Wijzigingswet Boek 7A Burgerlijk Wetboek (beëindiging huur en verhuur van onzelfstandige woonruimte)

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 01-07-1993 t/m heden

Wet van 27 mei 1993, houdende wijziging van het Burgerlijk Wetboek (beëindiging huur en verhuur van onzelfstandige woonruimte)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter bevordering van het aanbod van onzelfstandige woonruimte de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek betreffende de beëindiging van de huur en verhuur van woonruimte te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

Op overeenkomsten van huur en verhuur van woonruimte die bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijven de artikelen 1623a en 1623e van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat luidde voor dat tijdstip, van toepassing.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 27 mei 1993

Beatrix

De Staatssecretaris van Justitie,

A. Kosto

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

E. Heerma

Uitgegeven de zeventiende juni 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven