Regeling bekostiging financieel toezicht

[Regeling vervallen per 01-07-2012.]
Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 25-06-2004 en zichtdatum 25-06-2004.
Geldend van 25-06-2004 t/m 16-10-2004

Regeling van de Minister van Financiën van 19 december 2003, Directie Financiële Markten, FM 2003-1852, houdende regels voor de bekostiging van het toezicht ingevolge enkele financiële toezichtwetten (Regeling bekostiging financieel toezicht)

§ 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

In deze regeling wordt verstaan onder:

§ 2. Rekening en verantwoording

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 2 De begroting wordt op een zodanige wijze opgesteld dat de lasten en uitgaven structureel worden gedekt door debaten en inkomsten.

  • 3 De begrotingsposten worden van een toelichting voorzien.

  • 4 Tenzij de werkzaamheden waarop de begroting betrekking heeft nog niet eerder werden verricht, bevat de begroting een vergelijking met de begroting van het lopende jaar en de laatste jaarrekening of verantwoording waarmee de minister heeft ingestemd.

  • 5 De toezichthoudende autoriteit zendt de begroting, vergezeld van een toelichting, voor 1 december van het aan het begrotingsjaar voorafgaande jaar ter instemming aan de minister.

  • 6 De instemming kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

  • 7 De toezichthoudende autoriteit doet onverwijld mededeling in de Staatscourant van de begroting waarmee is ingestemd en maakt deze openbaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Indien gedurende het jaar aanmerkelijke verschillen ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke en begrote baten en lasten dan wel inkomsten en uitgaven, doet de toezichthoudende autoriteit daarvan onverwijld mededeling aan de minister onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De Autoriteit Financiële Markten en de Pensioen- & Verzekeringskamer stellen jaarlijks een jaarrekening op, waarin rekening en verantwoording wordt afgelegd van het financieel beheer en van de geleverde prestaties over het verstreken boekjaar. De jaarrekening wordt ingericht zoveel mogelijk met overeenkomstige toepassing van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 4 De Autoriteit Financiële Markten en de Pensioen- & Verzekeringskamer zenden de jaarrekening voor 1 mei van het op het boekjaar volgende jaar ter instemming aan de minister.

  • 5 De instemming kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

  • 6 De Autoriteit Financiële Markten en de Pensioen- & Verzekeringskamer doen onverwijld mededeling in de Staatscourant van de jaarrekening waarmee is ingestemd en maken deze openbaar.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De Nederlandsche Bank stelt jaarlijks een verantwoording op van de opgedragen taken en toegekende bevoegdheden en daaruit voortvloeiende werkzaamheden uit hoofde van de in artikel 2, eerste lid, genoemde wetten. De verantwoording wordt voor het eerst opgesteld over het jaar 2004.

  • 3 De accountant voegt bij de verklaring, bedoeld in het tweede lid, tevens een verslag van zijn bevindingen omtrent de rechtmatige inning en besteding van de middelen door de Nederlandsche Bank uit hoofde van de in artikel 2, eerste lid, genoemde wetten.

  • 4 De Nederlandsche Bank zendt de verantwoording, bedoeld in het eerste lid, voor 1 mei van het op het boekjaar volgende jaar ter instemming aan de minister.

  • 5 De instemming kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

  • 6 De Nederlandsche Bank doet onverwijld mededeling in de Staatscourant van de verantwoording waarmee is ingestemd en maakt deze openbaar.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Indien in het voorafgaande jaar een exploitatiesaldo is ontstaan en de toezichthoudende autoriteit het exploitatiesaldo wil betrekken bij de in het lopende jaar in rekening te brengen kosten als bedoeld in artikel 11, doet de toezichthoudende autoriteit daaromtrent een voorstel in de jaarrekening of de verantwoording over het voorafgaande jaar.

§ 3. Bijdragen kosten uitoefening toezicht

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 2 Het bedrag, bedoeld in het eerste lid, kan worden vermeerderd met een bedrag ter vergoeding van de kosten van een toetsing van de deskundigheid of betrouwbaarheid van een beleidsbepaler, medebeleidsbepaler of houder van een gekwalificeerde deelneming, voor zover deze kosten niet reeds op basis van het eerste lid in rekening zijn gebracht.

  • 4 De Autoriteit Financiële Markten brengt geen bedrag als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, in rekening, indien de aanvrager een niet in Nederland gevestigde effecteninstelling betreft die onder adequaat toezicht staat en in of vanuit Nederland uitsluitend effectendiensten voor eigen rekening verricht.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

De Autoriteit Financiële Markten brengt eenmalig een bedrag in rekening aan:

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

De Autoriteit Financiële Markten kan aan de betrokken onder toezicht staande instelling een bedrag in rekening brengen ter vergoeding van de kosten die zij maakt bij de toepassing van artikel 28, vierde lid, onderdeel a, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 of artikel 22, eerste lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Indien aan een onder toezicht staande instelling voor het niet voldoen aan bij of krachtens de wet gestelde eisen in het voorafgaande jaar een aanwijzing is gegeven of een last onder dwangsom is opgelegd, kan de toezichthoudende autoriteit een bedrag in rekening brengen aan deze onder toezicht staande instelling ter vergoeding van de kosten in verband met het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften, voor zover deze kosten individueel zijn toe te rekenen aan deze onder toezicht staande instelling en uitstijgen boven de kosten van het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die onder normale omstandigheden ten aanzien van die onder toezicht staande instelling zouden zijn gemaakt.

  • 2 Een bedrag dat door de toezichthoudende autoriteit op grond van het eerste lid bij een onder toezicht staande instelling in rekening is gebracht en door deze onder toezicht staande instelling is betaald, wordt onverwijld terugbetaald indien het besluit tot het geven van de aanwijzing of tot het opleggen van de last onder dwangsom is ingetrokken of in rechte is vernietigd.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De toezichthoudende autoriteit brengt jaarlijks een bedrag in rekening aan een onder toezicht staande instelling ter vergoeding van kosten ter uitvoering van aan haar opgedragen taken of toegekende bevoegdheden, voor zover deze kosten niet reeds op grond van de artikelen 7 tot en met 10 in rekening worden gebracht.

  • 2 De kosten, bedoeld in het eerste lid, worden op basis van de begroting waarmee is ingestemd geraamd voor het jaar waarop het in rekening te brengen bedrag betrekking heeft, met dien verstande dat op die kosten in mindering worden gebracht de kosten die voor dat jaar ten laste komen van de rijksbegroting.

  • 3 De geraamde kosten worden toegerekend aan categorieën van onder toezicht staande instellingen naar de mate van hun beslag op de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid. Per categorie vindt een nadere toerekening plaats, indien subcategorieën van onder toezicht staande instellingen zijn aangewezen.

  • 4 Op de per categorie of subcategorie toegerekende geraamde kosten worden in mindering gebracht:

    • a. een uit het voorafgaande jaar resulterend positief exploitatiesaldo dat aan de desbetreffende categorie of subcategorie valt toe te rekenen, indien een daartoe strekkend voorstel als bedoeld in artikel 6 is opgenomen in de jaarrekening of verantwoording waarmee is ingestemd;

    • b. de opbrengsten uit bestuurlijke boetes en verbeurde dwangsommen, die aan de desbetreffende categorie of subcategorie vallen toe te rekenen en die niet reeds zijn opgenomen in het exploitatiesaldo, voor zover de hieraan ten grondslag liggende besluiten van de toezichthoudende autoriteit in het voorafgaande jaar onherroepelijk zijn geworden.

  • 5 De per categorie of subcategorie toegerekende geraamde kosten worden vermeerderd met een uit het voorafgaande jaar resulterend negatief exploitatiesaldo of een gedeelte daarvan dat aan de desbetreffende categorie of subcategorie valt toe te rekenen, indien een daartoe strekkend voorstel als bedoeld in artikel 6 is opgenomen in de jaarrekening of verantwoording waarmee is ingestemd.

  • 7 Indien een onder toezicht staande instelling valt onder twee of meer categorieën of subcategorieën, brengt de toezichthoudende autoriteit aan die onder toezicht staande instelling voor elk van de categorieën of subcategorieën een bedrag als bedoeld in het eerste lid in rekening.

§ 4. Onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten staande instellingen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

De in artikel 11, derde lid, bedoelde categorieën van onder toezicht staande instellingen, voor zover het uitoefening van taken en bevoegdheden door de Autoriteit Financiële Markten betreft, zijn:

  • a. beleggingsinstellingen;

  • b. effecteninstellingen;

  • c. houders van effectenbeurzen;

  • d. effectenuitgevende instellingen te wier laste effecten zijn uitgegeven die zijn toegelaten tot de notering aan een effectenbeurs als bedoeld in artikel 22 van de Wet toezicht effectenverkeer 1995;

  • e. vennootschappen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996;

  • f. verzekeraars;

  • g. pensioenfondsen;

  • h. natuurlijke personen of rechtspersonen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel l, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

De in artikel 11, derde lid, bedoelde subcategorieën van onder toezicht staande instellingen, voor zover het uitoefening van taken en bevoegdheden door de Autoriteit Financiële Markten betreft, zijn:

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Als maatstaf voor het in rekening te brengen bedrag, bedoeld in artikel 11, eerste lid, geldt, voor zover het de uitoefening van taken en bevoegdheden door de Autoriteit Financiële Markten betreft, onderscheiden naar categorie of subcategorie, voor:

    • a. beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel a, onder 1° en 2°: het balanstotaal;

    • b. effecteninstellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel b, onder 1°: het aantal in Nederland werkzame personen dat door die instellingen belast is met het verrichten van transacties in effecten;

    • c. effecteninstellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel b, onder 2°: het aantal in Nederland gevestigde effectencliënten van die instellingen ;

    • d. effecteninstellingen als bedoeld in artikel 13, onderdeel b, onder 5°: het aantal effectenrekeningen in Nederland van die instellingen;

    • e. schadeverzekeraars, levensverzekeraars en natura-uitvaartverzekeraars: het bruto premie-inkomen in Nederland;

    • f. pensioenfondsen: het beheerd vermogen.

  • 2 De minister stelt jaarlijks voor 1 juli, op voorstel van de Autoriteit Financiële Markten, per categorie of subcategorie een verdeelsleutel vast op basis van de maatstaf, bedoeld in het eerste lid. De minister kan daarbij bandbreedtes bepalen en per bandbreedte een verdeelsleutel vaststellen.

  • 3 De Autoriteit Financiële Markten baseert haar voorstel voor de in het tweede lid bedoelde verdeelsleutel op de desbetreffende maatstaf die betrekking heeft op gegevens van het voorafgaande jaar.

§ 5. Onder toezicht van de Nederlandsche Bank staande instellingen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

De in artikel 11, derde lid, bedoelde categorieën van onder toezicht staande instellingen, voor zover het uitoefening van taken en bevoegdheden door de Nederlandsche Bank betreft, zijn:

  • a. beleggingsinstellingen;

  • b. effecteninstellingen;

  • c. geldtransactiekantoren.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Subcategorieën als bedoeld in artikel 11, derde lid, van effecteninstellingen, voor zover het de uitoefening van taken en bevoegdheden door de Nederlandsche Bank betreft, zijn:

  • a. in Nederland gevestigde effecteninstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 die voor eigen rekening in of vanuit Nederland effectendiensten aanbieden of verrichten;

  • b. in Nederland gevestigde effecteninstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 die niet voor eigen rekening in of vanuit Nederland effectendiensten aanbieden of verrichten;

  • c. niet in Nederland gevestigde effecteninstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 die uitsluitend voor eigen rekening in of vanuit Nederland effectendiensten aanbieden of verrichten;

  • d. niet in Nederland gevestigde effecteninstellingen waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 die niet uitsluitend voor eigen rekening in of vanuit Nederland effectendiensten aanbieden of verrichten;

  • e. effecteninstellingen waarop een vrijstelling van toepassing is als bedoeld in artikel 14 van de Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Als maatstaf voor het in rekening te brengen bedrag, bedoeld in artikel 11, eerste lid, geldt, voor zover het uitoefening van taken en bevoegdheden door de Nederlandsche Bank betreft, onderscheiden naar categorie of subcategorie, voor:

    • a. beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 15, onderdeel a: het vermogen van de beheerder, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel c, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen;

    • b. effecteninstellingen als bedoeld in artikel 16, onderdeel a:het aantal in Nederland werkzame personen dat door die instellingen belast is met het verrichten van transacties in effecten;

    • c. effecteninstellingen als bedoeld in artikel 16, onderdeel b: het aantal in Nederland gevestigde effectencliënten;

    • d. geldtransactiekantoren: de totale waarde van de geldtransacties, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Wet inzake de geldtransactiekantoren, die geldtransactiekantoren ten behoeve van cliënten uitvoeren.

  • 2 De minister stelt jaarlijks voor 1 juli, op voorstel van de Nederlandsche Bank, per categorie of subcategorie een verdeelsleutel vast op basis van de maatstaf, bedoeld in het eerste lid. De minister kan daarbij bandbreedtes bepalen en per bandbreedte een verdeelsleutel vaststellen.

  • 3 De Nederlandsche Bank baseert haar voorstel voor de in het tweede lid bedoelde verdeelsleutel op de desbetreffende maatstaf die betrekking heeft op gegevens van het voorafgaande jaar.

§ 6. Onder toezicht van de Pensioen- & Verzekeringskamer staande instellingen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Als categorie van onder toezicht staande instellingen als bedoeld in artikel 11, derde lid, voor zover het uitoefening van taken en bevoegdheden door de Pensioen- & Verzekeringskamer betreft, zijn aangewezen verzekeraars.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Als maatstaf voor het in rekening te brengen bedrag, bedoeld in artikel 11, eerste lid, geldt, voor zover het uitoefening van taken en bevoegdheden door de Pensioen- & Verzekeringskamer betreft, voor verzekeraars het bruto premie-inkomen in Nederland.

  • 2 De minister stelt jaarlijks voor 1 juli op voorstel van de Pensioen- & Verzekeringskamer een verdeelsleutel vast op basis van de maatstaf, bedoeld in het eerste lid. De minister kan daarbij bandbreedtes bepalen en per bandbreedte een verdeelsleutel vaststellen.

  • 3 De Pensioen- & Verzekeringskamer baseert haar voorstel voor de in het tweede lid bedoelde verdeelsleutel op de desbetreffende maatstaf die betrekking heeft op gegevens van het voorafgaande jaar, dan wel het tweede voorafgaande jaar indien de gegevens over het voorafgaande jaar niet beschikbaar zijn.

§ 7. Hoogte bedrag, verstrekking gegevens en betaling

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

De minister stelt jaarlijks voor 15 januari op voorstel van de toezichthoudende autoriteit de hoogte van de onderscheiden eenmalig in rekening te brengen bedragen, bedoeld in de artikelen 7 en 8, vast.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1

De hoogte van het bedrag, bedoeld in de artikelen 9 en 10, wordt per geval vastgesteld door de toezichthoudende autoriteit.

  • 2 Het bedrag wordt op zodanige wijze gespecificeerd dat daaruit blijkt dat het gebaseerd is op de voor de desbetreffende onder toezicht staande instelling werkelijk gemaakte kosten.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De hoogte van het bedrag, bedoeld in artikel 11, eerste lid, bestaat uit een jaarlijks voor 1 juli door de minister, op voorstel van de toezichthoudende autoriteit, per categorie of subcategorie vast te stellen minimumbedrag, vermeerderd met een bedrag dat:

    • a. wordt gebaseerd op de kosten die per categorie of subcategorie zijn toegerekend op de wijze, bedoeld in artikel 11, tweede tot en met zesde lid, onder aftrek van het totaal van het aan de desbetreffende categorie of subcategorie in rekening te brengen minimumbedragen, en

    • b. is doorberekend naar rato van de verdeelsleutel, bedoeld in artikel 14, tweede lid, 17, tweede lid, of 19, tweede lid, gerelateerd aan de gegevens met betrekking tot de desbetreffende maatstaf van het voorafgaande jaar dan wel, indien deze gegevens niet beschikbaar zijn, het lopende jaar of het tweede voorafgaande jaar.

  • 2 Voor de subcategorieën van effecteninstellingen, genoemd in de artikelen 13, onderdeel b, onder 3°, 4° en 6° tot en met 10° en 16, onderdelen c tot en met e, de houders van effectenbeurzen, de subcategorieën van effectenuitgevende instellingen, genoemd in artikel 13, onderdeel c, en de subcategorieën van vennootschappen, genoemd in artikel 13, onderdeel d, stelt de minister op voorstel van de toezichthoudende autoriteit jaarlijks voor 1 juli de hoogte van het bedrag, bedoeld in artikel 11, eerste lid, vast. De toezichthoudende autoriteit baseert haar voorstel aan de minister op de kosten die aan de desbetreffende categorie of subcategorie zijn toegerekend op de wijze, bedoeld in artikel 11, tweede tot en met zesde lid.

