-
2 In deze registers, welke, voorzoover daarvan bij dit besluit niet wordt afgeweken,
zullen voldoen aan de eischen in de artikelen 16, 17, 18, 19 en 25, derde lid, van
het Burgerlijk Wetboek gesteld aan de overeenkomstige registers van den burgerlijken
stand, zullen worden opgenomen geboorten, gesloten huwelijken en gevallen van overlijden
van Nederlanders, welke na 14 Mei 1940 in Groot-Brittannië en Noord-Ierland hebben
plaats gevonden.
Het kantoor van den burgerlijken stand is gevestigd op het Departement van Binnenlandsche
Zaken. Onze Minister van Binnenlandsche Zaken is gemachtigd, indien noodig, bijkantoren
in te stellen.
-
1 Behoudens het bepaalde in het tweede lid geschiedt inschrijving in de buitengewone
registers van den burgerlijken stand slechts, indien van de geboorte, het huwelijk
of het overlijden schriftelijk bewijs, althans begin van bewijs bij geschrifte wordt
overgelegd; dit bewijs kan door alle bewijsmiddelen worden aangevuld.
-
2 Indien geen bewijs bij geschrifte aanwezig is, kan inschrijving geschieden van geboorte
of overlijden, indien een met die van den aangever overeenstemmende verklaring door
één getuige wordt afgelegd, of van een huwelijk, indien een met die van de aangevers
overeenstemmende verklaring door tenminste twee getuigen wordt afgelegd.
-
4 Hij zal inschrijving weigeren van een huwelijk, indien hem blijkt, dat dit gesloten
is in strijd met eenig voorschrift van de eerste afdeeling van den vijfden titel van
het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van die, vervat in de
artikelen 91, 99 en 103.
-
2 Indien tot het opmaken der akte aangevers en eventueel getuigen voor den ambtenaar
zijn verschenen, wordt de akte door den ambtenaar aan de verschenen personen voorgelezen,
van welke formaliteit in de akten melding wordt gemaakt.
Na afloop der tegenwoordige buitengewonen omstandigheden zal door Ons worden beoordeeld,
of en in hoeverre de gegevens, voorkomende in de buitengewone registers van den burgerlijken
stand, zullen worden overgeschreven in registers van den burgerlijken stand in Nederland.
De akten, opgenomen in de buitengewone registers van den burgerlijken stand, en de
afschriften daarvan hebben geen bewijskracht ten aanzien van de nationaliteit der
personen, omtrent wie aangifte wordt gedaan.
-
3 Indien de aangifte schriftelijk of ambtshalve geschiedt, zal de akte mede moeten
vermelden:
den datum der inschrijving.
-
4 In ieder geval bevat de akte een omschrijving van de geschriften, welke tot bewijs
hebben gestrekt en, zoo de ambtenaar zulks dienstig oordeelt, feiten, in bedoelde
geschriften vermeld.
Wanneer het kind buiten echt is geboren, wordt de naam van den vader niet in de akte
vermeld, tenzij deze het kind, op de wijze als bij het Burgerlijk Wetboek is voorgeschreven,
heeft erkend.
Tot de aangifte van een geboorte zijn bevoegd: de vader, de moeder en personen, die
bij de bevalling tegenwoordig zijn geweest.
-
2 Na verloop van dezen termijn, alsmede met betrekking tot geboorten, welke na 14 Mei
1940, doch vóór den datum van inwerkingtreding van dit besluit hebben plaatsgevonden,
zal inschrijving uitsluitend ambtshalve kunnen geschieden.
Met betrekking tot geboorten, welke aan boord van een schip plaats vinden, blijven
de artikelen 35, 36 en 37 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing, met dien verstande,
dat de opzending van het uittreksel, bedoeld in artikel 37 van dat wetboek, zal geschieden
aan den buitengewonen ambtenaar van den burgerlijken stand, die daarop verplicht zal
zijn tot inschrijving overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
-
3 Indien de aangifte schriftelijk of ambtshalve geschiedt, vermeldt de akte mede:
den datum der inschrijving.
-
5 In elk geval bevat de akte een omschrijving van de geschriften, welke tot bewijs
hebben gestrekt, en, zoo de ambtenaar zulks dienstig oordeelt, feiten, in bedoelde
geschriften vermeld.
Indien het betreft een huwelijk tusschen personen, die met elkander hertrouwen, nadat
hun vorig huwelijk is ontbonden, zal de akte van gesloten huwelijk mede vermelden
den dag en de plaats der voltrekking van dat vorig huwelijk.
Tot aangifte van een gesloten huwelijk zijn bevoegd de echtgenooten.
-
2 Na verloop van dezen termijn, alsmede met betrekking tot huwelijken, welke na 14
Mei 1940, doch vóór den datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn gesloten,
zal inschrijving uitsluitend ambtshalve kunnen geschieden.
De inschrijving van een akte van gesloten huwelijk in de buitengewone registers van
den burgerlijken stand geeft geen ontheffing van de verplichting tot overschrijving
in de registers van den burgerlijken stand in Nederland van de akte van voltrekking
van een huwelijk, in een vreemd land aangegaan, zooals bepaald in artikel 139 van
het Burgerlijk Wetboek, tenzij ingevolge artikel 8 van dit besluit anders mocht worden bepaald.
-
3 Indien de aangifte schriftelijk of ambtshalve geschiedt, bevat de akte mede:
den datum der inschrijving.
-
4 In elk geval bevat de akte een omschrijving van de geschriften, welke tot bewijs
hebben gestrekt, en, zoo de ambtenaar zulks dienstig oordeelt, feiten, in bedoelde
geschriften vermeld.
Tot de aangifte zijn bevoegd de echtgenoot, de familieleden in de rechte lijn van
den overledene, alsmede een ieder, die van het overlijden uit eigen wetenschap kennis
draagt.
-
1 De buitengewonen ambtenaar van den burgerlijken stand zal geen akte van overlijden
van een pas geboren kind mogen inschrijven, tenzij aan hem zal zijn gebleken, dat
de geboorte van het kind in het daartoe bestemde register is ingeschreven.
-
2 Indien dit laatste niet is geschied, zal de ambtenaar niet inschrijven het overlijden
van het kind, doch zal hij in het register van overlijden melding maken, dat het kind
als levenloos is aangegeven.
-
3 In een zoodanige akte worden mede opgenomen de namen, voornamen, het beroep en de
woonplaats van de ouders van het kind, met aanduiding van den datum en, zoo mogelijk,
het uur, waarop het kind ter wereld is gebracht.
-
2 Na verloop van dezen termijn, alsmede met betrekking tot overlijdensgevallen, welke
na 14 Mei 1940, doch vóór den datum van de inwerkingtreding van dit besluit hebben
plaats gevonden, zal de inschrijving uitsluitend ambtshalve kunnen geschieden.
Artikel 60 van het Burgerlijk Wetboek blijft van toepassing, met dien verstande, dat,
anders dan in het derde lid van dat artikel is bepaald, de toezending van het uittreksel
zal geschieden aan den buitengewonen ambtenaar van den burgerlijken stand, die daarop
verplicht zal zijn tot inschrijving overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Ons besluit van 1 April 1909 (Staatsblad N°. 87) zooals dit laatstelijk is gewijzigd bij Ons besluit van 24 Maart 1927 (Staatsblad N°. 61) blijft van kracht, behoudens dat, voor zoover betreft de akten, in artikel
2 van dat besluit bedoeld,
-
a. de verrichtingen, bij artikel 4, tweede lid, van dat besluit opgedragen aan den Inspecteur
der Militaire Administratie, bij diens ontstentenis geschieden door een daartoe door
Onzen Minister van Oorlog aangewezen ambtenaar;
-
b. indien de omstandigheden aan het Hoofd van het Departement van Justitie niet veroorloven
te handelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, tweede lid, onder b, van dat besluit, de daar bedoelde toezending geschiedt aan den buitengewonen ambtenaar
van den burgerlijken stand, die daarop verplicht zal zijn tot inschrijving overeenkomstig
de bepalingen van het onderhavige besluit.
-
2 Hij vermeldt op den kant der akte van gesloten huwelijk:
het overlijden van een der partijen, indien hij wegens het inschrijven van een akte
van overlijden hiervan kennis verkrijgt.
Dit besluit treedt in werking met ingang van den dag volgende op dien zijner opneming
in het Staatsblad.