Instellingsbesluit Commissie Monitoring Talent naar de Top

[Regeling vervallen per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 24-12-2008 t/m 31-12-2011

Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 december 2008, nr. OI/O/8173395, houdende de instelling van de Commissie Monitoring Talent naar de Top (Instellingsbesluit Commissie Monitoring Talent naar de Top)

De Staatssecretaris van Economische Zaken en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 1 van het Vacatiegeldenbesluit 1988;

Besluiten:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Commissie: de Commissie Monitoring Talent naar de Top;

  • b. Charter: het Charter Talent naar de Top, zoals ondertekend op 28 mei 2008 en bekendgemaakt op de website www.talentnaardetop.nl;

  • c. Minister van EZ: de Minister van Economische Zaken;

  • d. Minister van OCW: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • e. Taskforce: de Taskforce Talent naar de Top, een samenwerkingscoalitie van topvrouwen, overheid, bedrijfsleven en sociale partners.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Er is een Commissie Monitoring Talent naar de Top.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De Commissie heeft tot taak om zichtbaar te maken welke organisaties het belang van m/v diversiteit onderschrijven en zich committeren aan het ontwikkelen of het continueren van een duidelijke strategie voor toestroom, doorstroom naar, en behoud van meer vrouwelijk talent in topfuncties.

  • 2 De Commissie voert haar taak onder meer uit door:

    • a. het vaststellen van de nulmeting en de beoordeling van de behaalde resultaten van iedere individuele ondertekenaar van het Charter. Hierbij wordt getoetst of de door de ondertekenaar opgestelde doelstellingen behaald worden, of er voldoende vooruitgang wordt geboekt ten opzichte van de nulmeting en of er adequate uitleg wordt gegeven ten aanzien van die onderwerpen waar de ondertekenaar de doelstellingen eventueel niet haalt;

    • b. waar mogelijk, het onderling vergelijken van de resultaten van individuele ondertekenaars van het Charter binnen hun sector en het vergelijken van de resultaten van individuele ondertekenaars ten opzichte van het gemiddelde van die sector;

    • c. het relateren van de resultaten van de ondertekenaars aan de aandachtspunten over vrouwen in topposities die naar voren worden gebracht in het politieke en publieke debat, waaronder de streefwaarden zoals opgesteld door het kabinet;

    • d. het doen van aanbevelingen aan de Minister van Economische Zaken en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over additionele maatregelen die de overheid kan treffen om (de effectiviteit van) het Charter nader te faciliteren.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De Commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste zeven andere leden.

  • 2 De voorzitter en de andere leden worden door de Minister van Economische Zaken, in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, benoemd en kunnen door de Minister van Economische Zaken, in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, worden geschorst en ontslagen.

  • 3 De voorzitter en de leden van de Commissie handelen zonder last of ruggespraak.

  • 4 Een lid van de Commissie of een door de Commissie ingeschakelde deskundige neemt niet deel aan de beoordeling van de resultaten van een individuele ondertekenaar van het Charter, indien hij of zij een persoonlijk belang heeft bij de beoordeling van de resultaten van deze ondertekenaar.

  • 5 Tot lid van de Commissie worden benoemd:

    • a. de heer dr. ir. A.W. Veenman, te Laren, tevens voorzitter;

    • b. mevrouw drs. M.C.L. Arts, te Rozendaal;

    • c. mevrouw mr. M. Bax MBA, te Amsterdam;

    • d. mevrouw drs. R.I. Doerga RA, te Sittard;

    • e. de heer drs. W.J. Kuijken, te Den Haag;

    • f. de heer B. van der Veer RA, te Bloemendaal.

  • 6 Een vertegenwoordiger van het Ministerie van Economische Zaken of het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kan als waarnemer bij de vergadering van de Commissie aanwezig zijn.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De Commissie stelt haar eigen werkwijze vast.

  • 2 In het secretariaat van de Commissie wordt voorzien door de stichting TopBrainstorm.

  • 3 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de Commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de Commissie overgedragen en opgeborgen in het archief van dat ministerie.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De Commissie doet ten minste eenmaal per jaar verslag aan de Minister van Economische Zaken, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Taskforce van haar bevindingen. Hierbij gaat zij in op de resultaten van de ondertekenaars en op de effectiviteit van het Charter voor het realiseren van een hogere toestroom, doorstroom naar en behoud van vrouwelijk talent in topfuncties.

  • 2 De Commissie verstrekt desgevraagd aan de Minister van Economische Zaken en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de voor de uitvoering van hun taak als bewindspersoon benodigde inlichtingen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De voorzitter van de Commissie ontvangt voor het bijwonen van een vergadering een vergoeding van € 260,00.

  • 2 De overige leden van de Commissie, voor zover afkomstig uit de kring van het bedrijfsleven, ontvangen voor het bijwonen van een vergadering een vergoeding van € 200,00.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 13 november 2008.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Commissie Monitoring Talent naar de Top.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

F. Heemskerk

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Naar boven