De Ondergetekenden, behoorlijk daartoe gemachtigd, hebben, in gemeen overleg, de volgende
tekst vastgesteld, welke zal vervangen de overeenkomst van Madrid van 14 April 1891,
herzien te Brussel op 14 December 1900, te Washington op 2 Juni 1911 en te 's-Gravenhage
op 6 November 1925, te weten:
-
1 De onderdanen van elk der contacterende landen zullen zich in al de andere landen
de bescherming kunnen verzekeren van hun in het land van oorsprong ingeschreven fabrieks-
of handelsmerken, door middel van het depôt van genoemde merken bij het Internationaal
Bureau te Bern, gedaan door de tussenkomst van de Administratie van genoemd land van
oorsprong.
Met de onderdanen van de contracterende landen worden gelijkgesteld de onderdanen
der niet tot deze overeenkomst toegetreden landen, die, op het grondgebied van de
door deze gevormde Unie van beperkte omvang, voldoen aan de voorwaarden, vastgesteld
bij artikel 3 van het algemeen verdrag.
-
1 Iedere aanvrage voor internationale inschrijving zal moeten worden aangeboden op het
formulier, voorgeschreven door het reglement van uitvoering, en de Administratie van
het land van oorsprong van het merk zal de verklaring afgeven, dat de aanduidingen,
die op dat aanvraagformulier voorkomen, overeenstemmen met die van het nationale register.
-
3 Het Internationaal Bureau zal de overeenkomstig artikel 1 gedeponeerde merken onmiddellijk
inschrijven. Het zal van die inschrijving zonder verwijl aan de verschillende Administraties
kennis geven. De ingeschreven merken zullen worden openbaar gemaakt in een door het
Internationaal Bureau uitgegeven, regelmatig verschijnend blad, met gebruikmaking
van de aanduidingen, vervat in de aanvrage om inschrijving en van een door de inzender
verstrekt cliché.
-
4 Met het oog op de in de contracterende landen aan de ingeschreven merken te geven
openbaarheid, zal elke Administratie kosteloos van het Internationaal Bureau zoveel
exemplaren van de bovenvermelde publicatie ontvangen, als zij zal wensen aan te vragen.
Deze openbaarheid zal in alle contracterende landen als volkomen voldoende worden
beschouwd en geen andere zal van de inzender kunnen worden gevorderd.
-
1 Van het tijdstip der aldus bij het Internationaal Bureau gedane inschrijving af, zal
de bescherming van het merk in elk der contracterende landen dezelfde zijn, als ware
dit merk daar rechtstreeks gedeponeerd.
-
2 Elk merk, dat het voorwerp is geweest van een internationale inschrijving, zal het
recht van voorrang genieten, bij artikel 4 van het algemeen verdrag vastgesteld, zonder
dat het nodig is de formaliteiten te vervullen, voorgeschreven onder letter D van
dat artikel.
-
1 Wanneer een merk, reeds gedeponeerd in een of meer der contracterende landen, daarna
is ingeschreven door het Internationaal Bureau ten name van dezelfde persoon of van
diens rechtverkrijgende, zal de internationale inschrijving beschouwd worden als in
de plaats te zijn getreden van de vroegere nationale inschrijvingen, zonder afbreuk
te doen aan de rechten, door laatstvermelde inschrijvingen verkregen.
-
1 In de landen, waar de wetgeving haar daartoe machtigt, zullen de Administraties, aan
welke het Internationaal Bureau van de inschrijving van een merk zal kennis geven,
de bevoegdheid hebben te verklaren, dat de bescherming niet op haar grondgebied aan
dat merk kan worden verleend. Een dergelijke weigering zal alleen geoorloofd zijn
op grond van omstandigheden, die, krachtens het algemeen verdrag, van kracht zouden
zijn ten aanzien van een merk, ter nationale inschrijving ingezonden.
-
2 De Administraties, die van deze bevoegdheid gebruik zullen wensen te maken, zullen
van haar weigering, onder opgave van de redenen, mededeling moeten doen aan het Internationaal
Bureau binnen de termijn, door de wet van haar land bepaald, en uiterlijk vóór het
einde van een jaar, te rekenen van de internationale inschrijving van het merk af.
-
3 Het Internationaal Bureau zal zonder verwijl aan de Administratie van het land van
oorsprong en aan de eigenaar van het merk of aan zijn gemachtigde, indien deze door
genoemde Administratie aan het Bureau is opgegeven, een der exemplaren doen toekomen
van de aldus te zijner kennis gebrachte verklaring van weigering. De belanghebbende
zal dezelfde middelen van beroep hebben, als ware het merk door hem rechtstreeks gedeponeerd
in het land, waar de bescherming wordt geweigerd.
-
5 De Administraties, die, binnen de hierboven aangeduide termijn van ten hoogste één
jaar, generlei kennisgeving aan het internationaal Bureau zullen hebben gedaan, zullen
geacht worden het merk aanvaard te hebben.
De bewijsstukken van de wettigheid van het gebruik van zekere in de merken vervatte
bestanddelen, als wapens, wapenschilden, portretten, eervolle onderscheidingen, titels,
handelsnamen of namen van personen anders dan die van de aanvrager, of andere overeenkomstige
vermeldingen, welke door de Administraties der contracterende landen mochten worden
gevorderd, zullen vrijgesteld zijn van elke legalisatie, alsmede van elke andere waarmerking
dan die van de Administratie van het land van oorsprong.
-
1 Het Internationaal Bureau zal aan een ieder, die daartoe aanvraag doet, tegen een
in het reglement van uitvoering vastgestelde taxe, een afschrift afgeven van de aantekeningen,
in het register ingeschreven met betrekking tot een bepaald merk.
De bescherming, voortvloeiende uit de inschrijving bij het Internationaal Bureau,
zal twintig jaren duren, te rekenen van het tijdstip dezer inschrijving af (onder
voorbehoud van hetgeen bepaald is in artikel 8 voor het geval, dat de inzender slechts
een gedeelte van het internationaal emolument zal hebben gestort), maar zij zal niet
kunnen worden ingeroepen ten behoeve van een merk, dat niet meer de wettelijke bescherming
in het land van oorsprong mocht genieten.
-
1 De inschrijving zal, volgens de voorschriften van de artikelen 1 en 3, steeds kunnen
worden vernieuwd voor een nieuw tijdvak van twintig jaren, te rekenen van de datum
van vernieuwing af.
-
2 Zes maanden vóór de afloop van de termijn van bescherming zal het Internationaal Bureau
de eigenaar van het merk, door het zenden van een officieus bericht, de juiste datum,
waarop de termijn afloopt, in herinnering brengen.
-
3 Indien het merk, dat aangeboden wordt ter vernieuwing van een voorafgaand depôt, een
verandering, die het onderscheidend karakter van het merk wijzigt, heeft ondergaan,
zullen de Administraties kunnen weigeren het in te schrijven bij wijze van vernieuwing
en hetzelfde recht zal haar toekomen in geval van verandering in de aanwijzing der
waren, waarvoor het merk bestemd is, tenzij, na mededeling van de bezwaren door tussenkomst
van het Internationaal Bureau, de belanghebbende verklaart af te zien van de bescherming
voor andere waren dan die, welke in dezelfde bewoordingen waren aangeduid ten tijde
van de voorafgaande inschrijving.
-
4 Wanneer het merk niet bij wijze van vernieuwing wordt toegelaten, zal rekening worden
gehouden met de rechten van de vorige indiening of andere rechten, verkregen door
het feit, dat het merk reeds vroeger was ingeschreven. Het merk zal in het bijzonder
deze rechten van de vorige indiening genieten voor het deel der waren, welke in dezelfde
bewoordingen waren aangeduid ten tijde van de voorafgaande inschrijving en van de
hernieuwing.
-
1 De Administratie van het land van oorsprong zal naar goedvinden vaststellen en te
haren voordele innen een nationale taxe, welke zij zal vorderen van de eigenaar van
het merk, waarvan de internationale inschrijving wordt gevraagd.
-
3 De inzender zal de bevoegdheid hebben om op het ogenblik van het internationaal depôt
slechts een emolument van 100 franken voor het eerste merk en 75 franken voor elk
der merken, tegelijk met het eerste ingezonden, te voldoen.
-
4 Indien de inzender van deze bevoegdheid gebruik maakt, zal hij vóór het einde van
een termijn van tien jaren, gerekend van de internationale inschrijving af, bij het
Internationaal Bureau een aanvullingsemolument van 75 franken moeten storten voor
het eerste merk en van 50 franken voor elk der merken, tegelijk met het eerste ingezonden,
bij gebreke waarvan hij na afloop van die termijn het genot van zijn inschrijving
zal verliezen. Zes maanden vóór de afloop zal het Internationaal Bureau de inzender
voor de goede orde van zaken door een officieus bericht herinneren aan de juiste datum
van de afloop. Indien het aanvullingsemolument niet bij het Internationaal Bureau
gestort is vóór het einde van die termijn, zal dit Bureau het merk doorhalen, van
deze verrichting kennis geven aan de Administraties en haar bekend maken in zijn blad.
Indien het aanvullingsemolument, dat verschuldigd is voor de merken, begrepen in een
meervoudig depôt, niet voor alle merken tegelijk wordt betaald, zal de inzender nauwkeurig
de merken moeten aanduiden, voor welke hij de aanvullende storting wil doen, en zal
hij de taxe van 75 franken voor het eerste merk van iedere serie moeten voldoen.
-
5 Wanneer de lijst van waren, voor welke de bescherming gevraagd wordt, meer dan honderd
woorden bevat, zal de inschrijving van het merk slechts geschieden na betaling van
een extra bedrag, vast te stellen bij het reglement van uitvoering.
-
6 De jaarlijkse opbrengst der verschillende ontvangsten voor de internationale inschrijving
zal tussen de contracterende landen in gelijke delen verdeeld worden door de zorgen
van het Internationaal Bureau, na aftrek der gemeenschappelijke onkosten, veroorzaakt
door de uitvoering dezer overeenkomst.
-
7 Indien op het ogenblik van het in werking treden van deze herziene overeenkomst een
land nog niet is toegetreden tot de akte van 's-Gravenhage, zal het slechts recht
hebben, tot op de datum van zijn latere toetreding, op een uitkering van het overschot
der ontvangsten, berekend op de grondslag der oude taxen.
De eigenaar van een internationaal merk kan steeds afstand doen van de bescherming
in een of meer der contracterende landen, door middel van een verklaring, afgegeven
aan de Administratie van het land van oorsprong van het merk, ter mededeling aan het
Internationaal Bureau, dat haar ter kennis zal brengen van de landen, waarop deze
afstand betrekking heeft. Deze afstand is niet aan enige taxe onderworpen.
-
1 De Administratie van het land van oorsprong zal aan het Internationaal Bureau eveneens
kennis geven van elke nietigverklaring, doorhaling, afstand, overdracht en van andere
wijzigingen, aangebracht in de inschrijving van het merk in het nationale register,
indien deze wijzigingen ook voor de internationale inschrijving van belang zijn.
-
3 Op dezelfde wijze zal worden gehandeld, wanneer de eigenaar van het merk mocht vragen
de lijst der waren, waarvoor het merk bestemd is, te beperken.
-
1 Indien een in het internationaal register ingeschreven merk mocht worden overgedragen
aan een persoon, gevestigd in een ander der contracterende landen dan het land van
oorsprong van het merk, zal de overdracht door de Administratie van dat land van oorsprong
ter kennis van het Internationaal Bureau worden gebracht. Het Internationaal Bureau
zal, na de toestemming verkregen te hebben van de Administratie, waaronder de nieuwe
gerechtigde behoort, de overdracht inschrijven, haar aan de andere Administraties
mededelen en haar in zijn blad bekend maken, zo mogelijk onder vermelding van de datum
en het nummer van inschrijving van het merk in het nieuwe land van oorsprong.
-
2 Overdracht van een in het internationaal register ingeschreven merk ten behoeve van
een persoon, die niet bevoegd is tot het doen inschrijven van een internationaal merk,
zal niet worden ingeschreven.
-
3 Indien een overdracht niet in het internationaal register is kunnen worden ingeschreven,
hetzij als gevolg van de weigering van toestemming van het nieuwe land van oorsprong,
hetzij omdat zij geschied is ten behoeve van iemand, die niet bevoegd is tot het doen
inschrijven van een internationaal merk, zal de Administratie van het oude land van
oorsprong het recht hebben aan het Internationaal Bureau te verzoeken tot doorhaling
van het merk in zijn register over te gaan.
-
1 Indien de overdracht van een internationaal merk voor slechts een gedeelte der ingeschreven
waren ter kennis van het Internationaal Bureau is gebracht, zal dit die overdracht
in zijn registers inschrijven. Elk der contracterende landen zal de bevoegdheid hebben
de geldigheid van deze overdracht niet te erkennen, indien de waren, in het aldus
overgedragen gedeelte begrepen, van hetzelfde soort zijn, als die, waarvoor het merk
ten behoeve van hem, die het merk heeft overgedragen, blijft ingeschreven.
-
3 Indien, in de bovengenoemde gevallen, zich een verandering van het land van oorsprong
voordoet, zal de Administratie van het land, waartoe hij, aan wie de overdracht heeft
plaats gehad, behoort, haar toestemming, overeenkomstig artikel 9bis vereist, moeten geven.
De Administraties zullen in gemeen overleg de bijzonderheden betreffende de uitvoering
van deze overeenkomst regelen.
-
1 De landen der Unie tot bescherming van de industriële eigendom, die aan deze overeenkomst
geen deel hebben genomen, zullen daartoe op hun verzoek mogen toetreden, in de vorm,
voorgeschreven bij artikel 16 van het algemeen verdrag.
-
2 Zodra aan het Internationaal Bureau zal zijn bericht, dat een land of een van zijn
koloniën tot deze overeenkomst is toegetreden, zal het aan de Administratie van dat
land, overeenkomstig artikel 3, een collectieve opgave verstrekken van de merken,
welke op dat ogenblik de internationale bescherming genieten.
-
3 Deze kennisgeving zal op zich zelf voldoende zijn om aan genoemde merken het genot
der voorafgaande bepalingen op het grondgebied van het toegetreden land te verzekeren
en zal de termijn van een jaar doen aanvangen, gedurende welke de betrokken Administratie
de verklaring kan afleggen, bedoeld in artikel 5.
-
4 Echter zal elk land bij zijn toetreding tot deze overeenkomst kunnen verklaren, dat,
behalve voor zover betreft de internationale merken, welke reeds eerder in dat land
het voorwerp hebben uitgemaakt van een overeenkomstige nationale inschrijving, welke
nog van kracht is, en welke merken op verzoek van de belanghebbenden onmiddellijk
erkend zullen worden, de toepassing van deze akte beperkt zal blijven tot die merken,
die zullen worden ingeschreven van de dag af, waarop die toetreding in werking zal
treden.
-
5 Deze verklaring zal het Internationaal Bureau ontheffen van de verplichting de hierboven
bedoelde collectieve opgave te verstrekken. Het zal zich er toe bepalen kennis te
geven van de merken, ten behoeve waarvan het, onder vermelding van nauwkeurige gegevens,
binnen de termijn van een jaar van de toetreding van het nieuwe land af, een verzoek
zal ontvangen om ze te stellen in het genot van de uitzondering, bedoeld in de vorige
alinea.
-
6 De inschrijvingen van merken, die het voorwerp hebben uitgemaakt van een der opgaven,
bedoeld in dit artikel, zullen beschouwd worden als in de plaats gesteld van de inschrijvingen,
rechtstreeks geschied in het nieuwe contracterende land vóór de datum, waarop zijn
toetreding van kracht wordt.
In geval van opzegging van deze overeenkomst is artikel 17bis van het algemeen verdrag van toepassing. De internationale merken, ingeschreven tot
de dag, waarop de opzegging van kracht wordt, en niet binnen het jaar, bedoeld in
artikel 5, geweigerd, zullen, gedurende de duur der internationale bescherming, in
het genot blijven van dezelfde bescherming, als waren zij rechtstreeks in dat land
gedeponeerd.
-
3 Deze akte zal, in de betrekkingen tussen de landen, die haar zullen hebben bekrachtigd,
de schikking van Madrid van 1891, herzien te 's-Gravenhage op 6 November 1925, vervangen.
Echter zal deze laatste van kracht blijven in de betrekkingen met de landen, die deze
akte niet zullen hebben bekrachtigd. In de betrekkingen met de landen, die de akte
van 's-Gravenhage nog niet zullen hebben bekrachtigd, zal de overeenkomst, herzien
te Washington in 1911, van kracht blijven.