Het Koninkrijk België,
de Republiek Bulgarije,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
Ierland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
de Republiek Hongarije,
Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
Roemenië,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
hierna „de lidstaten” genoemd, en
de Europese Gemeenschap,
hierna „de Gemeenschap” genoemd,
vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie,
enerzijds, en
het Koninkrijk Marokko,
hierna „Marokko” genoemd,
anderzijds,
Gezien de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie en
derhalve ook tot de Gemeenschap op 1 januari 2007,