Albanië, Oostenrijk, België, Bolivia, Brazilië, Bulgarije, Chili, China, Columbia,
Costa Rica, Cuba, Denemarken, het Britsche Rijk (met Nieuw-Zeeland en Britsch-Indië),
Spanje, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Guatemala, Haïti, Honduras, Italië,
Japan, Letland, Lithauen, Luxemburg, Noorwegen, Panama, Paraguay, Nederland, Perzië,
Polen, Portugal, Roemenië, de Servisch-Croatisch-Sloveensche Staat, Zweden, Zwitserland,
Tsjecho-Slowakije, Uruguay en Venezuela,
wenschende de vrijheid van verkeer en van doorvoer te waarborgen en te handhaven,
overwegende dat zij op dit terrein de bedoeling van Artikel 23e van het Volkenbondverdrag het best zullen kunnen verwezenlijken door middel van algemeene
verdragen, tot welke andere mogendheden later kunnen toetreden,
erkennende dat het van belang is het recht van vrijen doorvoer te proclameeren en
te regelen als een der beste middelen om de samenwerking der Staten te ontwikkelen,
zonder schade aan hunne rechten en souvereiniteit of autoriteit over de wegen, waarlangs
de doorvoer geschiedt,
de uitnoodiging aangenomen hebbende van den Volkenbond om aan een te Barcelona den
10den Maart bijeengeroepen Conferentie deel te nemen en kennis genomen hebbende van
de slotakte van deze conferentie,
verlangend om van nu af aan in werking te doen treden de bepalingen van het Statuut,
betreffende den doorvoer per spoor en te water, waartoe besloten is,
willende tot dat doel een verdrag sluiten, hebben de Hooge Verdragsluitende Partijen
te dien einde tot hare Gevolmachtigden benoemd:
De Voorzitter van den Hoogen Raad van Albanië:
Monseigneur Fan S. NOLI, Parlementslid;
De President van de Oostenrijksche Republiek:
den heer Henri REINHARDT, Ministerialrat;
Zijne Majesteit de Koning der Belgen:
den heer Xavier NEUJEAN, Lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, Minister van
Spoorwegen, van Marine, van Posterijen en van Telegrafie;
De President van de Republiek Bolivia:
den heer Trifon MELEAN, Consul-Generaal van Bolivia in Spanje;
De President van de Republiek der Vereenigde Staten van Brazilië:
Zijne Majesteit de Koning van Bulgarije:
den heer Lubin BOCHKOFF, Civiel Ingenieur, toegevoegd aan den Directeur-Generaal van
Spoorwegen en Havens;
De President van de Republiek Chili:
den heer Manuel RIVAS VICUÑA, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister;
De President van de Chineesche Republiek:
den heer Ouang YONG-PAO, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister;
De President van de Republiek Columbia:
De President van de Republiek Costa Rica:
De President van de Republiek Cuba:
Zijne Majesteit de Koning van Denemarken en IJsland:
den heer Peter Andreas HOLCK-COLDING, Hoofd van een Bureau aan het Ministerie van
Openbare Werken;
Zijne Majesteit de Koning van Spanje:
Señor Don Emilio ORTUÑO Y BERTE, Lid van de Kamer van Afgevaardigden, oud-Minister
van Openbare Werken;
De President van de Estlandsche Republiek:
den heer Charles Robert PUSTA, Gevolmachtigd Minister;
De President van de Republiek Finland:
den heer Rolf THESLEFF, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister;
De President van de Fransche Republiek:
den heer Maurice SIBILLE, Kamerlid, Lid van het Raadgevende Comité der Fransche Spoorwegen;
Zijne Majesteit de Koning van het Vereenigd Koninkrijk van Groot-Britannië en Ierland
en der Britsche Gebieden over de zeeën, Keizer van Indië:
Sir Hubert LLEWELLYN SMITH, G.C.B., Economisch adviseur van de Regeering,
en voor het Dominion van Nieuw-Zeeland:
Sir Hubert LLEWELLYN SMITH, G.C.B.;
Voor Indië:
Sir Louis James KERSHAW, K.C.S.I., C.I.E., Secretaris van de Afdeeling Financiën en
Statistiek van het Ministerie van Indië;
Zijne Majesteit de Koning der Hellenen:
den heer Pierre SCASSI, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister van Zijne Helleensche
Majesteit in Spanje;
de President van de Republiek Guatemala:
den heer Dr. Norberto GALVEZS, Consul-Generaal van Guatemala te Barcelona;
de President van de Republiek Haïti:
de President van de Republiek Honduras:
Zijne Majesteit de Koning van Italië:
den heer Paolo BIGNAMI, ingenieur, afgevaardigde in het Parlement, oud-onderstaatssecretaris;
Zijne Majesteit de Keizer van Japan:
den heer MATSUDA, Gevolmachtigd Minister, Ambassaderaad van Japan te Parijs;
De President van de Lettische Republiek:
den heer Germain ALBAT, onderstaatssecretaris voor Buitenlandsche Zaken:
De President van de Republiek Lithauen:
den heer V. SIDZIKAUSKAS, Zaakgelastigde te Bern;
Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg:
den heer Antoine LEFORT, Zaakgelastigde te Bern;
Zijne Majesteit de Koning van Noorwegen:
den heer Dr. Fridtjof NANSEN, Hoogleeraar aan de Universiteit te Christiania;
De President van de Republiek Panama:
den heer Dr. Evenor HAZERA, Consul-Generaal van Panama voor Spanje, oud-onderstaatssecretaris;
De President van de Republiek Paraguay:
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:
Jhr. van PANHUYS, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister;
Zijne Keizerlijke Majesteit de Sjah van Perzië:
Zijne Excellentie MIRZA HOSSEIN KHAN ALAÏ, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister
van Perzië in Spanje;
De President van de Republiek Polen:
den heer Joseph WIELOVIEYSKI;
De President van de Republiek Portugal:
den heer Alfredo FREIRE D'ANDRADE, Oud-Minister van Buitenlandsche Zaken;
Zijne Majesteit de Koning van Roemenië:
den heer E. Margaritesco GRECIANU, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister;
Zijne Majesteit de Koning der Serben, Croaten en Slovenen:
den heer Ante TRESICH-PAVICHICH, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister in
Spanje en Portugal;
Zijne Majesteit de Koning van Zweden:
den heer Fredrik V. HANSEN, Directeur-Generaal van de Staatswaterkracht en Kanalen;
De President van den Zwitserschen Bond:
den heer Guiseppe MOTTA, Lid van den Bondsraad, Chef van het Politieke Bondsdepartement;
De President van de Republiek Tsjecho-Slowakije:
den heer Dr. Ottokar LANKAS, Adviseur en Directeur van den Dienst van Vervoer aan
het Ministerie van Spoorwegen;
De President van de Republiek Uruguay:
den heer Benjamin FERNANDEZ Y MEDINA, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister
in Spanje;
De President der Vereenigde Staten van Venezuela: