De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en
de Regering van de Republiek Hongarije, hierna te noemen: de Partijen;
Geleid door het streven om bij te dragen aan de ontwikkeling van hun bilaterale betrekkingen;
Overtuigd van het wezenlijk belang van samenwerking bij het voorkomen van en de bestrijding
van internationale misdaad, in het bijzonder van de georganiseerde misdaad;
Gedreven door de wens om de samenwerking tussen opsporingsdiensten van beide landen
te versterken door het wederzijds uitwisselen van inlichtingen in bepaalde gevallen
alsmede door het aan elkaar verlenen van technische assistentie in het algemeen;
Zich bewust zijnde van hun verplichtingen onder het Europees Verdrag tot bescherming
van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, getekend te Rome op 4 november
1950, en de protocollen daarbij;
Zijn het volgende overeengekomen: