Regeling specifieke uitkeringen stedelijke en provinciale programma's cultuurbereik

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 07-01-2001 t/m 30-12-2004

Regeling specifieke uitkeringen stedelijke en provinciale programma's cultuurbereik

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, F. van der Ploeg;

Gelet op de artikelen 5, 43, tweede lid, en 48 van het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen;

b. uitkering:

een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 3, onder a, b of c;

c. gemeente:

Alkmaar, Almere, Amersfoort, Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Breda, Delft, Den Haag, Dordrecht, Ede, Eindhoven, Emmen, Enschede, Groningen, Haarlem, Haarlemmermeer, Heerlen, Hengelo, 's-Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg, Utrecht, Zaanstad, Zoetermeer of Zwolle.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De minister kan van deze regeling afwijken, mits de beschikking waarbij een uitkering wordt verstrekt, de afwijking nadrukkelijk vermeldt.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De minister kan in de jaren 2001-2004 aan gemeenten of provincies specifieke uitkeringen verstrekken ten behoeve van één of meer van de volgende onderdelen van het door die gemeente of provincie te voeren cultuurbeleid:

  • a. culturele diversiteit en versterking programmering;

  • b. cultuur en school; en

  • c. beeldende kunst en vormgeving.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De uitkering bestaat uit een bedrag ten behoeve van de door de minister in de beslissing tot toekenning van een uitkering aangeduide activiteiten, die worden uitgevoerd overeenkomstig de in de aanvraag aangegeven wijze.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Onverminderd artikel 41, tweede lid, van het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen, omvat een aanvraag om een uitkering:

    • a. een analyse van de gemeentelijke of provinciale culturele infrastructuur;

    • b. de beleidsvoornemens voor de jaren 2001-2004, gebaseerd op de analyse, bedoeld onder a, waarin in ieder geval is opgenomen een planning van de activiteiten en van de kosten in die periode;

    • c. een opgave van enkele meetbare doelen en prestaties;

    • d. een toelichting op de volgende onderwerpen:

      • de wijze waarop de kwaliteit van de door de aanvrager te subsidiëren activiteiten door onafhankelijke deskundigen wordt beoordeeld en gewaarborgd;

      • de wijze waarop doelgroepen bij de activiteiten zijn betrokken;

      • de wijze waarop scholen, culturele of andere instellingen bij de activiteiten zijn betrokken.

  • 2 Indien de aanvraag een uitkering als bedoeld in artikel 3, onder a of b, betreft, omvat de aanvraag tevens een toelichting op de wijze waarop de eigen bijdrage van de aanvrager is samengesteld.

  • 3 Indien de aanvrager een provincie is, omvat de aanvraag tevens een opgave van gemeenten binnen de desbetreffende provincie die bij de activiteiten zijn betrokken, alsmede een toelichting op de wijze waarop met deze gemeenten wordt samengewerkt.

  • 4 Voorzover de aanvraag betrekking heeft op apparaatskosten als bedoeld in artikel 6, wordt de samenstelling van die kosten toegelicht.

  • 5 Onder gemeenten in het derde lid worden ook andere gemeenten dan de gemeenten, genoemd in artikel 1, onder c, verstaan.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Indien een uitkering wordt verstrekt ten behoeve van apparaatskosten van een gemeente of een provincie, dan bedraagt die uitkering binnen de totale uitkering niet meer dan 7% daarvan.

  • 2 Een uitkering voor apparaatskosten wordt uitsluitend verstrekt indien die kosten rechtstreeks verband houden met het na te streven beleidsdoel.

  • 3 Een uitkering voor apparaatskosten die zijn gemaakt in verband met de beleidsdoelen, bedoeld in artikel 3, onder a of b, wordt uitsluitend verstrekt voor de kosten van externe projectleiders of externe adviseurs.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

In de beschikking tot toekenning van een uitkering worden de hoogte en het tempo van de bevoorschotting geregeld.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De uitkeringen, bedoeld in artikel 3, onder a, bedragen ten hoogste:

 

2001 in guldens

2002-2004 in euro's

Alkmaar

92.713

63.107

Almere

213.698

96.972

Amersfoort

126.270

85.948

Amsterdam

1.096.800

663.608

Apeldoorn

153.491

104.477

Arnhem

138.020

93.946

Breda

160.398

109.178

Delft

96.370

65.596

Den Haag

881.800

400.143

Dordrecht

119.811

81.552

Ede

101.574

69.138

Eindhoven

302.765

137.389

Emmen

105.853

72.051

Enschede

149.544

101.790

Groningen

259.052

117.553

Haarlem

223.158

101.265

Haarlemmermeer

110.722

75.365

Heerlen

95.052

64.699

Hengelo

79.811

54.325

’s-Hertogenbosch

129.170

87.922

Leeuwarden

88.855

60.481

Leiden

117.196

79.772

Maastricht

183.131

83.101

Nijmegen

152.463

103.777

Rotterdam

1.186.642

538.475

Tilburg

193.238

131.531

Utrecht

508.366

230.686

Zaanstad

135.621

92.313

Zoetermeer

110.214

75.019

Zwolle

105.819

72.028

 