  • 3 Het bedrag, bepaald op basis van het eerste of tweede lid, voor een onder toezicht staande instelling die niet eerder dan 1 februari van het lopende jaar onder een categorie of subcategorie valt, wordt in rekening gebracht naar evenredigheid van het aantal maanden in het jaar dat de onder toezicht staande instelling onder de categorie of subcategorie valt, waarbij een gedeelte van een maand geldt als volledige maand.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

De minister doet onverwijld mededeling in de Staatscourant van de vastgestelde verdeelsleutels, bedoeld in de artikelen 14, tweede lid, 17, tweede lid, en 19, tweede lid, de vastgestelde bedragen, bedoeld in de artikelen 20 en 22, tweede lid, en het vastgestelde minimumbedrag, bedoeld in artikel 22, eerste lid.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De onderneming of instelling waaraan het bedrag, bedoeld in artikel 11, eerste lid, in rekening wordt gebracht op grond van een maatstaf als bedoeld in artikel 14, 17 of 19, kan binnen een door de toezichthoudende autoriteit te stellen redelijke termijn in de gelegenheid worden gesteld om opgave te doen van haar gegevens met betrekking tot die maatstaf.

  • 2 Indien een onder toezicht staande instelling na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld geen opgave heeft gedaan dan wel een kennelijk onjuiste of onvolledige opgave van gegevens met betrekking tot de maatstaf heeft gedaan, kan de toezichthoudende autoriteit een schatting doen van de gegevens van de onder toezicht staande instelling met betrekking tot de desbetreffende maatstaf.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 De toezichthoudende autoriteit bepaalt de wijze en het tijdstip van betaling van de bedragen, bedoeld in de artikelen 7 tot en met 11.

  • 2 Indien als wijze van betaling automatische incasso is overeengekomen, kan de toezichthoudende autoriteit bij het in rekening brengen van het bedrag, bedoeld in artikel 11, eerste lid, een korting toepassen. Per onder toezicht staande instelling wordt jaarlijks slechts eenmaal een korting toegepast.

Artikel 26

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Aan een onder toezicht staande instelling die niet langer onder een categorie of subcategorie valt, wordt het bedrag, bedoeld in artikel 11, eerste lid, terugbetaald naar evenredigheid van het aantal maanden van het jaar dat de onder toezicht staande instelling niet langer onder de categorie of subcategorie valt, waarbij een gedeelte van een maand geldt als volledige maand.

Artikel 27

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Indien een onder toezicht staande instelling het vermogen heeft verkregen van een onder toezicht staande instelling die in het lopende jaar heeft opgehouden onder een categorie of subcategorie te vallen, wordt het bedrag ter vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 11, eerste lid, die door de toezichthoudende autoriteit ten aanzien van laatstbedoelde onder toezicht staande instelling zijn gemaakt, in rekening gebracht bij de verkrijgende onder toezicht staande instelling, voor zover deze kosten niet reeds bij de laatstbedoelde onder toezicht staande instelling in rekening zijn gebracht.

§ 8. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Artikel 28

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

  • 1 Een voor het jaar 2004 op grond van artikel 2 van de Kostenregeling Wet toezicht beleggingsinstellingen, artikel 2 van de Regeling toezichtskosten Wet toezicht effectenverkeer 1995 of artikel 2 van de Regeling kostenverhaal Wet melding zeggenschap 1996 opgestelde begroting wordt aangemerkt als een begroting als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

  • 2 De voor het jaar 2004 door de Nederlandsche Bank opgestelde begroting wordt, voor zover zij betrekking heeft op de uitoefening van taken en bevoegdheden uit hoofde van de Wet inzake de geldtransactiekantoren, aangemerkt als een begroting als bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 29

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Onverminderd artikel 26 blijven bedragen, die in rekening zijn gebracht op grond van de Kostenregeling Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Regeling toezichtskosten Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Kostenregeling verzekeringsbedrijf 1996, de Regeling kostenverhaal Wet melding zeggenschap 1996 en de Regeling kostenverhaal inzake de geldtransactiekantoren, verschuldigd en wordt op bezwaar en beroep tegen besluiten die zijn genomen op grond van de genoemde regelingen, beslist met inachtneming van die regelingen, zoals zij luidden op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling.

Artikel 30

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Onverminderd artikel 11, vierde en vijfde lid, worden in 2004 de per categorie of subcategorie toegerekende geraamde kosten die verband houden met aan de Autoriteit Financiële Markten opgedragen taken of toegekende bevoegdheden tevens verrekend met het exploitatiesaldo over het jaar 2002.

Artikel 32

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 33

[Regeling vervallen per 01-07-2012]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bekostiging financieel toezicht.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 december 2003

De

Minister

van Financiën

G. Zalm