Besluit van 21 mei 1964, houdende uitvoering van artikel 74, tweede lid, van de Visserijwet
1963
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij a.i. van 10 maart 1964,
no. J 638, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Gelet op artikel 74, tweede lid, van de Visserijwet 1963;
De Raad van State gehoord (advies van 8 april 1964, no. 68);
Gezien het nader rapport van Onze voornoemde Minister van 6 mei 1964, no. J 1050,
Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: