Wet van 27 mei 1993, houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek (beëindiging huur
en verhuur van onzelfstandige woonruimte)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter bevordering van het
aanbod van onzelfstandige woonruimte de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek betreffende
de beëindiging van de huur en verhuur van woonruimte te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: