Wet van 21 april 1994, houdende wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen
in verband met aanpassing en uitbreiding van de bepalingen inzake verplichte samenwerking
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet gemeenschappelijke regelingen te wijzigen in verband met aanpassing en uitbreiding van de bepalingen inzake verplichte
samenwerking teneinde vrijblijvendheid bij de samenwerking tegen te gaan;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk wij goedvinden en verstaan bij deze: