worden geformaliseerd;
OVERWEGENDE dat artikel 55 van de Overeenkomst bepaalt: „Voor de toepassing van deze
overeenkomst wordt onder „partijen’’ verstaan: enerzijds de Gemeenschap, of de lidstaten,
of de Gemeenschap en haar lidstaten, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden,
zoals afgeleid van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en anderzijds
Mexico’’;
OVERWEGENDE dat artikel 56 van de Overeenkomst bepaalt: „Deze overeenkomst is van
toepassing enerzijds op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese
Gemeenschap van toepassing is, onder de in dat verdrag neergelegde voorwaarden, en
anderzijds op het grondgebied van de Verenigde Mexicaanse Staten’’;
OVERWEGENDE dat artikel 59 van de Overeenkomst bepaalt: „Deze overeenkomst is opgesteld
in tweevoud in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse,
de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde
alle teksten gelijkelijk authentiek’’;
OVERWEGENDE dat het eerste aanvullende protocol bij de Overeenkomst rekening houdt
met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek
Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek
Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de
Europese Unie;
OVERWEGENDE dat de Overeenkomst in de Estse, de Hongaarse, de Letse, de Litouwse,
de Maltese, de Poolse, de Sloveense, de Slowaakse en de Tsjechische taalversie authentiek
werd verklaard onder dezelfde voorwaarden als de versies in de oorspronkelijke talen
van de Overeenkomst;
OVERWEGENDE dat de Gemeenschap, gezien de datum van toetreding van de nieuwe lidstaten
tot de Europese Unie, wellicht de bepalingen van dit protocol zal moeten toepassen
vooraleer alle interne procedures zijn voltooid die vereist zijn voor de inwerkingtreding
van het protocol;
OVERWEGENDE dat artikel 5, lid 3, van dit protocol het mogelijk maakt dat de Europese
Gemeenschap en haar lidstaten dit protocol voorlopig toepassen vooraleer hun interne
procedures voor de inwerkingtreding van het protocol zijn voltooid,
ZIJN het volgende overeengekomen: