Besluit van 25 juli 1984, houdende instelling van een Rijksmilieuhygiënische commissie
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 12 april 1984, nr. 0834021;
Overwegende, dat het wenselijk is door een betere onderlinge afstemming te komen tot
een grotere samenhang tussen de regeringsmaatregelen die van betekenis zijn voor het
beleid op het gebied van de milieuhygiëne;
dat een daartoe ingestelde interdepartementale coördinatiecommissie hiertoe een doelmatige
bijdrage kan leveren;
dat het in afwachting van de instelling van een zodanige commissie bij de wet, wenselijk
is een voorlopige voorziening ter zake te treffen;
De Raad van State gehoord (advies van 9 mei 1984, nr. W08.84.0195/16.4.18);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 19 juli 1984; DGMH/B nr. 0764039;
Hebben goedgevonden en verstaan: