Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden
en
Zijne Excellentie de President van de Republiek Suriname,
zich baserend op het Protocol van conclusies van besprekingen tussen de Regeringen
van beide Staten inzake nauwere samenwerking, zoals op 16 november 1991 te Bonaire
tot stand gekomen;
gelet op de Overeenkomst betreffende ontwikkelingssamenwerking van 25 november 1975
cum annexis en de andere tussen beide Staten gesloten verdragen;
indachtig de historische, vriendschappelijke en bijzondere betrekkingen tussen beide
Staten, onder andere tot uiting komend in het grote aantal personen van Surinaamse
herkomst dat in het Koninkrijk der Nederlanden verblijft;
overwegende dat beide Staten streven naar een voortdurende verbetering van de omstandigheden
waaronder hun volkeren leven en werken;
herbevestigend de beginselen van de democratie en de rechtsstaat en van eerbiediging,
handhaving en bevordering van de fundamentele rechten en vrijheden van de mens, zoals
die zijn vervat in:
-
- de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 10 december 1948;
-
- het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke
rechten (met Facultatief Protocol);
-
- het Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake economische, sociale en culturele
rechten; en
-
- het Internationaal Verdrag van 7 maart 1966 inzake de uitbanning van alle vormen van
rassendiscriminatie;
vastbesloten op deze grondslag samen te werken teneinde sterker te staan tegen de
gevaren die de ontwikkeling en het voortbestaan van de democratie en de rechtsstaat,
de economische, sociale en culturele ontwikkeling van de samenleving en daarmee het
welzijn van hun volkeren kunnen bedreigen;
hebben overeenstemming bereikt over dit Raamverdrag inzake vriendschap en nauwere
samenwerking, waarin de hoofdlijnen van een samenhangend stelsel van nauwere betrekkingen
tussen beide Staten op basis van wederzijds respect en vertrouwen, souvereiniteit
en gelijkwaardigheid worden vastgelegd: