De Partijen,
Erkennende dat zeehonden een onvervangbaar onderdeel vormen van het ecosysteem van
de Waddenzee en dat zij van groot belang zijn als indicatoren terzake van de toestand
van het gebied;
Zich ervan bewust dat zij een afzonderlijke populatie vormen, waarvan het voornaamste
verspreidingsgebied en de voornaamste trekroutes zich bevinden in de Waddenzee, die
dientengevolge als één geheel zou moeten worden beheerd;
Ernstig bezorgd over de mate en aard van de bescherming van deze populatie, die als
gevolg van massale sterfte onder de zeehonden is afgenomen tot een peil dat nog nooit
tevoren zo laag is geweest;
Met het oog op het verbeteren van de mate en aard van de bescherming van zeehonden
door middel van gezamenlijke acties van de kant van de Staten die rechtsbevoegdheid
uitoefenen over het verspreidingsgebied van deze populatie;
In herinnering brengend het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten getekend te Bonn op 23 juni 1979, en inzonderheid Bijlage II die in 1985 werd gewijzigd teneinde de Waddenzee populatie van de gewone zeehond
(Phoca vitulina) in het Verdrag te kunnen opnemen;
In herinnering brengend de Gemeenschappelijke Verklaring inzake de Bescherming van
de Waddenzee, aangenomen tijdens de Derde Bijeenkomst van Regeringen inzake de Bescherming
van de Waddenzee te Kopenhagen op 9 december 1982;
In herinnering brengend de Verklaringen aangenomen door de Eerste Internationale Conferentie
inzake de Bescherming van de Noordzee te Bremen op 1 november 1984 en de Tweede Internationale
Conferentie inzake de Bescherming van de Noordzee te Londen op 25 november 1987;
In herinnering brengend de trilaterale Beheersovereenkomst inzake een Gemeenschappelijk
Secretariaat voor de Samenwerking met betrekking tot de Bescherming van de Waddenzee
van 23 oktober 1987;
Zijn overeengekomen als volgt: