Regeling tijdelijke vrijstelling van artikel 4b, eerste lid, Besluit gebruik meststoffen [...] lössgrond (wateroverlast door overvloedige regenval)

[Regeling vervallen per 01-01-2017.]
Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 13-08-2016 t/m 31-12-2016

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 11 augustus 2016, nr. WJZ/16115633, tot tijdelijke vrijstelling van artikel 4b, eerste lid, van het Besluit gebruik meststoffen voor zand- of lössgrond als gevolg van wateroverlast door overvloedige regenval

De Staatssecretaris van Economische Zaken, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 64, derde lid, van de Wet bodembescherming;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • bedrijf: geheel van productie-eenheden bestaande uit één of meer gebouwen of afgescheiden gedeelten daarvan en de daarbij behorende landbouwgrond, uitsluitend of onder meer dienende tot de uitoefening van enige vorm van landbouw, zulks beoordeeld naar de feitelijke omstandigheden;

  • zand- of lössgrond: perceel waarvan blijkens representatieve grondmonsters ten minste de helft van de oppervlakte voor meer dan de helft van de dikte van de grondlaag tot een diepte van 80 centimeter onder het maaiveld bestaat uit zand of löss;

  • perceel: aaneengesloten, door wegen, waterwegen, sloten, houtopstanden, muren, wallen of anderszins topografisch begrensde oppervlakte grond, dan wel het gedeelte daarvan behorend tot één bedrijf;

  • landbouwer: natuurlijke persoon of rechtspersoon die of samenwerkingsverband van natuurlijke personen of rechtspersonen dat enige vorm van landbouw uitoefent op een bedrijf.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze regeling tot en met 15 september 2016, wordt vrijstelling verleend van het in artikel 4b, eerste lid, van het Besluit gebruik meststoffen gestelde verbod voor grasland, gelegen op zand- of lössgrond indien:

  • a. de verwachte grasopbrengst door wateroverlast naar verwachting tenminste 25% lager is dan in een jaar zonder wateroverlast;

  • b. de totale oppervlakte beschadigd grasland tenminste 5% bedraagt van de oppervlakte grasland die bij het bedrijf in gebruik is;

  • c. een geregistreerd schade-expert in een op het bedrijf te bewaren rapport bevestigt dat is voldaan aan de onder a en b genoemde voorwaarden;

  • d. het voornemen om de graszode te vernietigen minimaal zeven werkdagen voorafgaand aan de daadwerkelijke vernietiging, maar uiterlijk op 31 augustus van het jaar 2016 en na gereedkomen van het onder c bedoelde rapport, wordt gemeld bij de Minister van Economische Zaken;

  • e. op de betreffende percelen grasland herinzaai van gras plaatsvindt binnen zeven werkdagen na de vernietiging van de graszode, maar uiterlijk op 15 september 2016.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 augustus 2016

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

M.H.P. van Dam

Naar boven