7.417.617

4.113.210

Drenthe

363.437

247.381

Flevoland

174.320

118.654

Friesland

535.580

364.553

Gelderland

1.373.700

935.037

Groningen

389.365

265.029

Limburg

923.506

628.603

Noord-Brabant

1.671.105

1.137.471

Noord-Holland

1.299.299

884.394

Overijssel

742.467

505.375

Zeeland

371.686

252.996

Zuid-Holland

1.919.531

1.306.568

Utrecht

728.129

495.616

10.492.125

7.141.679

Artikel 9

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De uitkeringen, bedoeld in artikel 3, onder b, bedragen ten hoogste:

 

2001 in guldens

2002-2004 in euro's

Alkmaar

27.814

12.621

Almere

42.740

19.395

Amersfoort

37.881

17.190

Amsterdam

438.720

199.082

Apeldoorn

46.047

20.895

Arnhem

41.406

18.789

Breda

48.119

21.835

Delft

28.911

13.119

Den Haag

264.540

120.043

Dordrecht

35.943

16.310

Ede

30.472

13.828

Eindhoven

60.553

27.478

Emmen

31.756

14.410

Enschede

44.863

20.358

Groningen

51.810

23.510

Haarlem

44.632

20.253

Haarlemmermeer

33.217

15.073

Heerlen

28.517

12.940

Hengelo

23.943

10.865

’s-Hertogenbosch

38.751

17.584

Leeuwarden

26.657

12.096

Leiden

35.159

15.954

Maastricht

36.626

16.620

Nijmegen

45.739

20.755

Rotterdam

355.993

161.543

Tilburg

57.971

26.306

Utrecht

152.510

69.206

Zaanstad

40.686

18.463

Zoetermeer

33.064

15.004

Zwolle

31.746

14.406

 

2.216.786

1.005.934

Drenthe

109.031

49.476

Flevoland

52.296

23.731

Friesland

160.674

72.911

Gelderland

412.110

187.007

Groningen

116.810

53.006

Limburg

277.052

125.721

Noord-Brabant

501.332

227.495

Noord-Holland

386.790

176.879

Overijssel

222.740

101.075

Zeeland

111.506

50.599

Zuid-Holland

575.859

261.313

Utrecht

218.439

99.123

3.147.639

1.428.336

Artikel 10

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De uitkeringen, bedoeld in artikel 3, onder c, bedragen ten hoogste:

 

2001 in guldens

2002-2004 in euro's

Amsterdam

7.629.968

3.462.329

Den Haag

3.348.419

1.519.446

Rotterdam

4.162.819

1.889.005

Utrecht

1.475.109

669.375

16.616.315

7.540.155

     

Alkmaar

142.778

64.790

Almere

219.396

99.558

Amersfoort

194.456

88.240

Apeldoorn

236.376

107.263

Arnhem

212.551

96.451

Breda

247.013

112.090

Delft

148.410

67.346

Dordrecht

184.509

83.727

Ede

156.424

70.982

Eindhoven

310.838

141.052

Emmen

163.014

73.973

Enschede

230.298

104.505

Groningen

265.960

120.687

Haarlem

229.109

103.965

Haarlemmermeer

170.512

77.375

Heerlen

146.380

66.424

Hengelo

122.909

55.774

’s-Hertogenbosch

198.922

90.267

Leeuwarden

136.837

62.094

Leiden

180.482

81.899

Maastricht

188.014

85.317

Nijmegen

234.793

106.544

Tilburg

297.587

135.039

Zaanstad

208.856

94.775

Zoetermeer

169.730

77.020

Zwolle

162.961

73.948

 

5.159.115

2.341.104

     

Drenthe

559.693

253.978

Flevoland

268.453

121.819

Friesland

824.793

374.275

Gelderland

2.115.498

959.971

Groningen

599.622

272.097

Limburg

1.422.199

645.366

Noord-Brabant

2.573.502

1.167.804

Noord-Holland

2.000.920

907.978

Overijssel

1.143.399

518.852

Zeeland

572.396

259.742

Zuid-Holland

2.956.078

1.341.410

Utrecht

1.121.319

508.832

 

16.157.872

7.332.123

Artikel 12

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkeringen stedelijke en provinciale programma's cultuurbereik.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

F. van der Ploeg

Naar boven