Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage op aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2023.]
Geraadpleegd op 17-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2022 en zichtdatum 02-05-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m 12-09-2022

Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage op aanvraag

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid tot het toekennen van een beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wmg.

Op grond van artikel 56a, tweede lid, onder a, van de Wmg geeft de NZa op aanvraag toepassing aan artikel 56a, eerste tot en met negende lid, van de Wmg.

Gelet op artikel 59, aanhef en onder e, van de Wmg, heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) met brieven van 12 december 2012 (kenmerk MC-U-3147126), 16 juli 2014 (kenmerk 640237-123257-MC), 11 december 2014 (kenmerk 696542-130372-MC en 692617-129795-MC), 16 juni 2015 (kenmerk 776212-137548-MC) 30 juni 2015 (kenmerk 776198-137542-MC), 21 april 2017 (kenmerk 1123133-163202-MC), 29 september 2017 (kenmerk 1223399-167180-MC), 3 oktober 2017 (kenmerk 1223400-167181-MC), 25 juni 2020 (kenmerk 1662538 – 203164-PZo), 6 juli 2020 (kenmerk 1713658-207569-PZo) en 27 september 2021 (kenmerk 3253869-1015137-PZO) ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven.

Op de beschikbaarheidbijdrage zijn titel 4.2 (‘subsidies’) en 4.4 (‘bestuursrechtelijke geldschulden’) van de Algemene wet bestuursrecht, het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG en het Besluit van de Europese Commissie van 20 december 2011 (C(2011)9380) van toepassing.

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:

  • Besluit: Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.

  • Bijlage: Bijlage bij artikel 2 van het Besluit.

  • Beschikbaarheidbijdrage: Bijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wmg.

  • dbc-omzet (integrale tarieven) brandwondenzorg: De in het betreffende jaar gerealiseerde dbc’s en de daarbij gerealiseerde ic add-on’s.

  • IGJ: Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd

  • Jaar t: Jaar t is het betreffende subsidiejaar waarop deze beleidsregel van toepassing is.

  • Minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

  • Orgaancentrum: Instelling zoals bedoeld in artikel 24 van de Wet op de orgaandonatie. Hiermee wordt gedoeld op de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS).

  • OTO: Opleiden, Trainen en Oefenen bij rampen en crises zoals vastgelegd op 16 oktober 2008 in het Convenant inzake Opleiden, trainen en oefenen ter voorbereiding van rampen en crises.

  • SEH-consult: Spoedeisende hulp contact op de seh-afdeling met code 190015 als bedoeld in de Regeling medisch-specialistische zorg.

  • Uniform kader: Uniform kader beschikbaarheidbijdrage NZa.

  • Wbmv: Wet bijzondere medische verrichtingen.

Artikel 2. Doel van de beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Voor een aantal activiteiten en voorzieningen van zorgaanbieders is het niet mogelijk en/of wenselijk om deze rechtstreeks aan zorgproducten voor individuele consumenten toe te rekenen. Het gaat om specifieke functies of kenmerken van de zorgverlening, zoals beschikbaarheid, specifieke deskundigheid of specifieke voorzieningen. Doel van deze beleidsregel betreft het vaststellen van de wijze van bekostiging van deze activiteiten en voorzieningen, in aanvulling op de Beleidsregel ‘Uniform kader beschikbaarheidbijdrage NZa’.

Artikel 3. Reikwijdte

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze beleidsregel is van toepassing op het beschikbaar hebben en bekostigen van zorg als bedoeld in artikel 2 van het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG, juncto onderdeel B, onder 3 tot en met 10, 15 en 16 van de bijlage bij het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG. De volgende vormen van zorg komen in aanmerking voor een beschikbaarheidbijdrage:

  • a. gespecialiseerde brandwondenzorg;

  • b. zorg door mobiel medisch team met helikopter;

  • c. spoedeisende hulp;

  • d. acute verloskunde;

  • e. post mortem uitname bij donoren van organen;

  • f. traumazorg voor zover het gaat om Opleiden, Trainen en Oefenen;

  • g. zorg verleend door het calamiteitenhospitaal;

  • h. coördinatie traumazorg en regionaal overleg acute zorg;

  • i. zorg door mobiel medisch team met voertuig;

  • j. gespecialiseerde en derdelijns psychotraumazorg voor zover het gaat om de landelijke kennis en expertisefunctie;

  • k. spoedeisende ambulancezorg met vervoer per ambulancehelikopter vanaf de Friese Waddeneilanden;

  • l. post mortem uitname bij donoren van weefsel.

Artikel 4. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Aangewezen vormen van zorg

    Bij het Besluit heeft de Minister de in artikel 1 genoemde vormen van zorg aangewezen waarvoor de NZa een beschikbaarheidbijdrage kan vaststellen. Mede op basis van dit Besluit heeft de NZa onderhavig beleid ten aanzien van de verstrekking van de beschikbaarheidbijdrage op aanvraag door zorgaanbieders vastgesteld.

  • 2 Procedure verstrekken beschikbaarheidbijdrage

    Het Uniform kader omschrijft de procedure die gehanteerd wordt ten aanzien van de verlening en de vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage door de NZa. In enkele gevallen is een uitzondering op de uniforme procedure nodig. Deze uitzondering staat in dat geval omschreven in de onderhavige beleidsregel en bij de betreffende zorgfunctie.

  • 3 Dienst van algemeen belang

    Indien een aanvraag voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 4, tweede lid en aan de zorgfunctie-specifieke bepalingen zoals opgenomen in deze beleidsregel, zal de NZa op grond van artikel 56a, zevende lid, van de Wmg de zorgaanbieder belasten met een dienst van algemeen economisch belang of dienst van algemeen belang.

Artikel 5. Gespecialiseerde brandwondenzorg

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Beschrijving zorg

    Gespecialiseerde brandwondenzorg als bedoeld in onderdeel B, aanhef en onder 9, van de Bijlage.

  • 2 Criteria verstrekking

    Zorgaanbieders kunnen in aanmerking komen voor de verstrekking van een beschikbaarheidbijdrage voor gespecialiseerde brandwondenzorg indien zij de in artikel 5, eerste lid van deze beleidsregel genoemde vorm van zorg leveren. Dat betekent dat voor de benodigde specifieke vaardigheden en personele inzet wordt aangesloten bij de Europese richtlijnen conform de nota van toelichting bij Onderdeel B, aanhef en onder 9.

  • 3 Aantal zorgaanbieders

    Op grond van het Besluit belast de NZa drie zorgaanbieders met de beschikbaarheid van de gespecialiseerde brandwondenzorg.

  • 4 Procedure

    In aanvulling op het Uniform kader is dit artikel van toepassing op de procedure ten aanzien van de gespecialiseerde brandwondenzorg.

    • a. Hoogte beschikbaarheidbijdrage verlening

      De verlening voor de zorgfunctie gespecialiseerde brandwondenzorg is gelijk aan de hoogte van de vastgestelde maximale beschikbaarheidbijdrage in jaar t-3. Dit bedrag wordt naar jaar t geïndexeerd.

      Op de maximale beschikbaarheidbijdrage voor de verlening (jaar t-3, geïndexeerd naar jaar t) worden de (verwachte) gerealiseerde dbc-omzet (integrale tarieven) door het brandwondencentrum en de bij deze dbc’s gerealiseerde IC add on’s voor jaar t in mindering gebracht.

    • b. Indexatie verlening

      De maximale vastgestelde beschikbaarheidbijdrage uit jaar t-3 wordt als volgt geïndexeerd: De personele kosten met het prijsindexcijfer voor personele kosten; de materiële kosten met het prijsindexcijfer voor materiële kosten.

    • c. Hoogte beschikbaarheidbijdrage vaststelling

      De uiteindelijke hoogte van de beschikbaarheidbijdrage voor gespecialiseerde brandwondenzorg wordt bepaald op basis van nacalculatie. Dat betekent dat de beschikbaarheidbijdrage afhankelijk is van de gerealiseerde kosten en opbrengsten en dus de verantwoorde gegevens van het desbetreffende brandwondencentrum. Daarnaast vraagt de NZa gegevens uit over de daadwerkelijke bezettingsgraad over het betreffende jaar.

    • d. Deadline vaststelling

      In afwijking van het Uniform kader dient de zorgaanbieder vóór 1 juli na afloop van het subsidiejaar een aanvraag voor vaststelling van een beschikbaarheidbijdrage in bij de NZa.

    • e. Benchmarken

      De NZa gaat de brandwondencentra op basis van de ingediende verantwoordingen benchmarken. Indien er significante afwijkingen zijn op bepaalde kostenposten wordt het desbetreffende brandwondencentrum door de NZa verzocht om daar een nadere toelichting met onderbouwing of bewijs op te geven.

    • f. Toerekening indirecte kosten

      De NZa toetst per brandwondencentrum op welke wijze zij de indirecte kosten toerekenen aan het brandwondencentrum. De toerekening van het brandwondencentrum is bepalend voor de uiteindelijke hoogte van de indirecte kosten voor het brandwondencentrum. De methodiek van de weging die een zorgaanbieder vanaf 2015 toepast voor de toerekening van de indirecte kosten aan het brandwondencentrum (ten opzichte van de rest van het ziekenhuis) moet de komende jaren gelijk blijven (tot het eerst volgende kostenonderzoek) en mag gedurende die periode niet gewijzigd worden.

    • g. Bepaling dbc-omzet

      Voor de bepaling van de dbc-omzet wordt uitgegaan van alle dbc’s die geleverd worden vanuit het brandwondencentrum en daarbij behorende IC add-ons. De gespecialiseerde brandwondenzorg dbc’s en IC add-ons kennen een max-maximum tarief (tariefstructuur). De NZa zal bij de vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage voor het bepalen van de omzet voor de gespecialiseerde brandwondenzorg dbc’s en bijbehorende IC Add-ons uitgaan van het reguliere, basis maximumtarief, ongeacht de hoogte van het tarief dat in werkelijkheid is overeengekomen en/of gedeclareerd tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar. Voor de andere dbc’s zal de NZa de gecontracteerde tarieven hanteren.

Artikel 6. Zorg door mobiel medische team met helikopter

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Beschrijving zorg

    Zorg door mobiel medische team (MMT’s) met helikopter als bedoeld in onderdeel B, aanhef en onder 6, van de Bijlage

  • 2 Criteria verstrekking

    Zorgaanbieders kunnen in aanmerking komen voor de verstrekking van een beschikbaarheidbijdrage zorg door MMT’s met helikopter indien zij de in artikel 6, eerste lid genoemde vorm van zorg leveren.

  • 3 Aantal zorgaanbieders

    Op grond van het Besluit verstrekt de NZa de beschikbaarheidbijdrage voor zorg door MMT’s met helikopter aan vier zorgaanbieders.

  • 4 Hoogte beschikbaarheidbijdrage

    • a. De hoogte van de beschikbaarheidbijdrage wordt gebaseerd op de posten in onderstaande tabel. In de toelichting van de beleidsregel staat beschreven hoe de bedragen jaarlijks worden geïndexeerd.

    • b. Drie verschillende typen helikopterstandplaatsen worden onderscheiden. De hoogte van bepaalde genormeerde kostenposten hangt samen met het type standplaats van het MMT. De drie standplaatstypen zijn:

      • a. Type A: Dak locatie;

      • b. Type B: Externe locatie waarbij brandwachtvoorziening van het vliegveld 24/7 aanwezig is;

      • c. Type C: Externe locatie waarbij brandwachtvoorziening van het vliegveld niet 24/7 aanwezig is.

      Onderdeel

      Deelpost

      Toelichting

      Standplaats

      Prijspeil 2021

      Helikopter

      Vaste kosten

      Vaste kosten uit het contract van de helikopter

      A,B en C

      Werkelijke kosten

      Vlieguren

      Variabele kosten per vlieguur

      A,B en C

      Werkelijke kosten

      Buitenlandse inzet

      Kosten van inzetten in Nederland door een buitenlandse helikopter worden op nacalculatie vergoed. De opbrengsten van buitenlandse inzetten worden in mindering gebracht.

      A,B en C

      Werkelijke kosten -/- werkelijke opbrengsten

      Kortingsposten

      Nacalculatie – in mindering

      A,B en C

      Werkelijke opbrengsten

      Voertuig

      Voertuigkosten

      Normatief bedrag voor:

      1) afschrijfkosten van aanschaf van het voertuig, opbouw/ombouw van het voertuig, en inbouw van communicatie en navigatie apparatuur in het voertuig,

      2) verzekering voertuig, onderhoudskosten en vervangend vervoer

      A,B en C

      € 23.743

      Brandstof

      Brandstof wordt op nacalculatiebasis vergoed.

      A,B en C

      Werkelijke kosten

      Personele inzet

      per functie

      Gespecialiseerd verpleegkundige

      Genormeerd

      A,B en C

      € 592.252

      Medisch specialist

      Genormeerd

      A,B en C

      € 1.245.527

      Helicopter landing officer

      Genormeerd

      A, C

      € 396.626

      Ondersteunend personeel:

      chief nurse

      manager

      medisch coördinator

      secretariaat

      Genormeerd

      A,B en C

      € 159.372

      Standplaats

      Helikopter op dak

      Genormeerd

      A

      € 106.231

      Helikopter op externe locatie

      Nacalculatie

      B, C

      Werkelijke kosten

      Opleidingen

      Initieel

      Gespecialiseerd verpleegkundige

      Per nieuw lid

      A, C

      € 76.717

      Per nieuw lid

      B

      € 84.200

      Medisch specialist

      Per nieuw lid

      A,B en C

      € 59.564

      Helicopter landing officer

      Per nieuw lid

      A, C

      € 1.277

      Periodieke opleidingen

      Gespecialiseerd verpleegkundige

      Afrekenen op basis van werkelijke kosten met een maximum norm

      A, C

      € 6.812

      Afrekenen op basis van werkelijke kosten met een maximum norm

      B

      € 16.356

      Medisch specialist

      Afrekenen op basis van werkelijke kosten met een maximum norm

      A,B en C

      € 12.040

      Helicopter landing officer

      Afrekenen op basis van werkelijke kosten met een maximum norm

      A, C

      € 4.459

      Dienstkleding

      Norm inclusief Helicopter landing officer

      Genormeerd

      A, C

      € 32.561

      Norm exclusief Helicopter landing officer

      Genormeerd

      B

      € 22.447

      Overige directe kosten

       

      Normatief bedrag voor de volgende kostenposten:

      – patiëntgebonden kosten

      – hotelmatige kosten

      - algemene materiële kosten

      – C2000 apparatuur

      – algemene personele kosten

      A,B en C

      € 174.549

      Bloed en bloedproducten

      Erytrocytenconcentraat (bloed)

      Verbruik van bloed wordt op basis van nacalculatie per packaged cell vergoed.

      A,B en C

      € 242

      Fibrinogeen

      (stollingsfactor)

      Verbruik van fibrinogeen wordt op basis van nacalculatie per gram vergoed.

      A,B en C

      € 445

      Logistieke kosten

      Logistieke kosten voor wisselingen van bloed en bloedproducten.

      A,B en C

      Werkelijke kosten

      Overhead

      Norm inclusief Helicopter landing officer

      Genormeerd

      A, C

      € 403.243

      Norm exclusief Helicopter landing officer

      Genormeerd

      B

      € 277.387

    • c. Vanaf 2022 wordt de Extracorporeal membrane oxygenation, ofwel de Hart-long machine (ECMO) vergoed als onderdeel van de traumahelikopter. De vergoeding geldt per jaar vanaf moment van ingebruikname, en is in onderstaande tabel weergegeven:

      Onderdeel

      Deelpost

      Toelichting

      Standplaats

      Prijspeil 2021

      ECMO

      Aanschafkosten

      Aanschafkosten ECMO op basis van afschrijving in 10 jaar. Vast bedrag (naar rato vanaf ingebruikname) per jaar, per station. Bedrag wordt niet geïndexeerd.

      A,B en C

      € 16.486

      Onderhoud- en servicekosten

      Onderhoud- en servicekosten per jaar. Deze kosten gelden vanaf het tweede jaar dat de ECMO in gebruik is (naar rato). Het bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

      A,B en C

      € 16.880

      Disposables (prijs per stuk)

      Vergoeding is op basis van P x Q (gerealiseerd aantal verbruikte disposables). Bedrag per disposable wordt jaarlijks niet geïndexeerd.

      A, B en C

      € 5.347

Artikel 7. Spoedeisende hulp

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Beschrijving zorg

    Spoedeisende hulp (SEH) als bedoeld in onderdeel B, aanhef en onder 7, van de Bijlage.

  • 2 Criteria verstrekking

    Zorgaanbieders kunnen in aanmerking komen voor de verstrekking van een beschikbaarheidbijdrage SEH indien zij de in artikel 7, eerste lid van deze beleidsregel genoemde vorm van zorg leveren en als aan elk van de volgende criteria is voldaan:

    • a. de SEH moet voldoen aan de geldende (minimum)normen die worden gesteld aan een SEH;

    • b. de SEH moet onvoldoende inkomsten uit de tarieven hebben om de kosten van de SEH te dekken;

    • c. de SEH moet gevoelig zijn voor de 45-minutennorm volgens de meest relevante analyse van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De meest relevante analyse voor de beschikbaarheidbijdrage SEH jaar t1 betreft de bereikbaarheidsanalyse jaar t-1 die jaarlijks door het RIVM wordt uitgebracht.

  • 3 Procedure verlening

    De aanvraag tot verlening van de beschikbaarheidbijdrage SEH bestaat uit een aanvraagformulier. In het aanvraagformulier kan de aanvrager een opgave van kosten en opbrengsten geven ten behoeve van het tweede criterium (sub b) genoemd in artikel 7, tweede lid. Het eerste criterium (sub a) uit artikel 7, tweede lid wordt getoetst op basis van signalen van de IGJ. Hierbij wordt als uitgangspunt genomen dat een SEH voldoet aan de geldende (minimum)normen tenzij de IGJ dit bij de NZa aangeeft. De NZa zal voor afgifte van de verlening bij de IGJ de laatste stand van zaken opvragen. Indien gewenst zal een nadere onderbouwing van dit criterium middels een brief worden gevraagd.

    In afwijking van het Uniform kader wordt de aanvraag tot verlening 2022 vóór 1 december 2021 ingediend.

  • 4 Hoogte beschikbaarheidbijdrage

    Voorwacht:

    • a. Kosten personeel

      Om 24/7 beschikbaarheid te borgen gaat de NZa uit van de volgende personele inzet en bijbehorende salariskosten:

      Norm

      Fte

      Prijspeil 2021

      SEH-verpleegkundige

      6,13

      € 87.266 per fte

      SEH-arts of arts seh

      6,13

      € 175.144 per fte

      De salariskosten van de SEH-verpleegkundige en de salariskosten van de SEH-arts of arts SEH zijn inclusief onregelmatigheidstoeslag (ort).

      De personele kosten worden jaarlijks geïndexeerd. In de toelichting van de beleidsregel staat beschreven hoe deze indexatie plaatsvindt.

    • b. Kosten materieel en overhead

      De NZa gaat uit van een totaal aan materiële kosten en overheadkosten van € 892.424,– (prijspeil 2021). De materiële kosten (€ 622.261,–) worden jaarlijks met het prijsindexcijfer voor de materiële kosten geïndexeerd. De overheadkosten (€ 270.163,–) worden conform het indexcijfer voor kostenbedragen van (dbc) zorgproducten geïndexeerd.

    • c. Kosten kapitaal

      De opslag voor kapitaallasten bedraagt € 186.709,– (prijspeil 2021). De kapitaallasten worden niet geïndexeerd.

    • d. Opbrengsten SEH

      De beschikbaarheidbijdrage beoogt alleen een eventueel tekort te dekken. Opbrengsten die een SEH genereert, worden in mindering gebracht op de normbedragen als bedoeld in sub a, b en c van dit artikel. De opbrengsten worden bepaald op basis van het totaal aantal unieke SEH-patiënten van de zorgaanbieder, gecorrigeerd met het afslagpercentage waarbij de volgende formule geldt:

      afslagpercentage Q = 0,4047 * LN (totaal aantal unieke SEHpatiënten) – 3,5498

      relevante Q uniek = totaal aantal unieke patiënten * (1 – afslagpercentage Q)

      Het unieke aantal SEH-patiënten betreft het aantal patiënten in het betreffende jaar. Eenzelfde SEH-patiënt met meerdere SEH-consulten per dag, telt mee als één unieke SEH-patiënt.

      Het gecorrigeerde aantal unieke SEH patiënten wordt vermenigvuldigd met de normatieve opbrengst per unieke SEHpatient van € 179,12 (prijspeil 2021). Indien de totale opbrengsten van de (gecorrigeerde) unieke SEHpatienten hoger zijn dan het normbedrag voor de voorwacht, dan ontvangt de zorgaanbieder een beschikbaarheibijdrage ter hoogte van de achterwachtkosten (het normbedrag als bedoeld in sub e van dit artikel). De opbrengsten worden jaarlijks geïndexeerd conform het indexcijfer voor kostenbedragen van (dbc) zorgproducten.

    Achterwacht:

    • e. Kosten achterwacht

    • f. De NZa gaat uit van achterwachtkosten van € 813.962 (prijspeil 2021). De achterwachtkosten worden jaarlijks geïndexeerd. In de toelichting van de beleidsregel staat beschreven hoe deze indexatie plaatsvindt.

Artikel 8. Acute verloskunde

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Beschrijving zorg

    Acute verloskunde als bedoeld in onderdeel B, aanhef n onder 8, van de Bijlage.

  • 2 Criteria verstrekking

    Zorgaanbieders kunnen in aanmerking komen voor de verstrekking van een beschikbaarheidbijdrage acute verloskunde indien zij de in artikel 8, eerste lid van deze beleidsregel genoemde vorm van zorg leveren en als aan elk van de volgende criteria is voldaan:

    • a. de afdeling voor acute verloskunde moet voldoen aan de geldende (minimum)normen die worden gesteld aan acute verloskundige zorg;

    • b. de afdeling voor acute verloskunde moet onvoldoende inkomsten uit de tarieven hebben om de kosten van de acute verloskundige zorg te dekken;

    • c. de afdeling voor acute verloskunde moet gevoelig zijn voor de 45-minutennorm volgens de meest relevante analyse van het RIVM. De meest relevante analyse voor de beschikbaarheidbijdrage acute verloskunde jaar t betreft de bereikbaarheidsanalyse jaar t-1 die jaarlijks door het RIVM wordt uitgebracht.

  • 3 Procedure verlening

    De aanvraag tot verlening van de beschikbaarheidbijdrage acute verloskunde bestaat uit een aanvraagformulier. In het aanvraagformulier kan de aanvrager een opgave van kosten en opbrengsten geven ten behoeve van het tweede criterium genoemd in artikel 8, tweede lid. Het eerste criterium uit artikel 8, tweede lid wordt getoetst op basis van signalen van de IGJ. Hierbij wordt als uitgangspunt genomen dat een afdeling voor acute verloskunde voldoet aan de geldende (minimum)normen tenzij de IGJ dit bij de NZa aangeeft. De NZa zal voor afgifte van de verlening bij de IGJ de laatste stand van zaken opvragen. Indien gewenst zal een nadere onderbouwing van het criterium middels een brief worden gevraagd.

    In afwijking van het Uniform kader wordt de aanvraag tot verlening 2022 vóór 1 december 2021 ingediend.

  • 4 Hoogte beschikbaarheidbijdrage

    • a. Kosten personeel

      Om 24/7 beschikbaarheid te borgen gaat de NZa uit van 6,13 fte obstetrisch professional of 5,09 fte gynaecoloog. Als de gynaecoloog en de obstetrisch professional elkaar afwisselen in diensten zal de verhouding worden bepaald op basis van opgegeven inzet. De fte voor de gynaecoloog worden meegenomen tot 5,09 fte. Indien de fte voor de gynaecoloog minder dan 5,09 fte bedraagt, wordt de fte voor de obstetrisch professional in verhouding meegenomen. In de toelichting van de beleidsregel is hiervan een rekenvoorbeeld opgenomen.

      Naast bovengenoemde personele inzet gaat de NZa uit van bijbehorende personele kosten:

      Norm

      Fte

      Prijspeil 2021

      Obstetrisch professional

      6,13

      € 94.864 per fte

      Gynaecoloog in loondienst¹

      5,09

      € 195.633 per fte

      Gynaecoloog vrijgevestigd

      5,09

      € 290.494 per fte

      ¹ In geval van inhuur van een gynaecoloog wordt uitgegaan van het honorarium van de gynaecoloog in loondienst.

      De salariskosten voor de obstetrisch professional zijn inclusief onregelmatigheidstoeslag (ort). De personele kosten worden jaarlijks geïndexeerd. In de toelichting van de beleidsregel staat beschreven hoe deze indexatie plaatsvindt.

    • b. Kosten materieel en overhead

      De NZa gaat uit van een totaal aan materiële kosten en overheadkosten van € 509.181,– (prijspeil 2021). De materiële kosten (€ 396.923,–) worden jaarlijks met het prijsindexcijfer materiële kosten geïndexeerd. De overheadkosten (€ 112.258,–) worden conform het indexcijfer voor kostenbedragen van (dbc) zorgproducten geïndexeerd.

    • c. Kosten kapitaal

      De opslag voor kapitaallasten bedraagt € 119.097,– (prijspeil 2021). De kapitaallasten worden niet geïndexeerd.

    • d. Opbrengsten acute verloskunde

      De beschikbaarheidbijdrage beoogt alleen een eventueel tekort te dekken. De opbrengsten worden bepaald op basis van het aantal gerealiseerde dbc-producten acute verloskunde. De NZa heeft per product een percentage vastgesteld van de mate waarin het betreffende product kan worden toegerekend aan de activiteiten van de beschikbare gynaecoloog/obstetrisch professional. In de bijlage van deze beleidsregel is een overzicht van deze producten opgenomen. Deze verloskunde-dbc’s maken deel uit van het vrije segment. Voor de bepaling van de omzet van acute verloskunde wordt daarbij uitgegaan van het gemiddelde tarief van de ziekenhuizen uit het kostenonderzoek 2019 voor de verloskunde-dbc’s. De dbc omzet wordt in mindering gebracht op de normbedragen als bedoeld in sub a, b en c van dit artikel. Indien de dbc omzet die aan deze functie wordt toegerekend hoger is dan de normbedragen, ontvangt de zorgaanbieder geen beschikbaarheidbijdrage.

      Jaarlijks worden de gemiddelde tarieven van de betreffende verloskunde dbc’s aangepast naar het actuele prijspeil dat voor dat jaar geldt. De bedragen worden geïndexeerd met het geldende indexcijfer voor de kostenbedragen van (dbc)zorgproducten. Deze indexcijfers publiceert de NZa op haar website. De resultaten worden doorgevoerd in de kolom “Bedrag beleidsregel (ultimo 2021)” in de tabel “Zorgproducten Acute verloskunde met percentage en bedragen” in bijlage 1.

Artikel 9. Post mortem uitname bij donoren van organen (PMD)

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Beschrijving zorg

    Post mortem orgaanuitname bij donoren (PMD) zoals bedoeld in onderdeel B, aanhef en onder 3a van de Bijlage.

  • 2 Criteria verstrekking

    Zorgaanbieders kunnen in aanmerking komen voor de verstrekking van een beschikbaarheidbijdrage PMD indien zij de in artikel 9, eerste lid van deze beleidsregel genoemde vorm van zorg leveren en indien zij een overeenkomst met de Nederlandse Transplantatiestichting (NTS) hebben gesloten.

  • 4 Verlening

    In afwijking van het Uniform kader wordt de aanvraag tot verlening 2022 vóór 1 december 2021 ingediend.

    Voor de verlening 2022 geldt eenmalig dat de verlening wordt vastgesteld op het bedrag van de verlening in t-1 (2021) plus indexatie.

  • 5 Vaststelling

    De betrokken zorgaanbieders dienen ten behoeve van de vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage de volgende gegevens te registreren per uitname:

    1. Datum van uitname (ingeven als dd-mm-jj)

    2. Donor ziekenhuis

    3. Tijdstip definitieve melding

    4. Tijdstip Tijdstip vertrek ZUT

    5. Tijdstip aanvang uitname

    6. Tijdstip einde uitname

    7. Tijdstip afronding in UMC

    8. Aantal chirurgen

    9. Aantal aios

    10. Gedoneerde organen: hart – ja/nee

    11. Gedoneerde organen: longen – ja/nee

    12. Gedoneerde organen: darm- ja/nee

    13. Gedoneerde organen: lever – ja/nee

    14. Gedoneerde organen: pancreas – ja/nee

    15. Gedoneerde organen: nieren – ja/nee

    16. Geen uitname reden

  • 6 Hoogte beschikbaarheidbijdrage

    De beschikbaarheidbijdrage vergoedt de personele en materiële kosten van het zelfstandige uitnameteam (ZUT), inclusief huisvestingskosten en overhead.

    Het ZUT is 7 x 24 uur beschikbaar en bestaat uit twee chirurgen, waarvan een gecertificeerd uitnamechirurg, een anesthesioloog, een anesthesiemedewerker, twee OK-assistenten, perfusiemedewerker ten behoeve van de machinepreservatie nieren en een OK-transplantatiecoördinator.

    De maximale hoogte van de beschikbaarheidbijdrage is als volgt opgebouwd:

    Hoogte beschikbaarheidbijdrage per team:

    Kosten (ultimo 2021)

    Aantal fte’s

    Per regio

    Chirurgen

    6,42

    1.528.464

    Anesthesiologen

    3,26

    745.928

    Anesthesiemedewerkers

    4,78

    394.932

    Operatieassistenten

    8,97

    741.742

    Transplantatiecoördinatoren

    4,90

    458.040

    Management

    0,93

    166.768

    Secretariaat

    1,03

    60.875

    Machinepreservatie nieren (incl. perfusiemedewerker)

     

    376.925

    Materiaalkosten ZUT

     

    302.051

    Huisvesting

     

    47.236

    Overhead

     

    656.602

    Totaal

     

    5.479.563

    Ten behoeve van de vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage levert de zorgaanbieder de gerealiseerde kosten van de machinepreservatie nieren aan.

    Indien van de bovenstaande fte’s wordt afgeweken zal de beschikbaarheidbijdrage hiervoor worden aangepast. De zorgaanbieder dient in dat geval bij de vaststelling de ingeroosterde fte van het ZUT team op te geven. Hierbij worden de bovenstaande fte’s als maximum gehanteerd.

    De hoogte van het bedrag voor de machinepreservatie nieren bedraagt maximaal € 376.925,– per ZUT (prijspeil ultimo 2021). Het betreft de kosten van de perfusie, voor zover die betrekking hebben op de materiaalkosten van de machines en de personeelskosten van de perfusiemedewerker. De vervoerskosten vallen buiten de beschikbaarheidbijdrage. Als de gerealiseerde kosten voor de machinepreservatie nieren lager zijn dan het vastgestelde maximum worden de gerealiseerde kosten vergoed.

    Van het normbedrag voor materiaalkosten ZUT wordt alleen afgeweken indien er een significante stijging van het totale aantal landelijke uitnamen plaatsvindt. Er is sprake van een significante stijging indien er een toename van twee maal de standaardafwijking boven het gemiddeld aantal uitnamen in de periode 2013–2017 is. In deze periode bedroeg het gemiddeld aantal uitnamen 268 per jaar, met een dubbele standaardafwijking van 30 uitnamen. Derhalve is er bij een landelijke stijging naar 298 uitnamen per jaar sprake van een significante stijging en daarmee een herberekening van de materiaalkosten door de NZa aan de orde.

    De indexatie van de bovenstaande bedragen gaat als volgt:

    • De personeelskosten zijn in 2017 vastgesteld en worden jaarlijks geïndexeerd met de personele index.

    • Het bedrag en de verdeling van de kosten voor de machinepreservatie nieren wordt jaarlijks aangepast met de personele en materiële index.

    • De materiaalkosten ZUT worden jaarlijks aangepast met de materiële index.

    • De overhead per fte stijgt met de cao door middel van de personele index, de overhead per m2 en de huisvestingskosten stijgen met de materiële index.

    • De huisvesting wordt niet geindexeerd.

Artikel 10. Traumazorg voor zover het gaat om Opleiden, Trainen en Oefenen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Beschrijving van de zorg

    Traumazorg voor wat betreft Opleiden, Trainen en Oefenen ten behoeve van rampen en crises (OTO), als bedoeld in onderdeel B, aanhef en onder 5, sub b van de Bijlage.

  • 2 Criteria verstrekking

    Aanbieders kunnen in aanmerking komen voor de verstrekking van een beschikbaarheidbijdrage OTO indien zij de in artikel 10, eerste lid van deze beleidsregel genoemde vorm van zorg leveren en indien zij in het bezit zijn van een erkenning als traumacentrum.

  • 3 Hoogte beschikbaarheidbijdrage

    De beschikbaarheidbijdrage voor OTO is opgebouwd uit een vaste component en een flexibele component. De vergoedingen in dit artikel zullen lumpsum verstrekt worden, maar moeten wel aan OTO worden besteed.

    • A. Vaste componenten

      • 1. Basisteam: Voor de beschikbaarheidbijdrage OTO gaan we in ieder geval uit van een vaste vergoeding van € 201.471 voor het basisteam, deze vergoeding is gebaseerd op de in het kostenonderzoek waargenomen gemiddelde opbouw van personeelsfuncties, zie tabel 2 in de toelichting. In de praktijk kan de precieze opbouw afwijken; de vergoeding kan dus ook worden gebruikt voor een andere functiemix in het basisteam.

      • 2. Materiële kosten en overhead: de aanbieder ontvangt een vast bedrag van € 84.003 (prijspeil ultimo 2021) ter dekking van de materiële kosten en overhead.

      • 3. Convenantspartners: Daarnaast gaan we uit van een vaste vergoeding van € 580.593 (prijspeil ultimo 2021) voor de convenantspartners, opgebouwd uit gemiddeld genomen 6 huisartsenposten (HAP’s), 6 ziekenhuizen (locaties met SEH), 2 regionale ambulance voorzieningen (RAV’s) en 2 gemeentelijke gezondheidsdiensten (GGD’s).

    • B. Flexibele component

      • 4. Indien de aanbieder meer convenantpartners in het netwerk bedient dan de aantallen genoemd in artikel 3, sub a onder 3, ontvangt de aanbieder een extra normatief bedrag per soort convenantpartner die zij meer bedient.

        Soort convenantpartner

        Normatieve vergoeding per partner (prijspeil ultimo 2021)

        HAP

        € 8.308

        Ziekenhuis (locaties met SEH)

        € 42.393

        RAV

        € 87.892

        GGD

        € 50.301

  • 4 Procedure verlening en vaststelling

    • 1. De NZa verleent de beschikbaarheidbijdrage OTO op basis van het aantal en soort convenantpartners in het netwerk in het jaar t-1.

    • 2. De NZa stelt de beschikbaarheidbijdrage OTO vast op basis van het aantal en soort convenantpartners in het netwerk in het jaar t.

    • 3. De NZa baseert zich voor de in lid 1 en 2 genoemde informatie op de gegevens, met peildatum 1 juni, die zij jaarlijks op 1 juli ontvangt van het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ).

    • 4. In afwijking van het Uniform kader wordt de aanvraag tot verlening vóór 1 december van jaar t-1 ingediend.

  • 5 Indexatie

    • 1. Het basisteam in de vaste component wordt jaarlijks geïndexeerd met index voor personele kosten.

    • 2. Voor indexering van de overige componenten wordt een verhouding aangehouden van 90% van de index voor de personele kosten en 10% van de index voor de materiële kosten.

Artikel 11. Zorg verleend door het calamiteitenhospitaal

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Beschrijving van de zorg

    Het betreft zorg verleend als bedoeld in onderdeel B, aanhef en onder 4, van de Bijlage.

  • 2 Criteria voor verstrekking

    Zorgaanbieders kunnen in aanmerking komen voor de verstrekking van een beschikbaarheidbijdrage calamiteitenhospitaal indien zij:

    • a. De in artikel 11, eerste lid van deze beleidsregel genoemde vorm van zorg leveren en

    • b. Een convenant hebben gesloten met de Staat der Nederlanden tot het beschikbaar houden van deze vorm van zorg.

    De beoordeling van de beschikbaarheidbijdrage vindt -naast het gestelde in de beleidsregel- plaats op basis van het Convenant Calamiteitenhospitaal, gesloten tussen het Ministerie van Defensie, het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Universitair Medisch Centrum Utrecht.

  • 3 Verlening

    • a. Procedure verlening

      • In aanvulling op het Uniform kader is de aanvraag tot verlening van de beschikbaarheidbijdrage calamiteitenhospitaal compleet indien bij de aanvraag het bedrijfsplan inclusief begroting is gevoegd.

      • Bij de aanvraag tot verlening omschrijft de zorgaanbieder voor welke activiteiten en voorzieningen de beschikbaarheidbijdrage calamiteitenhospitaal wordt aangevraagd en wat de begrote kosten voor deze activiteiten en voorzieningen zijn.

    • b. Beoordeling verlening

      • Kosten komen alleen voor vergoeding middels de beschikbaarheidbijdrage in aanmerking indien aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:

        • De kosten worden alleen gemaakt ten behoeve van het calamiteitenhospitaal, of;

        • De gedeclareerde productie per openstelling dekt niet de extra personele kosten die hiermee gemoeid zijn (inefficiëntie).

      • Bij de verlening worden alleen de vaste kosten van de beschikbaarheidbijdrage vergoed.

  • 4 Vaststelling

    • a. Procedure vaststelling

      In aanvulling op het Uniform kader is de aanvraag tot vaststelling compleet indien het jaarverslag bij de aanvraag tot vaststelling is gevoegd. Hierin wordt in ieder geval ingegaan op het gebruik van het calamiteitenhospitaal, uitgesplitst naar scenario, verzoeker, het aantal opgenomen slachtoffers en het aantal dagen per openstelling.

    • b. Beoordeling aanvraag vaststelling

      • In het aanvraagformulier voor de vaststelling omschrijft de aanbieder de voorzieningen en activiteiten, waaronder:

        • het aantal openstellingen;

        • de duur per openstelling;

        • het aantal opgenomen slachtoffers per openstelling, waarvoor een beschikbaarheidbijdrage calamiteitenhospitaal is verleend;

        • investeringen gedurende het jaar;

      • In het aanvraagformulier voor de vaststelling geeft de aanbieder de gerealiseerde kosten op van de omschreven activiteiten.

      • De aanbieder kan btw-kosten met terugwerkende kracht vanaf 2015 opgeven in de aanvraag tot vaststelling. De btw-kosten worden alleen opgevoerd in de vaststellingsaanvraag als de btw-aangifte van een subsidiejaar volledig is afgerond en niet eerder al is opgegeven. In de vaststellingsaanvraag voegt de aanbieder in ieder geval de volgende stukken toe:

        • btw-factuur van het betreffende subsidiejaar;

        • berekening btw-kosten;

        • schriftelijke afspraken met de Belastingdienst over de btw.

  • 5 Hoogte beschikbaarheidbijdrage

    • a. Het vaste deel van de beschikbaarheidbijdrage is bestemd voor de instandhouding van het Calamiteitenhospitaal. De hoogte van het vaste deel van de beschikbaarheidbijdrage bedraagt maximaal € 1.578.896 (prijspeil ultimo 2021) en wordt gebaseerd op de volgende posten:

      Groep

      Omschrijving

      Bedrag (euro)

      Prijspeil 2021

      Voorbereiding en preparatie

      3,0 fte poortartsen, 30 dagen per jaar

      25.528

      3,0 fte seh-verpleegkundigen, 30 dagen per jaar

      22.508

      1,2 fte ic-verpleegkundigen (divisie vitale functies) 30 dagen per jaar

      14.203

      3,0 fte ic-verpleegkundigen (CMH), 30 dagen per jaar

      35.102

      9 fte verpleegkundigen, 30 dagen per jaar

      59.966

      0,5 fte arts-coördinator (infectieziekten), 30 dagen per jaar

      9.344

      Algemene opleidingskosten personeel

      52.451

      Personeel instandhouding

      Dagelijkse leiding en personeel CMH en UMCU (6 fte)

      442.517

      SLA’s nullijnen

      Vitale functies (ondersteuning bedrijfsbureau)

      46.623

      Radiologie, anesthesie, hygiëne

      58.279

      Directie Raad van Bestuur

      81.590

      Directie P&O

      11.656

      Directie Informatievoorziening en Financiën

      23.312

      Facilitair Bedrijf

      93.246

      Materieel

      Materiële kosten en verbruiksgoederen

      132.958

      Onderhoud infrastructuur en instrumenten

      90.356

      Regulier onderhoud

      249.893

      Kapitaallasten

      381.051

      Afschrijving apparatuur

      443.195

      Algemeen

      Nutsvoorziening (water, elektriciteit)

      88.639

      Communicatie en informatie delen

      33.240

      Projecten informatievoorziening

      33.240

      Totaal

      2.428.896

      Bijdrage Ministerie van Defensie

      -/- 850.000

      Beschikbaarheidbijdrage NZa

      1.578.896

    • b. het variabele deel van de beschikbaarheidbijdrage is bestemd voor de extra personele kosten tijdens de eerste 12 uur per openstelling.

      Dit deel van de beschikbaarheidbijdrage is afhankelijk van het aantal openstellingen en het aantal slachtoffers waarvoor het calamiteitenhospitaal wordt opengesteld. Hierbij worden drie scenario’s onderscheiden (prijspeil ultimo 2021):

      Aantal slachtoffers

      T/m 25

      T/m 100

      T/m 200

      Vergoeding (euro)

      60.610

      106.068

      160.850

      De variabele vergoeding wordt gebaseerd op de aantallen vereiste functionarissen per scenario.

    • c. De beschikbaarheidbijdrage wordt als volgt geïndexeerd. De personele kosten (voorbereiding en preparatie, personeel instandhouding en SLA’s nullijnen) worden geïndexeerd met het prijsindexcijfer voor personele kosten. De materiële kosten (algemeen en materieel -met uitzondering van de kapitaallasten) met het prijsindexcijfer voor materiële kosten. De kapitaallasten en de btw-kosten worden niet geïndexeerd. Indien blijkt bij de vaststelling dat de kosten met betrekking tot kapitaallasten significant afwijken van het normbedrag wordt beoordeeld of dit normbedrag aanpassing behoeft.

      Voor wat betreft kapitaallasten is er sprake van een significante afwijking indien er in een jaar een investering is gerealiseerd hoger dan € 230.000. Het normbedrag van € 381.051 (prijspeil 2021) wordt in dat geval tot aan de eerstvolgende herijking verhoogd met 10% van het meerdere boven de € 230.000.

Artikel 12. Coördinatie traumazorg en regionaal overleg acute zorg

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Beschrijving van de zorg

    Traumazorg als bedoeld in onderdeel B, aanhef en onder 5, sub a van de Bijlage, voor zover het gaat om de kennisfunctie en coördinatie van acute zorg taken en bevoegdheden rondom Traumazorg, Acute Zorg en Regionaal Overleg Acute Zorgketen (CTR) en voor zover het gaat om voorbereiding op hulpverlening bij opgeschaalde zorg als bedoeld in de aanwijzing van de minister inzake de beschikbaarheidbijdrage traumazorg.2

  • 2 Criteria voor verstrekking

    Aanbieders kunnen in aanmerking komen voor de verstrekking van een beschikbaarheidbijdrage Coördinatie traumazorg en Regionaal overleg acute zorgketen (CTR) indien zij de in artikel 12, eerste lid van deze beleidsregel genoemde vorm van zorg leveren en indien zij in bezit zijn van een erkenning als traumacentrum.

  • 3 Hoogte beschikbaarheidbijdrage

    De beschikbaarheidbijdrage voor CTR is opgebouwd uit een vaste component en een flexibele component. De vergoedingen in dit artikel zullen lumpsum verstrekt worden, maar moeten wel aan CTR worden besteed.

    • A: Vaste componenten

      • 1. Basisteam: Voor de beschikbaarheidbijdrage CTR gaan we in ieder geval uit van een vaste vergoeding van € 820.464 voor het basisteam, deze vergoeding is gebaseerd op de in het kostenonderzoek waargenomen gemiddelde opbouw van personeelsfuncties, zie tabel 5 in de toelichting. In de praktijk kan de precieze opbouw afwijken; de vergoeding kan dus ook worden gebruikt voor een andere functiemix in het basisteam.

      • 2. Materiële kosten en overhead: het netwerk ontvangt een vast bedrag van € 450.464 (prijspeil ultimo 2021) ter dekking van de materiële kosten en overhead.

    • B. Flexibele componenten

      Het basisteam kan worden aangevuld bij gebleken extra complexiteit of omvang van de traumaregio. De variabelen waarmee een uitbreiding toegekend kan worden op omvang zijn: convenantpartners, inwoners en traumaregistraties.

      • 1. Inwoners en convenantpartners: voor deze variabelen wordt er uitgebreid met fte’s secretariële ondersteuning en beleidsmedewerkers naar rato van het aantal fte per functie in het basisteam. De extra fte’s zijn niet cumulatief maar moeten worden gezien als twee aparte uitkomsten. Scoort een netwerk bij één van deze variabelen complexiteitsniveau 1 en bij de andere variabele complexiteitsniveau 2, dan gaan we uit van complexiteitsniveau 2 en de daarbij horende aanvulling in fte op het basisteam.

        Convenantpartners¹

        Aantal

        Aanvulling in fte

        Uitsplitsing in fte

        Vergoeding

        (prijspeil ultimo 2021)

        Basisteam

        Tot 20

        geen

        nvt

        Geen

        Complexiteitsniveau 1

        20–30

        1,50

        0,42

        secretariële ondersteuning

        € 127.537

        1,08

        beleidsmedewerker

        Complexiteitsniveau 2

        >30

        2,50

        0,70

        secretariële ondersteuning

        € 212.561

        1,80

        beleidsmedewerker

        ¹ HAPS, ziekenhuizen, GGD en RAV

        Inwoners

        Aantal

        Aanvulling in fte

        Uitsplitsing in fte

        Vergoeding

        (prijspeil ultimo 2021)

        Basisteam

        Tot 1,5 miljoen

        Geen

        nvt

        Geen

        Complexiteitsniveau 1

        1,5 – 2 miljoen

        1,50

        0,42

        secretariële ondersteuning

        € 127.537

        1,08

        beleidsmedewerker

        Complexiteitsniveau 2

        >2 miljoen

        2,50

        0,70

        secretariële ondersteuning

        € 212.561

        1,80

        beleidsmedewerker

      • 2. Traumaregistraties: voor de variabele traumaregistratie wordt er uitgebreid met fte data-functionaris.

        Traumaregistraties

        Aantal

        Aanvulling in fte

        Vergoeding

        (prijspeil ultimo 2021)

        Basisteam

        Tot 7.500

        Geen

        Geen

        Complexiteitsniveau 1

        7.500 – 10.000

        0,25

        € 16.757

        Complexiteitsniveau 2

        >10.000

        0,50

        € 47.612

  • 4 Procedure verlening en vaststelling

    • 1. De NZa verleent de beschikbaarheidbijdrage CTR op basis van de volgende gegevens in het netwerk in het jaar t-1:

      • Het aantal en soort convenantpartners; en

      • Het aantal inwoners; en

      • Het aantal traumaregistraties.

    • 2. De NZa stelt de beschikbaarheidbijdrage CTR vast op basis van de volgende gegevens in het netwerk in het jaar t:

      • het aantal en soort convenantpartners; en

      • het aantal inwoners; en

      • het aantal traumaregistraties.

    • 3. De NZa controleert het aantal en soort convenantpartners, het inwoneraantal en het aantal traumaregistraties genoemd in lid 1 en 2 aan de hand van gegevens, met peildatum 1 juni, die zij jaarlijks ontvangt van het LNAZ op 1 juli.

    • 4. In afwijking van het Uniform kader wordt de aanvraag tot verlening vóór 1 december van jaar t-1 ingediend.

  • 5 Indexatie

    • 1. Het basisteam in de vaste component en alle flexibele componenten worden jaarlijks geïndexeerd met index voor personele kosten.

    • 2. Voor indexering van materiële kosten en overhead wordt een verhouding aangehouden van 90% van de index voor de personele kosten en 10% van de index voor de materiële kosten.

Artikel 13. Zorg door mobiel medische teams met voertuig

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Beschrijving zorg

    Zorg door mobiel medische teams (MMT’s) als bedoeld in onderdeel B, aanhef en onder 6, van de Bijlage.

  • 2 Aantal aanbieders

    De NZa verstrekt de beschikbaarheidbijdrage voor Zorg door MMT’s met voertuig aan twee zorgaanbieders, verdeeld over Utrecht en Enschede.

  • 3 Hoogte beschikbaarheidbijdrage

    De hoogte van de beschikbaarheidbijdrage wordt gebaseerd op de posten in onderstaande tabel. De hoogte van bepaalde genormeerde kostenposten hangt samen met de zorgaanbieder. In de toelichting van de beleidsregel staat beschreven hoe de bedragen jaarlijks worden geïndexeerd.

    Onderdeel

    Zorg-aanbieder

    Toelichting

    Prijspeil 2021 (euro)

    Personele kosten

    per inzet

    Beide

    Vast bedrag voor inzet van het team per inzet

    1.100

    Personele overhead kosten

    Enschede

    Normatieve vergoeding voor ondersteunend personeel van Enschede

    39.919

    Utrecht

    Normatieve vergoeding voor ondersteunend personeel van Utrecht

    29.043

    Vaste kosten team en voertuig

    Beide

    Normatief bedrag voor de volgende kostenposten:

    – verzekering team;

    – inbouw communicatie en navigatie apparatuur;

    – inbouw en onderhoud van patiëntgebonden apparatuur;

    – verzekering voertuig;

    – onderhoudskosten;

    – dienstkleding;

    – stallingskosten;

    – verbruiksgoederen.

    18.225

    Opleidingen en oefeningen team

    Enschede

    Afrekenen op werkelijke kosten met een maximum norm. Opgesplitst in kosten en tijdbesteding voor opleidingen en oefeningen van Enschede

    57.729

    Utrecht

    Afrekenen op werkelijke kosten met een maximum norm. Opgesplitst in kosten en tijdbesteding voor opleidingen en oefeningen van Utrecht

    41.261

           

    Brandstof

    Beide

    Brandstof wordt op nacalculatie vergoed

    Werkelijke kosten

Artikel 14. Gespecialiseerde en derdelijns psychotraumazorg voor zover het gaat om de kennis en expertisefunctie

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Beschrijving van de zorg

    Gespecialiseerde en derdelijns psychotraumazorg voor zover het gaat om de kennis- en expertisefunctie als bedoeld in onderdeel B, aanhef 10 van de bijlage en aangevuld met het bepaalde in de aanwijzing van de minister.3

  • 2 Criteria verstrekking

    Aanbieders kunnen in aanmerking komen voor de verstrekking van een beschikbaarheidbijdrage indien zij de in artikel 14, eerste lid van deze beleidsregel beschreven vorm van zorg levert en als aan elk van de volgende criteria is voldaan:

    • De aanbieder levert derdelijns psychotraumazorg aan mensen met complexe psychotraumaklachten, die het gevolg zijn van bijvoorbeeld ernstige incidenten, geweld, of misbruik, waarvoor een landelijke kennisinfrastructuur noodzakelijk is;

    • De aanbieder bezit de landelijke kennis- en expertisefunctie voor derdelijns en gespecialiseerde psychotraumazorg;

    • De aanbieder borgt of ontwikkelt de expertise voor het bieden van psychotraumazorg aan specifieke doelgroepen en vertaalt deze expertise in specifiek behandelaanbod.

  • 3 Procedure

    In aanvulling op het Uniform kader is hetgeen in dit artikel en de artikelen 14, vierde lid en 14, vijdfde lid is bepaald, van toepassing voor wat betreft de procedure ten aanzien van de beschikbaarheidbijdrage Gespecialiseerde en derdelijns psychotraumazorg voor zover het gaat om de kennis- en expertisefunctie.

  • 4 Beoordeling aanvraag verlening

    • a. Aanvraagformulier

      In het aanvraagformulier omschrijft de aanbieder voor welke taken en activiteiten een beschikbaarheidbijdrage Gespecialiseerde en derdelijns psychotraumazorg, voor zover het gaat om de kennis- en expertisefunctie, wordt aangevraagd en wat de begrote kosten voor deze taken en activiteiten zijn.

    • b. Activiteiten

      De hoogte van de beschikbaarheidbijdrage wordt gebaseerd op de kosten van de volgende activiteiten met een maximale hoogte aan vergoeding per activiteit of activiteitengroep:

      Activiteiten

       

      (max.) hoogte beschikbaarheidbijdrage (prijspeil 2021, euro)

      Derdelijns centrum functie

       

      784.105,23

      Productontwikkeling, zorginnovatie

      696.742,32

      2.462.045,25

      Experimentele behandelingen

      251.929,02

      Wetenschappelijk onderzoek

      1.513.373,92

      Opleiding en onderwijs

       

      845.712,32

      Bestuurlijk coördinerende rol

       

      362.387,84

      Totaal

       

      4.454.250,64

      Indien een opgegeven activiteit niet voldoet aan bovengenoemde afbakening, dan worden de begrote kosten voor deze activiteit in mindering gebracht op het bedrag van de aangevraagde verlening.

      Activiteiten met bijbehorende kosten die zijn toe te rekenen aan dbc ggz zorgproducten en in rekening zijn te brengen door middel van de in de curatieve ggz geldende prestaties en tarieven, komen niet voor vergoeding via de beschikbaarheidbijdrage in aanmerking.

    • c. Hoogte beschikbaarheidbijdrage

      De hoogte van de beschikbaarheidbijdrage bedraagt maximaal € 4.454.250,64 (prijspeil ultimo 2021), waarbij de zes onderliggende activiteiten/activiteitengroep ook aan een maximum gebonden zijn.

      Indien de aanvraag de maximale hoogte van de beschikbaarheidbijdrage overschrijdt, wordt de aanvraag voor het gedeelte van het bedrag dat boven de maximale hoogte van de beschikbaarheidbijdrage uitgaat afgewezen. Hetzelfde geldt als de aanvraag de maximale hoogte van één van de activiteiten/activiteitengroep, zoals opgenomen in bovenstaand tabel, overschrijdt. Ook in dat geval wordt de aanvraag voor het gedeelte van het bedrag dat boven de maximale hoogte van die activiteit uitgaat afgewezen.

      Voor de indexering van deze bijdrage geldt dat de toe te passen index het gewogen gemiddelde is van de loon- en materiële indices waarbij wordt uitgegaan van een aandeel van 85% loonkosten en 15% materiële kosten.

Artikel 15. Spoedeisende ambulancezorg met vervoer per ambulancehelikopter vanaf de Friese Waddeneilanden

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Beschrijving zorg

    Spoedeisende ambulancezorg met vervoer per ambulancehelikopter vanaf de Friese Waddeneilanden als bedoeld in onderdeel B, aanhef en onder 16, van de Bijlage.

  • 2 Criteria verstrekking

    De Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Fryslân kan in aanmerking komen voor de verstrekking van een beschikbaarheidbijdrage voor spoedeisende ambulancezorg met vervoer per ambulancehelikopter vanaf de Friese Waddeneilanden indien zij de in artikel 15, eerste lid genoemde vorm van zorg leveren en als aan elk van de volgende criteria is voldaan:

    • a. 7x24 uur beschikbaarheid van een ambulancehelikopter;

    • b. spoedeisende ambulancezorg met vervoer per ambulancehelikopter is noodzakelijk om een dreigende verslechtering te voorkomen ten opzichte van de thans bestaande landelijke situatie, uitgaande van gevoeligheid voor de zogenaamde 45-minuten bereikbaarheidsnorm als bedoeld in onderdeel B, aanhef en onder 16, van de Bijlage.

  • 3 Hoogte beschikbaarheidbijdrage

    • a. De hoogte van de beschikbaarheidbijdrage wordt gebaseerd op de kostenposten in onderstaande tabel.

      Onderdeel

      Kostenpost

      Toelichting

      Prijspeil 2021

      Helikopter

      Vaste kosten

      Op basis van contract helikopter

      Werkelijke kosten

           

      Vlieguren

      Aantal vlieguren vermenigvuldigd met een bedrag gebaseerd op een aantal kostencomponenten, waaronder:

      – het bedrag per vlieguur

      – de luchtverkeersleidings-kosten (ATC)

      – de landingsgelden

      – de brandstofkosten

      Werkelijke kosten

      Opbrengsten/kortingsposten

      Nacalculatie – in mindering

      Werkelijke opbrengsten

      Personele inzet

      Ambulanceverpleegkundige

      Normbedrag

      € 613.293

      Ambulancechauffeur of navigator (HCM)

      Normbedrag

      € 601.972

      Manager

      Normbedrag

      € 96.866

      Standplaats

      Helikopter op externe locatie (huurkosten, kosten dienstverlening en nutsvoorzieningen)

      Normbedrag

      € 97.692

      Opleidingen

      Initieel

      Initiele opleidingskosten (incl. verletkosten)

      Normbedrag per nieuw opgeleide HCM

      € 27.720

      Opleidingen

      periodiek

      Periodieke opleidingskosten (alléén kosten opleiden, excl. verletkosten)

      Normbedrag

      € 118.987

      Dienstkleding

      Kosten voor o.a. kleding, schoeisel, helmen en beschermingsmiddelen

      Normbedrag

      € 13.003

      Overige kosten

      Reiskosten, patientgebonden kosten, hotelmatige kosten en indirecte kosten

      Normbedrag

      € 81.902

      Kapitaallasten

      Afschrijving inventaris

      Afschrijving inventaris waarbij in principe een afschrijftermijn van 5 jaar geldt

      Werkelijke kosten

      Overhead

       

      Normbedrag

      € 98.339

    • b. Als de kosten uit de tabel tevens betrekking hebben op andere activiteiten dan de in artikel 15, eerste lid genoemde vorm van zorg, dan geeft de zorgaanbieder ook de opbrengsten van de overige activiteiten op in de aanvraag tot vaststelling. Deze opbrengsten worden in mindering gebracht op de beschikbaarheidbijdrage.

Artikel 16. Post mortem uitname bij donoren van weefsel (PMW)

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Beschrijving zorg

    • a. Post mortem weefseluitname bij donoren zoals bedoeld in onderdeel B, aanhef en onder 3b van de Bijlage.

    • b. Uitgangspunt voor de verstrekking van de beschikbaarheidbijdrage is dat deze de noodzakelijke exploitatiekosten voor de postmortale weefseluitname omvat om uiterlijk 24 uur na overlijden van de donor landelijk beschikbaar te zijn, ervoor te zorgen dat binnen 24 uur na overlijden (circulatiestilstand) gestart wordt met de uitnameprocedure van weefsels, en dat die uitgenomen weefsels direct worden getransporteerd naar een weefselbank.

  • 2 Criteria verstrekking

    Een uitname-organisatie, die een overeenkomst heeft gesloten met het orgaancentrum om met uitnameteams zorg te dragen voor alle postmortale uitnames van weefsel bij donoren in Nederland, kan bij de NZa een beschikbaarheidbijdrage aanvragen.

  • 3 Hoogte beschikbaarheidbijdrage

    • a. De beschikbaarheidbijdrage bestaat uit een vergoeding voor posten die zijn omschreven in de brief “Actualisatie Kaders en uitgangspunten beschikbaarheidsbijdrage weefseluitname” van het Ministerie van VWS” (kenmerk 1744747-210154-GMT). Deze posten zijn te onderscheiden in de hoofdcategorieën: personeel, materiaal, vervoer, overhead en kapitaallasten.

    • b. De beschikbaarheidbijdrage bestaat uit een vast en een variabel deel. Het variabele deel van de beschikbaarheidbijdrage bestaat uit een vergoedingsbedrag per soort uitname voor personeel en materieel. Het vergoedingsbedrag voor materieel is voor alle soorten uitnamen gelijk gesteld op € 479,94 (prijspeil 2021) per donor. Dit vergoedingsbedrag wordt jaarlijks geindexeerd tegen de materiële index.

      De vergoedingsbedragen voor het uitnameteam variëren met de duur van de procedure en met de samenstelling en omvang van het uitnameteam per soort uitname. Voor de gevallen dat er ter plaatste blijkt dat een donor toch niet geschikt is, gelden er separate vergoedingsbedragen. Deze zijn meestal lager omdat de duur van de uitnameprocedure korter is.

      De vergoedingsbedragen uitnameteam per type uitname (prijspeil 2021) staan in onderstaande tabel:

      Bijlage 267516.png

      De bovenstaande bedragen worden jaarlijks met de personele index geïndexeerd, met uitzondering van de component maaltijdenvergoeding (zijnde € 19,95 per donor). Voor maaltijdvergoeding word de materiële index gehanteerd.

    • c. Het vaste deel van de beschikbaarheidbijdrage bestaat uit de volgende kosten (prijspeil 2021):

      Vast

      Bedrag

      Personeelskosten

      € 884.264

      Overhead

      € 365.876

      Kapitaal

      € 96.807

    De indexatie van de bovenstaande bedragen gaat als volgt:

    • De personeelskosten worden jaarlijks geïndexeerd met de personele index.

    • De overhead wordt jaarlijks geïndexeerd met de materiële index.

    • Kapitaal wordt niet geïndexeerd, maar is wel verhoogd vanwege investeringen medio 2021.

  • 4 Verlening

    • a. In aanvulling op het Uniform kader is de aanvraag tot verlening van de beschikbaarheidbijdrage post mortem weefseluitname compleet indien bij de aanvraag het contract met de NTS is gevoegd.

    • b. Voor het aantal uitnamen wordt uitgegaan van de prognose afgegeven door de Nederlandse Transplantatiestichting (NTS).

  • 5 Vaststelling

    • a. Procedure vaststelling

      In aanvulling op het Uniform kader is de aanvraag tot vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage post mortem weefseluitname compleet indien bij de aanvraag de volgende stukken zijn gevoegd:

      • Een schriftelijke bevestiging van de NTS waarin staat dat met betrekking tot de uitvoering van taken rond het uitnemen van genoemde typen weefsels de functie conform contract is uitgeoefend. In deze bevestiging staan tevens de werkelijke aantallen uitgenomen donoren, uitgesplitst naar de combinaties, als bedoeld in de tabel van artikel 16, derde lid, onder b;

      • Jaarrekening;

      • Controleverklaring bij de jaarrekening;

      • Een verantwoordingsoverzicht van de gerealiseerde kosten voor de verzelfstandiging met aansluiting naar de jaarrekening.

    • b. Beoordeling vaststelling

      • De materiële kosten worden op basis van nacalculatie vergoed, op basis van het bedrag per donor.

      • Als de variabele kosten voor het uitnameteam op basis van gerealiseerde aantallen uitnamen hoger zijn dan verleend, dan wordt het hogere bedrag volledig vergoed op basis van nacalculatie.

      • Als de variabele kosten voor het uitnameteam op basis van de gerealiseerde aantallen uitnamen lager zijn dan het verleende bedrag, dan wordt het verschil tussen de kosten voor het uitnameteam op basis van de prognose en de werkelijke aantallen donoren vermenigvuldigd met 14,30 procent. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op het verleende bedrag.

Artikel 17. Intrekken/Vervallen oude beleidsregels

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage op aanvraag’, met kenmerk BR/REG-21150, ingetrokken.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage op aanvraag wordt de gepubliceerde maar nog niet in werking getreden Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage op aanvraag’, met kenmerk BR/REG-22148, ingetrokken.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage op aanvraag wordt de gepubliceerde maar nog niet in werking getreden Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage op aanvraag’, met kenmerk BR/REG-22148a, ingetrokken.

Artikel 18. Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

De ‘Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage op aanvraag’, met kenmerk BR/REG- 21150 blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.

Artikel 19. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg, zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Artikel 20. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: ‘Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage op aanvraag’.

Artikel 21. Voorbehoud

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 7 van deze beleidsregel wordt door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van ontvangst van de aanwijzingbetreffende aanpassing van de afbakening van de beschikbaarheidbijdrage SEH. De aanwijzing betreft het opnemen van achterwachtfuncties gedurende ANW-uren, die daarmee in aanmerking komen voor bekostiging door middel van een beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a Wmg.

Bijlage 1. Zorgproducten acute verloskunde met percentage en bedragen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Bijlage bij artikel 8, vierde lid, sub d.

Zorgproductcode

Zorgproduct medische omschrijving

Bedrag beleidsregel (ultimo 2021)

150101002

Oper wegens extra-uteriene zwangerschap | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte

€ 1.781,01

150101003

Diagnostisch (zwaar) / Therapeutisch licht | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte

€ 12,89

150101004

Klin kort | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte

€ 10,53

150101006

(Abortus) curettage | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte

€ 973,14

150101007

Dag/ Poli >2/ Routine onderzoek >2 | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte

€ 12,79

150101008

Klin (zeer) lang | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte

€ 189,54

150101009

Klin middel | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte

€ 18,50

150101011

Licht ambulant | Zwangersch/bevall/kraamb misgeboorte

€ 0,59

159899004

Partus met complexe fluxusbehandeling OK | | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling / compl

€ 2.589,60

159899007

Sectio ceasarea | | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl

€ 100,71

159899008

Postnatale complicaties en/of nazorg na partus elders | Dag/ Klin cumulatief kort | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl

€ 33,79

159899010

Partus met (manuele) placentaverwijdering/ oper cervixscheur | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl

€ 1.265,04

159899011

Postnatale complicaties en/of nazorg na partus elders | Dag/ Klin cumulatief (zeer) lang | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl

€ 305,19

159899012

Postnatale complicaties en/of nazorg na partus elders | Dag/ Klin cumulatief middel | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl

€ 9,25

159899013

Postnatale complicaties en/of nazorg na partus elders | Complexe fluxusbehandeling OK | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl

€ 2.827,67

159899014

Begeleiding spontane partus stuit /meerling | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl

€ 124,16

159899016

Postnatale complicaties en/of nazorg na partus elders | (Manuele) placentaverwijdering/ oper cervixscheur | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl

€ 1.065,38

159899017

Vaginale kunstverlossing | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl

€ 116,89

159899019

Begeleiding spontane partus | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl

€ 116,83

159899020

Postnatale complicaties en/of nazorg na partus elders |Ambulant | Zwangersch/bevall/kraamb bevalling/compl

€ 5,94

  1. Waarbij jaar t het subsidiejaar is. ^ [1]
  2. Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 december 2014 houdende aanpassing beschikbaarheidbijdrage traumazorg met kenmerk 696542-130372-MC. ^ [2]
  3. Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzake de beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidszorg, van 11 december 2014, met kenmerk 692617-129795-MC. ^ [3]
Naar boven