Reglement voor de Organisatie ter verbetering van de Binnenvisserij 1964

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 01-06-1985 t/m 31-12-2006

Besluit van 21 mei 1964, houdende regelen ter uitvoering van artikel 41 van de Visserijwet 1963

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij a.i., van 10 maart 1964, no. J. 641, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Gelet op artikel 41 van de Visserijwet 1963;

De Raad van State gehoord (advies van 8 april 1964, no. 68);

Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 6 mei 1964, no. J 1050, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het bestuur van de Organisatie ter verbetering van de Binnenvisserij benoemt een directeur, alsmede een secretaris.

  • 2 De directeur en de secretaris wonen de vergaderingen van het bestuur bij.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De directeur is belast met de dagelijkse leiding van de organisatie. Hij voert de besluiten van het bestuur uit.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

De voorzitter vertegenwoordigt de organisatie in en buiten rechte.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het bestuur vergadert ten minste driemaal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter zulks nodig oordeelt.

  • 2 De voorzitter zal bovendien een vergadering doen uitschrijven, indien een daartoe strekkend schriftelijk verzoek, waarbij een duidelijke opgave en toelichting der te behandelen punten toegevoegd is, wordt ingediend door ten minste 1/3 van het aantal bestuursleden.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De vergaderingen worden in opdracht van de voorzitter door de secretaris bijeengeroepen, met inachtneming van een termijn van ten minste acht dagen. In spoedeisende gevallen kan deze termijn door de voorzitter worden bekort.

  • 2 Bij de oproeping ter vergadering wordt de agenda, bevattende punten van behandeling, vermeld.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De voorzitter stelt de agenda vast en leidt de vergadering; bij zijn ontstentenis wordt hij vervangen door de ondervoorzitter en bij diens afwezigheid door een lid van het bestuur, daartoe door het bestuur aangewezen.

  • 2 De secretaris draagt zorg voor het opmaken van de notulen, alsmede voor de toezending van de notulen aan alle bestuursleden, alsmede aan de directeur.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Ieder bestuurslid kan voorstellen doen, welke mits tijdig ingediend, door de voorzitter op de agenda worden geplaatst.

  • 2 Tenzij op enige vergadering met algemene stemmen anders wordt beslist, worden slechts de onderwerpen, op de agenda vermeld, in de vergadering behandeld.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Het bestuur besluit bij meerderheid van stemmen; bij staking van stemmen beslist de fungerende voorzitter.

  • 2 Geen besluiten worden genomen, indien niet ten minste zes leden aanwezig zijn.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Van vacatures in het bestuur geeft de voorzitter onverwijld kennis aan Onze Minister van Landbouw en Visserij.

    Indien het te vervangen lid was benoemd op voordracht van een organisatie van beroepsvissers dan wel van sportvissers, nodigt Onze voornoemde Minister de organisatie, welke het te vervangen lid heeft voorgedragen, uit tot het opmaken van een nieuwe voordracht.

  • 2 Hij, die tot bestuurslid is benoemd ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats, treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, had moeten aftreden.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 Onverminderd hetgeen in artikel 39, zevende lid, van de Visserijwet 1963 is bepaald, worden de bestuursleden door Onze voornoemde Minister ontslagen:

    • a. bij gebleken ongeschiktheid door ouderdom, door aanhoudende lichaamsziekte of ten gevolge van zielsziekte;

    • b. wanneer zij onder curatele zijn gesteld.

  • 2 Onverminderd hetgeen in artikel 39, zesde lid, van de Visserijwet 1963 is bepaald, kunnen de bestuursleden door Onze voornoemde Minister worden ontslagen, wanneer zij in staat van faillissement zijn verklaard, surcéance van betaling hebben verkregen of wegens schulden zijn gegijzeld.

  • 3 Alvorens het ontslag op grond van het in de voorgaande leden bepaalde wordt verleend, wordt de betrokkene gehoord.

  • 4 Wanneer zich een omstandigheid voordoet, als bedoeld in het tweede lid, is Onze voornoemde Minister bevoegd de betrokkene te schorsen; de schorsing mag een termijn van drie maanden niet overschrijden.

  • 5 Wanneer tijdens de in het vierde lid bedoelde schorsing het besluit tot ontslag wordt genomen, blijft de schorsing van kracht tot het tijdstip, waarop het ontslag ingaat.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip, waarop de Visserijwet 1963 in werking treedt. Het kan worden aangehaald als "Reglement voor de Organisatie ter verbetering van de Binnenvisserij", met vermelding van het jaartal van het Staatsblad, waarin het is geplaatst.

Onze Minister van Landbouw en Visserij is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk, 21 mei 1964

JULIANA.

De Minister van Landbouw en Visserij,

B. W. BIESHEUVEL.

Uitgegeven de achtentwintigste mei 1964.

De Minister van Justitie a.i.,

E. H. TOXOPEUS.

Naar boven